Het regeerakkoord van de federale regering-De Croo stelde voorop dat de regering zou nadenken over een toekomstige fiscale hervorming en dat de krijtlijnen daarvan zouden worden uiteengezet. Er zou een voorbereiding op de fiscale hervorming komen. Maar meer ook niet.
Partijen waren duidelijk bang van hun eigen schaduw en kozen dan maar voor de gekende noodoplossing: studies laten maken om het probleem voorlopig te parkeren. Dat is zeer eigenaardig, aangezien de vorige regering al een rapport had besteld bij de Hoge Raad van Financiën (HRF), die ook al had nagedacht over hoe een fiscale hervorming er moest uitzien.
De Hoge Raad had in 2017 de opdracht gekregen van toenmalig minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) om een grote belastinghervorming uit te tekenen. Het is de moeite om even terug te spoelen naar hun rapport. Die opdracht verliep immers niet van een leien dakje. Interne strubbelingen zorgden voor grote vertraging.
Uiteindelijk werd die studie over de hervorming van de personenbelasting midden 2020 voorgesteld, zonder eenduidige conclusie. Dat kwam de geloofwaardigheid niet ten goede.
Werken moet lonen
De Hoge Raad had daarbij gefocust op 1) hoe de personenbelasting hervormd kan worden zodat werken meer loont, met aandacht voor 2) hoe men zoiets moest financieren en 3) hoe men rekening moest houden economische en maatschappelijke trends. Maar ze wilde ook 4) de ongelijkheid tussen de verschillende vormen van samenleven doen verdwijnen, en 5) de fiscaliteit eenvoudiger maken.
Ironisch genoeg was de conclusie dat daarover geen eensgezinde conclusie gevonden kon worden. Het uiteindelijke rapport werd een theoretische uiteenzetting, met twee bijlages die een meerderheids- en minderheidsstrekking bevatten.
De meerderheidsstrekking (7 van de 10 leden) neigde naar een duale inkomensbelasting, waarbij de inkomsten op arbeid progressief belast worden, en vermogensinkomsten aan een vast tarief. Heel wat fiscale koterijen moesten op de schop. De minderheidsstrekking verzette zich daartegen, in hun woorden omdat het meerderheidsvoorstel niet was doorgerekend.
Maar in de feiten werd het voorstel niet doorgerekend omdat sommige experts zich daar al tegen hadden verzet. Daarenboven vreesde de minderheidsstrekking dat ‘de middenklasse’ duizenden euro’s extra belastingen zou moeten betalen zonder gecompenseerd te worden voor de schrapping van sommige belastingaftrekken en belastingverminderingen.
De realiteit was veel genuanceerder, met boven al aandacht voor de problemen van de fiscaliteit voor de lage lonen en, terecht overigens, voor de aanpak van een reeks ondoelmatige steunmaatregelen.
Enter Van Peteghem
Dat de experten na meer dan twee jaar geen duidelijk voorstel wisten voor te stellen, voorspelde weinig goeds voor de slaagkansen van een grondige hervorming in de personenbelasting van de regering-De Croo. Bovendien bevatte het regeerakkoord zoals gezegd redelijk beperkte ambities op vlak van fiscaliteit. Het verwees onder meer nog naar de btw-kloof, een digitaks, een strijd tegen de fiscale fraude.
Toch werd al er snel op twee sporen gewerkt: enerzijds de invoering van een aantal gerichte maatregelen, anderzijds de voorbereiding van een brede fiscale hervorming.
Dat laatste kreeg de meeste publieke aandacht, laat ons daarmee beginnen. Om zijn brede hervorming in de steigers te zetten, gaf minister van Financiën Vincent Van Peteghem (cd&v) in de schaduw van het al bestaande rapport een nieuwe opdracht aan de Hoge Raad om de fiscale hervorming voor te bereiden.
Het was duidelijk dat minister Van Peteghem in zijn blauwdruk al een politiek evenwicht nastreefde.
Maar de minister gaf tegelijkertijd de opdracht aan professor fiscaal recht Mark Delanote van de Universiteit Gent om een plan uit te schrijven over hoe de fiscale hervorming er moest uitzien. Vervolgens zou de minister op basis van de twee rapporten een eigen werkstuk presenteren.
Het rapport-Delanote kwam er inderdaad, maar de Hoge Raad leverde geen nieuw rapport meer af. Opnieuw was de interne verdeeldheid te groot. Delanote en zijn groep experten bereikte echter grosso modo dezelfde conclusie als de Hoge Raad in de vorige regeerperiode, en omdat een budgettaire tabel ontbrak, was het totaal onduidelijk wat de kostprijs inhield van de voorgestelde maatregelen.
Van dat werk maakte minister Van Peteghem een soort samenvatting, een blauwdruk in juli 2022. De liberale partijen onthaalden die zeer koel, bij het ACV was de appreciatie gemengd. De lasten op arbeid zouden dalen, maar de ambitie om opbrengsten te zoeken bij de grootste vermogens was beperkt. Het was duidelijk dat de minister in zijn blauwdruk al een politiek evenwicht nastreefde.
Wat blijft over van de blauwdruk?
Toch bleef hij niet bij de pakken zitten. Minister Van Peteghem pakte iedereen in snelheid door bepaalde maatregelen al volledig wetgevend uit te werken. In februari 2023 kwam hij met een ‘eerste fase’ van een fiscale blauwdruk, die hij nog tijdens de regeerperiode wilde uitvoeren.
De bedoeling van dat wetsontwerp was om de lasten op arbeid te doen dalen. Om daartoe te komen zou de belasting op vermogen stijgen door een aanpassing van de effectentaks, werd de fiscaliteit eenvoudiger, en werd consumptie anders belast. De eerste fase beoogde een lastenverlaging door te voeren van bijna 6 miljard euro, en wel vanaf 1 januari 2024. Die inspanning werd gespreid over een periode van drie jaar.
De eerste fase van de fiscale hervorming beoogde een lastenverlaging door te voeren van bijna 6 miljard euro, en wel vanaf 1 januari 2024.
Later werd die ambitie naar beneden bijgesteld, maar ook daar volgde een njet van de regeringspartners. De lastenverlaging moest komen uit een verhoging van de belastingvrije som, een verbreding van de 45 procent-tariefschijf, en uit een versterking van de werkbonus.
De hoofdbrok van de inkomsten kwam uit een hervorming van de btw. De btw-tarieven van 6 en 12 procent zouden harmoniseren naar een tarief van 9 procent. De tijdelijke regeling afbraak-wederopbouw voor woningen zou permanent worden.
Door de focus te leggen op wie werkte en zo mensen met een vervangingsinkomen in de kou te laten staan, had de linkerzijde terechte kritiek. Een woning renoveren zou bovendien fors duurder worden. De terugverdieneffecten van die eerste fase bleken ook zeer optimistisch ingeschreven in de budgettaire tabel.
Van een fiscale hervorming blijft slechts de blauwdruk overeind. In principe in lijn met wat het regeerakkoord vooropstelde, maar teleurstellend ten opzichte van wat mogelijk was.
Als klap op de vuurpijl had de daling in de inkomstenbelasting een grote budgettaire impact op de gewesten. De compensaties die daarvoor geëist werden, haalde de berekening voor het federaal budget onderuit. Het hele plan werd uiteindelijk afgeblazen. Partijen wierpen allerhande rode vlaggen op, en er ontstond een totaal gebrek aan consensus.
Op het einde van de legislatuur was het heel duidelijk dat de fiscale hervorming er niet meer zou komen, en over de verkiezingen getild zou worden. Van de voorbereiding van de fiscale hervorming, het tweede spoor, blijft dus slechts de blauwdruk overeind. In principe is dat in lijn met wat het regeerakkoord vooropstelde, maar het is teleurstellend ten opzichte van wat mogelijk was.
Effectentaks bewijst nut van vermogensbelasting
Dat brengt ons terug bij het eerste spoor, de fiscale maatregelen die in tussentijd werden genomen, los van de brede fiscale hervorming. Een reeks daarvan had het regeerakkoord al opgesomd. Een deel werd uitgevoerd, een deel sneuvelde, maar er kwamen ook maatregelen die niet waren aangekondigd.
De effectentaks, een belasting op wie voor een groot bedrag aan effecten op een rekening heeft, werd na een eerste vernietiging door het Grondwettelijk Hof hersteld en haalde de beloofde opbrengsten. Een tweede vernietiging volgde niet. Die taks is het bewijs dat een vermogensbelasting kan werken en dat de kapitaalsvlucht relatief is.
De vernieuwde effectentaks is het bewijs dat een vermogensbelasting kan werken en dat de kapitaalsvlucht relatief is.
Minister Van Peteghem slaagde erin om een akkoord te vinden over de vergroening van de bedrijfswagens. Hij zette in op drie pijlers: 1) op termijn moest er enkel volledige fiscale aftrekbaarheid zijn voor elektrische bedrijfswagens, 2) fiscale stimulansen voor de installatie van elektrische laadpalen, en 3) een vereenvoudiging van het mobiliteitsbudget.
Vanaf 2026 zullen nog enkel koolstofemissievrije bedrijfswagens fiscaal aftrekbaar zijn. Om de transitie naar elektrische wagens mogelijk te maken, zullen zowel particulieren als bedrijven beroep kunnen doen op fiscale stimulansen om thuis of op een bedrijventerrein laadpalen te installeren. Maar aan het principe van de bedrijfswagens kon onder deze regering niet worden geraakt.
Misbruik van auteursrechten
Er waren nog enkele verwezenlijkingen. Een mini taks-shift bevatte een beperkte daling van de bijzondere bijdrage sociale zekerheid (BBSZ). De bedoeling was om de BBSZ in een latere fase volledig af te schaffen, maar zover kwam het niet.
Van de ingevoerde wereldwijde minimale winstbelasting van 15 procent voor elk bedrijf met minstens 750 miljoen euro winst per jaar, was België een voortrekker en eind 2023 voerde het als een van de eerste landen die minimumbelasting in. De opbrengsten gingen echter naar het stutten van de begroting en niet naar een fiscale hervorming.
Tijdens deze legislatuur heeft minister Van Peteghem sterk ingezet op een vermindering van de zogenaamde VAT gap, het verschil tussen de verschuldigde btw en wat effectief wordt betaald. Op die manier worden meer inkomsten gegenereerd, zonder dat de belastingen moeten stijgen. Om de kloof te verkleinen, werd onder andere de btw-ketting vernieuwd en zal vanaf 2026 e-invoicing verplicht worden bij handelingen tussen btw-belastingplichtigen.
Tenslotte werd het stelsel van de fiscale behandeling van de auteursrechten hervormd. Tot voor kort was dit een middel om hoge progressieve lasten op arbeid te ontwijken voor iedereen die ook maar een klein beetje creatief bezig was. Zelfs architecten, softwareontwikkelaars en advocaten lieten zich via auteursrechten uitbetalen. Dat was nooit de bedoeling geweest van de regeling.
De wetswijziging filterde de misbruiken grotendeels uit het systeem, maar kritische stemmen klaagden over de rechtsonzekerheid van deze nieuwe regeling. Daar is nu duidelijkheid over. Het Grondwettelijk Hof zegt dat informaticadiensten uitgesloten zijn van de regeling en dat de wetgeving juridisch correct in elkaar zit. Het besloot niet tot vernietiging.
Waar de digitaks heenging
Tegelijk haalde een reeks aangekondigde maatregelen de meet niet. Sommigen zijn in stilte afgevoerd, andere met veel rumoer. Zo was het de bedoeling dat het systeem van niet-doorstorting van de bedrijfsvoorheffing door sportclubs, goed voor 111 miljoen euro per jaar, zou aangepakt worden.
Daar kwam niets van onder druk van de MR, bij monde van de ‘geheel onpartijdige’ partijvoorzitter Georges-Louis Bouchez, tevens voorzitter van amauteurvoetbalclub Francs Borains. Het was al duidelijk dat onze fiscaliteit er een van lobbyen is, en als bepaalde stakeholders al hun macht aanwerven om hervormingen tegen te houden, is soms nog weinig mogelijk.
Als bepaalde lobbyisten al hun macht aanwerven om hervormingen tegen te houden, is nog weinig mogelijk.
Minder columns wijdde de pers aan de digitaks voor grote techbedrijven, zoals Google, Facebook, of Amazon. Vanaf 2023, zo was aangekondigd, mochten zij een taks verwachten op de forse winsten die ze in ons land maken, maar waarop ze amper of geen belastingen betalen. We moeten vaststellen dat de digitaks er niet kwam.
De regering wou wachten op een internationaal akkoord, hoewel het regeerakkoord helemaal anders klonk. Dat stelde dat bij gebrek aan internationaal akkoord België zelf een digitaks ging invoeren in 2023. De opbrengst werd geschat op zo’n 100 miljoen euro per jaar vanaf 2023. Maar een internationaal akkoord bleef uit, en de taks evenzeer. Gelet op onze budgettaire context is het schuldig verzuim dat de digitaks niet werd ingevoerd, zeker gezien de basis was gelegd.
Gelet op onze budgettaire context is het schuldig verzuim dat de regering geen digitaks invoerde, zeker gezien de basis was gelegd.
Tot zover de wel en niet behaalde realisaties. De vraag is hoe we dat bilan in totaal kunnen afwegen. Zonder twijfel is het gebrek aan consensus over de fiscale hervorming een groot pijnpunt dat we deze regering kunnen aanwrijven. Alle elementen liggen op tafel en zijn bestudeerd, het komt erop aan te beslissen. Voor het ACV zijn een verlaging van de lasten op arbeid door een verschuiving van de lasten naar vermogen essentieel.
Aan de volgende regering
Tegelijk is er wel een reeks kleine positieve hervormingen al doorgevoerd. Al is dat te beperkt in het licht van de koerswijziging die nodig is. De aangescherpte effectentaks, de lagere BBSZ en de aanpak van fiscale sluiproutes zoals de auteursrechten zijn goede stappen, maar kunnen pas volledig tot hun recht komen in een ruimer kader. Het grote probleem is het gebrek aan samenhang tussen de verschillende maatregelen.
Met het oog op de budgettaire situatie is het essentieel dat de federale regering erin slaagt om een belastinghervorming door te voeren die de lasten correct verdeeld, ook naar vermogen en vermogensinkomsten. Zo kunnen we eindelijk het probleem van de belastingdruk en de promotieval, vooral voor de lage inkomens, verhelpen.
Daartoe moeten we snoeien in het bos van uitzonderingsregimes en koterijen. Het doel moet zijn dat de lasten op arbeid dalen en dat de laagste lonen gevrijwaard blijven van inkomensvallen.
Aan het principe van de bedrijfswagens kon onder deze regering niet worden geraakt.
Nieuwe inkomsten aanboren is daarvoor cruciaal, en niet de put verdiepen zoals de eerdere taks-shift van de Zweedse regering-Michel deed. Het ACV streeft naar de introductie van een echte vermogensbelasting én naar gelijke belasting op alle inkomens, of ze nu uit arbeid of uit kapitaal komen (meerwaarden, dividenden, huurinkomsten, enzovoort). De invoering van een vermogenskadaster is daartoe onontbeerlijk.
Daarnaast moeten we de verdere vervennootschappelijking tegengaan. De oprichting van managementvennootschappen om inkomens aan de personenbelasting te onttrekken, moet aan strengere regels onderworpen worden. Recente cijfers tonen aan dat het aantal managementvennootschappen piekt. Een digitaks moet de vennootschapsbelasting bovendien sluitend maken.
De Belgische bevolking heeft recht op een minimale bijdrage uit alle economische activiteiten die in België veel omzet maken, ook zuiver digitale activiteiten. Tenslotte is fraudebestrijding voor ons prioritair. Alleen al de misgelopen inkomsten op vlak van btw, sociale bijdragen en belastingen recupereren, zou ons begrotingstekort drastisch verlagen.
Het is nu aan een volgende regering én het volgende parlement om hier eindelijk stappen in te ondernemen. Meer dan ooit zal ACV het vuur blijven oppoken om dat te verwezenlijken. Desnoods via het nieuwe parlement als er geen regering die tegen 20 september de sociale zekerheid zal beschermen tegen de budgettaire verplichtingen die de Europese Commissie voor België in juni kenbaar zal maken.