Nu het stof van de verkiezingen is neergedaald, is het tijd om de balans op te maken.
De positie van minister-president blijft weliswaar nog weggelegd voor een mannen. Op lokaal niveau houdt het glazen plafond hardnekkig stand. Voor de laatste verkiezingen waren slechts 38 procent van de gemeenteraadsleden in Vlaanderen vrouw, vandaag zijn dat er 41,7 procent. Brussel deed het in 2018 al beter met 47,3 procent vrouwelijke gemeenteraadsleden.
In 2018 had Vlaanderen 38,4 procent vrouwelijke schepenen, Brussel 41,4 procent. Onder de meer dan 1.750 Vlaamse burgemeesters en schepenen zijn iets meer dan 650 vrouwen, 37,1 procent.
Niet-gezinsvriendelijk
Een burgemeester is nog veeleer wit, mannelijk en boven de 50 jaar oud. In 245 van de 300 Vlaamse gemeenten is de burgemeester een man, dat maakt minder dan een vijfde ‘burgermoeders’. Na de verkiezingen kreeg slechts in een op de vijf Vlaamse gemeenten een vrouw het initiatiefrecht om een meerderheid te vormen. Met 17,4 procent is dat een daling ten opzichte van de 19 procent bij de vorige verkiezingen.
In de dertien Vlaamse centrumsteden draagt zelfs maar één vrouw de sjerp. Dat is Ruth Vandenberghe (Open VLD) in Kortrijk. Zij benadrukte dat het burgemeesterschap een intensieve job is, in een niet-gezinsvriendelijke werkcontext. ‘Deze job duurt 24 uur op 24.’ Vooral in kleine gemeenten is de werkdruk hoger.
Waarom blijft het zo lastig voor vrouwen om de politieke carrièreladder te beklimmen?
Door de afschaffing van de lijststem hadden Vlaamse kiezers meer slagkracht om te bepalen wie er in de gemeenteraad zetelt. Femma en andere vrouwenorganisaties riepen op om bewust te stemmen voor vrouwen die een inclusief beleid uitdragen.
Maar de gehoopte verschuiving bleef uit. Gelukkig zagen we geen significante daling van het aantal vrouwelijke verkozenen, zoals politicologen eerder voorspelden.
Door de afschaffing van de opkomstplicht haakten wel heel wat kiezers af, vooral in kwetsbare posities. Inclusiviteit in uitvoerende politieke mandaten zal meer flankerend beleid vereisen. Dat is essentieel voor een doordachte besluitvorming en een accurate afspiegeling van de samenleving.
Structurele regels
Waarom blijft het zo lastig voor vrouwen om de politieke carrièreladder te beklimmen? En hoe kunnen we beter doen? Behalve de veeleisende werkcontext ervaren vrouwen in de publieke arena te vaak seksisme, haat en intimidatie, zowel online als offline.
Een studie van het Europees Parlement toont aan dat 58 procent van de vrouwelijke parlementsleden te maken krijgt met online bedreigingen. Vrouwen met een migratieachtergrond ondervinden nog extra obstakels. Lokale partijen moeten daarom een veilige omgeving creëren en sterk optreden tegen seksisme. Een goede werk-privébalans, flexibele werktijden, betere kinderopvang en ondersteuning voor ouders in politieke functies zijn onmisbaar.
Bovendien zijn structurele regels noodzakelijk. In het Brusselse Gewest moeten de colleges van burgemeester en schepenen voor minstens een derde uit vrouwen bestaan, en er is een rits-systeem voor kieslijsten. Die een-derde-regel is belangrijk, omdat het de minimumgrens is om te kunnen spreken van een kritische massa die een cultuuromslag in de hand werkt.
Vlaanderen doet het op dat vlak minder goed. De kandidatenlijsten moeten enkel pariteit en afwisseling op de eerste twee plaatsen respecteren. De colleges moeten enkel een evenwichtige verdeling van de geslachten respecteren. Strengere quota zijn aangewezen.
Alleen dan kunnen we spreken van een politiek die ons allemaal vertegenwoordigt en dient. Anders blijft de lokale politiek het laatste mannelijke bastion.