De Visie-documentaire 'Ik hoop spoedig van u te horen' volgde een jaar lang vijf langdurig werkzoekenden. © Visie/ Lies Van der Auwera, Djorven Ariën

De supernota mag dan wel van tafel geveegd zijn, het lijkt een kwestie van tijd voor de federale regering de werkloosheidsuitkeringen zal beperken in de tijd. Ondanks de schijnbare consensus kan niemand hardmaken dat onze arbeidsmarkt er beter van wordt.

Maarten Gerard, Hoofd studiedienst ACV
 12 september 2024

Over wie hebben we het, als we het hebben over langdurig werk­zoekenden? Beleidsvoorstellen focussen soms op een, twee of drie jaar werkloosheid, maar beleidsmatig wordt de lijn meestal op twee jaar gelegd, in functie van de werkloosheidsuitkering. De definitie van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) van één jaar is voor ons dus niet van toepassing.

Wie bevindt zich dan in de groep van langdurig werkzoekenden? België telde er in april 2024 iets meer dan 133.000, waarvan net geen 40.000 in Vlaanderen, zo’n 58.000 in Wallonië en 36.000 in Brussel.

Een derde van de langdurig werkzoekenden krijgt niet eens een werkloosheidsuitkering, en dat aandeel neemt steeds toe.

Wie er de cijfers van de VDAB bijneemt zou denken dat er zo’n 62.000 langdurig werkzoekenden zijn, maar niet iedereen daarvan ontvangt een werkloosheidsuitkering, en dat is natuurlijk waar dit debat om gaat. Dat is meteen een interessante vaststelling: een derde van de langdurig werkzoekenden krijgt niet eens een werkloosheidsuitkering, en dat aandeel neemt steeds toe.

De groep uitkeringsgerechtigde langdurige werkzoekenden daalt al jaren in alle gewesten. Die daling werd ingezet in de jaren 2000, en zet zich sindsdien sterker door. We zitten met het laagste aantal langdurig werkzoekenden in twintig jaar. Welk probleem moet hier dan bijkomend moet worden bestreden?

Het loont de moeite om dieper in te gaan op de kenmerken van de groep van langdurig werkzoekenden. Ze zijn bovengemiddeld ouder dan andere werkzoekenden, zijn vaker kortgeschoold en kampen vaker met een arbeidsbeperking. De documentaire van nieuwsmedium Visie Ik hoop spoedig van u te horen volgt vijf langdurig werkzoekenden een jaar lang in hun zoektocht naar werk, en is sprekend.

Misschien kampen langdurig werkzoekenden vaker met bepaalde drempels – zoals hun leeftijd, autisme, of zware migraineaanvallen in de documentaire – maar tegelijk zijn ze gemotiveerde en getalenteerde werkzoekenden. Het zijn net mensen, lijkt men weleens te vergeten.

Het is een groep die steeds aan hun verplichtingen als werkzoekenden hebben voldaan. Vaak hebben ze er een resem opeenvolgende ritjes op de activeringscarrousel opzitten, van het ene oplei-dingstraject naar de andere werkervaringsstage. Wie niet ingaat op een passend opleidings- of werkaanbod riskeert nu al sancties, of permanente uitsluiting.

Uniek in de wereld?

Dus blijft het vreemd dat de voorstanders van een inperking van de werkloosheid refereren naar een hangmat-systeem. Dat is de werkloosheid allerminst. Niet alleen moeten ze heel wat verplichtingen ondergaan, onderzoek wijst telkens weer uit dat langdurig werk-zoekenden discriminatie en afwijzing ervaren op de arbeidsmarkt omwille van hun werkloosheidsduur, maar ook omwille van hun leeftijd.

Waarop zou iemand na twee jaar dan toch de werkloosheidsuitkering moeten verliezen? Grosso modo komen telkens drie argumenten terug. Een beperking in de tijd is noodzakelijk omdat het een systeem is dat nergens anders bestaat. Een beperking in de tijd zou geld besparen. En een beperking zal helpen om meer mensen te activeren.

Dat het systeem uniek is in de wereld, en dus niet kan deugen, is weinig overtuigend. Volgens die logica kunnen we zowat alle verworvenheden van onze sociale zekerheid opdoeken. Bovendien is het systeem dan wel uniek op vlak van werkloosheid, maar niet uitzonderlijk. Zo loopt de werkloosheidsuitkering van veel werknemers in Nederland langer door via aparte bedragen, vastgelegd bij cao.

De meeste landen schuiven langdurig werkzoekenden door naar verschillende systemen van sociale bijstand. Dat zijn ook gewoon uitkeringsstelsels. Tel je in België de werkloosheid en de bijstand samen, en maak je dan de vergelijking met andere landen, dan blijken er in ons land niet buitenmatig meer uitkeringsgerechtigden dan elders.

Het bespaart niets

Over naar het besparingsargument. Als we het Federaal Planbureau mogen geloven, zou een inperking vanaf 1 jaar zo’n 2,5 miljard besparen, en vanaf 2 jaar zo’n 1,5 miljard. Alleen is dat geen besparing, maar een ‘budgettaire impuls’. Met andere woorden, de kosten van de werkloosheidsuitkeringen dalen dan wel, de kosten voor de samenleving niet. Want het valt te verwachten dat de groep uitgesloten werkzoekenden terugkeert in de sociale bijstand en de ziekteuitkeringen.

Dat heen-en-weereffect zit in het model van het Planbureau verborgen in een resem parameters, samen met alle andere zinnige en onzinnige voorstellen die partijen lieten berekenen. Uit die cijfers kunnen we dus niet veel concluderen.

Het minimumbedrag van de werkloosheidsuitkering voor een persoon met gezinslast na twee jaar werkloosheid bedraagt 1.739,14 euro, terwijl het leefloon 1.741,29 EUR bedraagt.

Wel loont het de moeite om te kijken naar wat er aan de hand is met de zogenaamd royale werkloosheidsuitkeringen. Het minimumbedrag van de werkloosheidsuitkering voor een persoon met gezinslast na twee jaar werkloosheid bedraagt 1.739,14 euro, terwijl het leefloon 1.741,29 EUR bedraagt. Voor een werkloze samenwonende gaat het om 976,56 euro, tegenover een leefloon van 858,97 euro.

Bedragen die de armoedegrens voor alle duidelijkheid niet overstijgen, zowel de werkloosheid, als het leefloon. Maar als alle langdurig werkzoekenden overstappen naar de bijstand betekent dat een stijging van de totale kost aan uitkeringen met 100 miljoen euro, op basis van een snelle berekening met de cijfers van 2023.

Kortom, onze werkloosheidsuitkeringen werden de voorbije jaren al zo sterk ingekort dat een overstap naar de bijstand geen besparing inhoudt.

Passend werkaanbod

Maar, luidt het tegenargument, niet iedereen zal in de bijstand belanden. Analyses over het traject van geschorste werkzoekenden toont dat 20 procent weer aan het werk gaat, 30 procent gaat naar de bijstand en ongeveer de helft verdwijnt van de radar.

Het is de vraag of we die cijfers over werkzoekenden die een schorsing opgelegd krijgen, kunnen extrapoleren naar de hele groep langdurig werkzoekenden. Te verwachten valt dat de instroom naar de sociale bijstand hoger zal zijn, op basis van het profiel van langdurig werkzoekenden, en dat de druk op de OCMW’s toeneemt, wellicht net in die gemeenten waar er al een zware belasting is.

Analyses over het traject van geschorste werkzoekenden toont dat 20 procent weer aan het werk gaat, 30 procent gaat naar de bijstand en ongeveer de helft verdwijnt van de radar.

Bijkomend aandachtspunt is dat sociale bijstand een middelentoets inhoudt. Langdurig werkzoekenden zullen, grof gesteld, eerst hun spaarpot en hun huis, als ze dat hebben, moeten opsouperen, en kunnen pas geheel verarmd bij het OCMW aankloppen. As opstap naar duurzame integratie op de arbeidsmarkt kan dat tellen.

Of niet? De overtuiging dat de werkloosheid inperken, mensen sneller aan het werk brengt als ultieme financiële prikkel, is hardnekkig, maar druist in tegen al het onderzoek dat aangeeft dat uitkeringssancties hun doel volledig voorbijschieten.

Stel dat we uitgaan van de, hoogst twijfelachtige, 20 procent van geschorste werkzoekenden die daarna aan het werk gaat, ondanks leeftijdsdiscriminatie of afwijzing bij gezondheidsproblemen. Dan rekenen we op jobs die de arbeidsbemiddeling eerder niet als passend beoordeelde. We gaan dan uit van louter financiële druk om langdurig werkzoekenden eender welke job te doen aanvaarden, aan voorwaarden die eigenlijk niet-passend zijn.

Zo verliezen we twee keer. Individueel riskeren we gevallen van werkende armen, of vervroegde uitval. Maatschappelijk zetten we druk op de voorwaarden aan de onderkant van de arbeidsmarkt. In zoverre dat de aantrekkingskracht van die banen verlaagt voor alle werkzoekenden, zorgt dat voor een negatieve spiraal.

De cijfers tonen hoe dan ook dat zeker 80 procent van de uitgesloten werkzoekenden niet op korte termijn aan het werk kan. Logisch, want als er voor hen een passend arbeidsmarktaanbod was, zouden ze al aan het werk zijn. Hun nood aan begeleiding naar werk valt niet weg. Maar de opvolging wordt wel complexer, en dat komt opnieuw met een verhoogde kost.

Experiment België

Noch het unieke karakter, noch de besparingslogica, noch het activeringsargument over-tuigen om de werkloosheidsuitkeringen in de tijd te beperken. Vergelijkingen met het buitenland vergeten weleens dat we ook in het binnenland kunnen vergelijken. Het experiment België telt drie regio’s die dezelfde wettelijk regels moeten opvolgen op vlak van uitkeringen en normatief kader.

Als het huidige systeem zonder beperking in de duur slechte arbeidsmarktuitkomsten zou veroorzaken, zou dat voor het hele land moeten zijn. Maar verrassend genoeg zien we zeer verschillende werkloosheidssituaties per regio. In Vlaanderen zitten we niet ver van een volledige tewerkstelling, met een werkloosheidsgraad van 3,7 procent.

In Wallonië en Brussel gaat het om respectievelijk 7,7 en 11,9 procent, aldus cijfers van Stabel voor het eerste kwartaal van 2024. De regio’s delen wel een gestage daling van de werkloosheid, inclusief het aantal langdurig werkzoekenden. Dat biedt weinig voeding aan de idee dat ons systeem zonder meer problematisch zou zijn.

De sleutel tot werk voor de groep langdurig werkzoekenden ligt bij de mogelijkheid tot aangepast werk en het wegwerken van discriminatie.

Wie denkt dat strengere sancties de oplossing zijn, heeft de cijfers van uitsluitingen bij jongeren in Wallonië nog niet goed bekeken. De meest logische stimulans voor de werkzaamheidsgraad is de arbeidsmarktsituatie zelf, het jobaanbod. Hoe meer kansen en competitie voor werknemers, hoe lager de werkloosheid.

Net dat jobaanbod ligt in Vlaanderen uitzonderlijk hoog. Dat zet werkgevers onder druk om minder te discrimineren bij aanwervingen, net zoals een groter aanbod in de sociale economie meer opportuniteiten geeft aan werknemers met beperkingen. Behalve belangrijke verschillen in profielkenmerken van werkzoekenden tussen de regio’s kan dat mee het lagere aandeel langdurig werkzoekenden verklaren.

De sleutel tot werk voor de groep langdurig werkzoekenden ligt bij de mogelijkheid tot aangepast werk en het wegwerken van discriminatie.

Leer van het onderzoek

De werkloosheidsuitkeringen beperken in de tijd zal geen passende jobs tevoorschijn toveren, of discriminatie doen verdwijnen. Daar is beleid voor nodig. Laat dat de uitdaging zijn die onze nieuwe regeringen, regionaal en federaal, moeten opnemen.

Nu de ultieme doelstelling van volledige tewerkstelling eindelijk in zicht is, verdwijnt ze beleidsmatig volledig uit beeld.

We moeten een systeem opbouwen waarin iedereen als volwaardige werknemer kan deelnemen aan de arbeidsmarkt. Of dat nu een basisbaan is, een aanbod in sociale economie, of een zone zonder langdurige werkloosheid. Dat is semantiek. Er is inmiddels een heleboel onderzoekswerk dat aangeeft dat een actief tewerkstellingsbeleid niet alleen goedkoper is, maar ook de waardigheid en het inkomen van mensen stimuleert.

Het is bijzonder vreemd dat nu de ultieme doelstelling van volledige tewerkstelling eindelijk in zicht is, ze beleidsmatig volledig uit beeld is verdwenen. In 2024 vieren we de 80ste verjaardag van de Verklaring van Philadelphia, die de doelen van de IAO voor werk en menselijke waardigheid bestendigde. Een uitstekende opportuniteit om die doelstelling te halen.

Als we daarin slagen, is de discussie van de werkloosheidsduur meteen zonder voorwerp, en kunnen we de symboolstrijd op de kap van werkzoekenden staken.

Abonnement De Gids

Neem een abonnement op De Gids!

Aanbevolen

‘Sjoemelsoftware installeren was belangrijker dan innoveren’

Vorsprung durch Technik. De slogan van de Duitse autofabrikant Audi klinkt dezer dagen bijzonder wrang. Waar Duitsland decennialang symbool stond...
   02 oktober 2024

Beperking werkloosheid bedreigt hardwerkende Vlaming

Wie na twee jaar geen baan vindt, wordt doorgeschoven naar het leefloon, wil de 'supernota' van formateur Bart De Wever (N-VA). Maar wat wordt...
   30 september 2024

ACV West-Vlaanderen begeleidt werkzoekenden op jobbeurzen

Op 12 september was ACV West-Vlaanderen aanwezig op de jobbeurs in Kuurne. De vakbond is ook standhouder op de beurzen in Tielt, Waregem, Roeselare...
 West-Vlaanderen  25 september 2024

Ver van het padje

De uitgelekte plannen uit de formateursnota van Bart De Wever (N-VA) blijven de gemoederen beroeren. ACV-voorzitter Ann Vermorgen vreest voor wat er...
   23 september 2024