Bij de vorige sociale verkiezingen behaalde het ACV in ons land in totaal ruim 51 procent van de stemmen voor de Comités voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW).
Voor de Ondernemingsraden (OR) behaalde het ACV 50,36 procent van de stemmen. De socialistische vakbond ABVV is de tweede vakbond van het land, met 34,77 procent van de stemmen. Op een respectabele afstand volgt de liberale vakbond ACLVB met 13,3 procent van de stemmen. Op de provincie Henegouwen na is het ACV overal de grootste. In alle Vlaamse provincies is het ACV afgetekend de grootste vakbond, met overal minstens 15 procentpunten voorsprong op het ABVV.
Het loont om de grootste vakbond te zijn. Het kiesstelsel beloont de grootste vakbond met een zetelvoordeel, waardoor het ACV in de overlegorganen in de ondernemingen meer invloed kan uitoefenen. De uitslag van de verkiezingen bepaalt bovendien de sterkte van het ACV in nationale overlegorganen, zoals de Nationale Arbeidsraad en het Vlaams sociaaleconomisch overleg SERV.