In tegenstelling tot uitgebleven grootschalige hervorming in bijvoorbeeld het onderwijs of de welzijnssector, klinken de hervormingen van de verkiezingen van de lokale en provinciale besturen van de Vlaamse regering-Jambon radicaal. Onder het motto: ‘Ook de politiek moet meegaan met haar tijd.’
Maar hoe vernieuwend zijn deze hervormingen echt, en welke gevolgen mogen we verwachten?
In Engeland daagt nog maar minder dan 40 procent van de kiezers op bij de gemeenteraadsverkiezingen.
Eerst en vooral, de afschaffing van de opkomstplicht. Daar volgen we het voorbeeld van de meeste Europese landen, zoals Nederland dat al in 1970 de stemplicht afschafte. De ervaring leert dat kiezers in het algemeen minder wakker liggen van het lokale niveau. Zo’n tweederangsverkiezingen lokken maar weinig kiezers naar het stemhokje.
In Frankrijk en Nederland dagen nog zo’n 45 à 50 procent van de kiezers op bij hun respectievelijke gemeenteraadsverkiezingen, maar bij onze Engelse buren zakt dat percentage tot onder de 40 procent.
Een lage opkomst dus, die bovendien ongelijk is. Kwetsbaardere en kansarme mensen, of politiek wantrouwige en ongeïnteresseerde burgers blijven vaker thuis. De afschaffing van de opkomstplicht zal inherent een minder goede weerspiegeling opleveren van de lokale bevolking.
Écht populair
Nog een opvallende verandering is dat lijststemmen voortaan niet meer op lijstvolgorde verdeeld worden over kandidaten die onvoldoende stemmen kregen om rechtstreeks verkozen te worden.
Door die herverdeling te schrappen, krijgen kiezers meer invloed en kunnen ze de lijstvolgorde doorbreken. Bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen zullen dus niet alleen degenen verkozen worden die de lokale partijleiding bovenaan de lijst zet, maar wel de echt populaire kandidaten.
Revolutionair naar Belgische normen, zeker. Anderzijds stemmen de meeste kiezers sowieso vooral op kandidaten die bovenaan de lijst staan. Partijen zetten nu eenmaal hun populairste politici graag bovenaan. Deze hervorming maakt het wel moeilijker voor nieuwe kandidaten om door te breken. Zij zullen minder kunnen profiteren van een hoge plaats op de lijst, als de partij hen naar voor wil schuiven.
Dat versterkt de positie van gevestigde lokale politici.
Oude krokodillen
Wederom brengt ons dat dichter bij het Nederlandse kiesstelsel, waar kiezers enkel op individuele kandidaten kunnen stemmen. Daar blijkt de lijsttrekker een stuk belangrijker. Kiezers, die vaak geen idee hebben wie de verschillende kandidaten zijn, stemmen daar in de regel voor de lijsttrekker.
Met andere woorden leidt de beoogde ‘doorbreking van de particratie’ mogelijk tot een versterking van grote leidersfiguren en ‘oude krokodillen’.
Gekeken naar onze buurlanden, zijn de gevolgen van de hervormingen van de lokale verkiezingen best voorspelbaar.
Tot slot gaat de burgemeesterssjerp vanaf oktober automatisch naar de lijsttrekker van de grootste partij in het gemeentelijke college. Hier speelt Vlaanderen leentjebuur bij Wallonië. Al bijna twee decennia geleden implementeerden ze daar die regel.
Onderzoek leert dat het maar weinig invloed had op de coalitievormingen, noch op de finale keuze van burgemeester. De meeste burgemeesters zijn ook nu al lijsttrekker van de grootste partij, en kleinere partijen blijven het moeilijk hebben om een meerderheid te vormen zonder de grootste.
Gaat de lokale politiek dus mee met de tijd? De hervormingen lijken vooral te lenen te Zuiden en te Noorden. Op dat vlak zijn de lokale verkiezingen dus best voorspelbaar. Maar niet per se een verbetering voor de lokale democratie.