De nieuwe ploeg onder leiding van Ursula von der Leyen kan aan de slag, zo’n half jaar na de Europese verkiezingen. Bij het begin van de zomer liet de Duitse christendemocrate al danig in haar kaarten kijken. Dat was nodig om voldoende steun te verwerven bij de pas verkozen Europarlementsleden.
Na intense gesprekken met de pro-Europese fracties presenteerde ze op 18 juli haar programma voor de komende vijf jaar. De nadruk ligt op de competitiviteit van de Europese economie en op meer samenwerking op vlak van veiligheid en defensie.
Niet alle pro-Europese parlementsleden wist ze te overtuigen. Voor onder meer Sara Matthieu (Groen), Kathleen Van Brempt en Bruno Tobback (beiden Vooruit) was de benoeming tot uitvoerend vicevoorzitter van de extreemrechtse Rafaelle Fitto, lid van Giorgia Meloni's Fratelli d’Italia, reden om tegen te stemmen of zich te onthouden.
De nadruk van von der Leyen ligt op de competitiviteit van de Europese economie en op meer samenwerking op vlak van veiligheid en defensie.
In het 31 pagina’s tellende document Europe’s Choice. Political Guidelines for the next European Commission 2024-2029 licht Ursula von der Leyen omstandig haar plannen voor een nieuwe Commissie toe.
Behalve de Europese economische competitiviteit en meer samenwerking op vlak van veiligheid en defensie, schenkt ze aandacht aan het sociale model van de Europese samenlevingen, aan de verschillende aspecten van onze levenskwaliteit, aan de versterking van de democratie in Europa en aan de rol van de EU in de wereld. Tot slot wil von der Leyen de EU klaar maken voor de nabije toekomst, onder meer met een nieuwe meerjarenbegroting.
Evenwicht
Zo’n document biedt eten en drinken voor iedereen, of toch minstens voor de klassieke pro-Europese politieke formaties. Zonder de steun van de christendemocraten, de sociaaldemocraten en de liberalen heeft von der Leyen immers geen meerderheid in het Europees Parlement.
Het is met die formaties dat ze bovendien moest rekening houden bij de verdeling van de portefeuilles tussen de kandidaat-commissarissen. Naast politieke ideologie diende ze een evenwicht te vinden op vlak van gender, geografie en de grootte van de lidstaten.
Met andere woorden, ze kon niet alle zware bevoegdheden toewijzen aan haar eigen politieke familie, de Europese Volkspartij (EVP), of aan kandidaat-commissarissen uit de ‘oude’ lidstaten van West-Europa.
Neofieten
Op 17 september maakte ze de samenstelling van haar nieuwe Europese Commissie wereldkundig. Het resultaat van de moeilijke puzzel is revelerend. Ten eerste valt de keuze van de vicevoorzitters op. Dat zijn allemaal neofieten. Geen enkele van de commissarissen die een tweede termijn ambieert, heeft von der Leyen tot vicevoorzitter gemaakt.
Meer nog, drie uittredende vicevoorzitters moeten genoegen nemen met een ‘gewone’ portefeuille. Dat betekent dat von der Leyen vanuit de hoek van de vicevoorzitters weinig tegenspraak mag verwachten. Ze missen de nodige ervaring binnen de Europese Commissie en zijn allemaal schatplichtig aan von der Leyen.
Von der Leyen hoeft vanuit de hoek van haar vicevoorzitters weinig tegenspraak te verwachten.
Dat staat in schril contrast met haar eerst termijn. Toen was ze zelf nieuw in de job en moest ze relatieve zwaargewichten als de Nederlander Frans Timmermans en de Deense Margerethe Vestager naast zich dulden.
Ten tweede is ze erg creatief geweest in de toekenning van de titels. Wat betekent bijvoorbeeld Skills, People and Preparedness, de portefeuille van de Roemeense Roxana Mînzatu? Buiten de EU-bubbel begrijpt niemand zo’n taakomschrijving. Klassieke verwijzingen naar werkgelegenheid of sociale zaken ontbreken. Nochtans klassiekers bij de Europese commissarissen.
Belangrijke bevoegdheden zijn versnipperd over verschillende commissarissen. Dat zal coördinatie vergen en iemand die de knopen doorhakt. Dat kan alleen de voorzitter natuurlijk.
Ten derde zijn belangrijke bevoegdheden zoals Mededinging en Klimaatbeleid versnipperd over verschillende commissarissen. In de beleidsvoering zal dus veel coördinatie nodig zijn. En iemand die de knopen doorhakt wanneer er conflicten tussen de commissarissen ontstaan. Dat kan alleen de voorzitter doen natuurlijk.
Onbetwistbare leider
Het is niet moeilijk om tussen de regels van de verschillende Mission Letters – de opdrachtbrieven die Ursula von der Leyen aan elk van de commissarissen richt – te lezen dat de voorzitter de onbetwistbare leider is. De collega’s zijn veeleer medewerkers die klaar en duidelijk worden opgedragen wat ze precies moeten doen.
En wat ze vooral niet moeten doen.
De voorzitter publiekelijk tegenspreken bijvoorbeeld. Daar deinsde de Franse commissaris Thierry Breton de afgelopen jaren niet voor terug. Het resultaat is dat von der Leyen zijn vervanging heeft verkregen.
Inhoudelijk vallen twee centrale beleidslijnen op. Enerzijds legt von der Leyen de nadruk op de zogenaamde dual transition uit haar eerste mandaat: Europa klimaatneutraal maken tegen 2050 en volop inzetten op digitalisering. Die ambities blijven onverkort gelden, maar een strenger klimaatbeleid of een Green Deal 2.0 komt er niet.
In de plaats daarvan verschuift de aandacht naar de industrie en is clean het nieuwe mantra. Daarmee vermijdt von der Leyen de politieke geladenheid die over de maatregelen van de Green Deal is ontstaan, zowel ter rechterzijde als in haar eigen politieke familie.
Paraat
Anderzijds wil von der Leyen meer paraatheid (preparedness) voor de grote uitdagingen die de EU kunnen ontwrichten, zoals een nieuwe epidemie, een militair conflict binnen de Unie-grenzen, grootschalige klimaatrampen en massale cyberaanvallen, bijvoorbeeld op de infrastructuur van de gezondheidszorg.
Ondanks verwijzingen naar onder meer de Europese Pijler van Sociale Rechten is het duidelijk dat de nadruk ligt op meer conservatieve thema’s, zoals interne en externe veiligheid en de staat van de Europese industrie. Niet toevallig ligt dat in lijn met de verschuiving naar rechts in het nieuwe Europese Parlement en met de dominantie van de EVP in de regeringen van de lidstaten.
Haar machtsgreep moet Ursula von der Leyen in staat stellen om haar missie met succes te volbrengen. Wellicht kan de EU zo’n sterk leiderschap momenteel goed gebruiken, maar het blijft gezond om kritisch te blijven en zelf voldoende paraatheid aan de dag te leggen, zodat de fundamenten van de Unie – de democratische rechtsstaat en de sociale markteconomie – niet worden ondergraven.