De Vlaamse meerderheid van N-VA, Open Vld en CD&V onder Jan Jambon heeft geen meerderheid meer en verliest 12 zetels. De media heeft dit blijkbaar niet opgepikt, maar dit regeerakkoord is aan stevige heronderhandeling toe. Elkaar bekampen binnen in een regering is blijkbaar de beste remedie om de kiezer kwijt te spelen.
De federale Vivaldi-meerderheid van liberalen, socialisten, groenen en CD&V bestaat nog, al is het nipt. De Vlaamse partijen in die meerderheid verliezen samen slechts 5 zetels. De volgende federale regering zal wellicht uit ten minste vijf partijen bestaan. Een regeerakkoord dat de eenheid van de regering garandeert, de voorzitters van de partijen in zich opneemt en ervoor zorgt dat de afspraken duidelijker zijn, maakt kans op steun van de bevolking.
In Vlaanderen zijn drie partijen nu tot elkaar veroordeeld: N-VA, Vooruit en CD&V moeten tot een overeenkomst komen. Ik wens ze beginselvastheid en een positief project, waar alle inwoners van Vlaanderen zich welkom in voelen. Met onder meer een collectieve aanpak rond woonrenovaties. Met een toekomstplan voor het onderwijs. En een hand die uitreikt naar alle mensen, ook de kwetsbaarste.
Federaal zijn heel veel constructies theoretisch mogelijk. Vivaldi, Vivaldi samen met Les Engagés, Arizona (N-VA, Vooruit, CD&V, MR en Les Engagés), een klassieke tripartite … En zijn er daarenboven veel harde lijnen die lijnrecht tegenover andere harde lijnen getrokken zijn. Ik wens alle partijen een goed kompas. Iedereen wil die begroting op orde, maar wel op een rechtvaardige manier. Daarbij komen alle inkomsten in beeld, maar wordt ook onze beroemde sociale bescherming zelf eindelijk beschermd. Als middenveld willen we deel zijn van de oplossingen.
Steeds meer van onze buren, collega’s, vrienden of familie… gaan blijkbaar niet stemmen. Dat is bijzonder en we mogen ons daar niet bij neerleggen. Een opkomstplicht verdient een rechterlijke macht die goed nadenkt hoe ze de plicht kan laten naleven. Na de afschaffing van de opkomstplicht voor lokale verkiezingen zagen we een golf van verontwaardiging en dus is het niet verdedigbaar dat deze trend aan kracht kan winnen. Als we de democratie belangrijk vinden moeten we niet aarzelen hier in te grijpen.
De peilingen van de resultaten die we de afgelopen tijd zagen passeren waren een foute voorspeller. Ze ondergraven de dynamiek van een normale democratie waarbij we beter praten over inhoud dan over winnaars en verliezers, en samen met sociale media leiden ze wellicht tot onnodige polarisering: wij versus zij. Waarom stellen we ons daaraan bloot – dan nog tot vlak voor de verkiezingsdag? Een eerste stap zal al zijn om de laatste zes weken voor de verkiezingsdag geen peilingen meer toe te laten. Maar ik kijk uit naar de academici zelf en hun zelfevaluatie van deze overload aan peilingen, nu al vijf jaar op rij.
MR, N-VA en Vlaams Belang spraken in de meest veroordelende, verscheurende taal over mensen en groepen die zich sociaal en economisch in kwetsbare posities bevinden. Dat zet burgers tegen elkaar op. En die partijen smeten pakken geld naar reclame op sociale media en hebben zo gescoord. Het is hoog tijd ons af te vragen of we dit wel wensen. We hebben reclame in onze brievenbus kunnen regelen, we hebben limieten gesteld op verkiezingsuitgaven … Zullen we morgen eindelijk de informatie op onze online kanalen echt kunnen reguleren?’
Dat klimaat weinig aan bod kwam in het debat, is misschien omdat Europa al een stevige stap heeft gezet en dit beleid al in uitvoering is. Er blijft echter nood aan inzichten en een discours dat een draagvlak bouwt voor investeringen, aanpassingen en nieuwe regels zodat die rechtvaardige duurzaamheid echt de wind in de zeilen krijgt.
Maar met dit alles: hoop is niet voldoende. Ik las in de aanloop heel wat plannen van partijen en organisaties. De proof of the pudding is in the eating.