Opinies, onderzoeken, brieven, analyses en grafieken: ze zijn mijn ontbijt, middagmaal en avondeten. Politicologen, rare jongens, die Romeinen.
Te midden van de dalende opkomstplicht, een wenende Bart Tommelein, of Zuhal Demir die liever de Genkse burgemeestersjerp draagt dan ons onderwijs te bestieren, kijk ik verbijsterd naar de politieke actualiteit.
Het Vlaams regeerakkoord leek wel een groepswerk van studenten, waar de opdracht om één tekst te schrijven volledig verloren was gegaan.
Onlangs probeerde ik het onderwijshoofdstuk in het nieuwe Vlaamse regeerakkoord te doorploegen. Paragraaf 1: N-VA. Paragraaf 2: Vooruit. Paragraaf 3: cd&v. Zo tekende ik op in mijn aantekeningen. Eerlijk? Het leek wel een groepswerk van studenten, waar de opdracht om één tekst te schrijven volledig verloren was gegaan. Uiteindelijk besloten ze om toch maar in te dienen, ook al schreven ze allemaal iets anders.
Buiten de lijntjes
Neem nu het volgende voorbeeld. Raad maar: is het N-VA, Vooruit of cd&v? Als u het antwoord weet, mag u luid mee roepen. ‘We gaan voor een welvarend Vlaanderen. We zijn nu al een van de welvarendste regio’s ter wereld, maar we moeten de ambitie hebben om te excelleren op alle vlakken. Of het nu gaat om ons onderwijs, ons welzijn of onze economie.’
Klinkt liberaal? Excellentie, hoge latten, kenniseconomie: dit is N-VA.
‘We gaan voor een warm Vlaanderen’, gaat het voort, ‘met gelijke kansen voor iedereen die bijdraagt aan onze gezamenlijke toekomst, ongeacht kleur, afkomst, gender, geloof of seksuele voorkeur.’ Dat klinkt als een socialistisch recept. Klopt, dit is Vooruit.
Cd&v heeft het daarna nog over vertrouwen en mag blij zijn met ‘superminister’ Crevits. In het regeerakkoord staat dat vertrouwen echter wat onderaan de pikorde, voor wie iets van kippen kent.
Ik mis in de politiek het vermogen om voorbij de verschillen te kijken en elkaar écht te zien, als medemensen, niet enkel als ideologische tegenpolen.
Ik groeide op met het idee dat er ooit zuilen waren. Kajotters, ACV’ers en CM’s versus communisten of liberalen. Zelfs toen ik zes jaar geleden gemeenteraadslid was voor cd&v in Sint-Niklaas, kreeg ik het ereteken van beweging.net’er. Lastig aan mij is dat ik nogal out-of-the-box ben. ‘Lore is creatief, maar kan niet tussen de lijntjes kleuren’, stond er al op mijn kleuterrapport.
Wat kan ons nog kan verbinden in tijden van particratie en polarisatie, vraag ik me nu af. Vandaag moeten we buiten de politieke lijntjes kleuren en zoeken naar verbinding.
Compassie
De filosoof Emmanuel Levinas zei ooit dat het gelaat van de ander ons oproept tot verantwoordelijkheid en verbinding. In plaats van de ander als tegenstander te zien, worden we uitgedaagd om te luisteren, om empathie te tonen en te zoeken naar wat ons verbindt.
Dat is wat ik vandaag mis in het politieke debat: het vermogen om voorbij de verschillen te kijken en elkaar écht te zien, als medemensen, niet enkel als ideologische tegenpolen.
Ik mis empathie. Ik mis kwetsbaarheid in de mooiste zin van het woord. Ik mis mildheid. Compassie. Echte consensus.
Misschien had mijn kleuterleerkracht al gezien wat ik nu, jaren later, pas begin te begrijpen: dat zoeken naar nuance me meer ligt dan vaste kaders. Groepswerken zijn nu eenmaal beter als studenten de tijd nemen om naar elkaar te luisteren, hun ego aan de kant schuiven, hun grote principes en zelfs het vele en harde werk even kunnen vergeten.
Elkaars sterktes en zwaktes erkennen. Verschillen benoemen, en weten dat je elkaar in de verscheidenheid van talenten, inzet en capaciteiten wel degelijk kunt vinden.