Volgens het rapport van de WHO en het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) werd in 2020 zo’n 5,2 procent van alle Belgische gezinnen – ongeveer 260 000 gezinnen – geconfronteerd met kosten die in vergelijking met hun inkomen zo hoog opliepen dat ze in financiële moeilijkheden kwamen. Volgens het KCE zijn het bovendien zelfs gezinnen met een hoger inkomen die bij een onverwachte medische kost in de problemen kunnen komen.
Bij CM gezondheidsfonds kijken ze niet verbaasd op van dat rapport, aldus onderzoekster Clara Noirhomme uit. ‘Het is belangrijk om onze resultaten met andere landen te vergelijken. In Frankrijk is het bijvoorbeeld slechts één procent van de gezinnen die in een lastig parket kan komen door gezondheidsuitgaven. Maar je moet verder kijken dan alleen de armsten. Ook wie wat meer verdient kan niet altijd zomaar onverwachte gezondheidskosten betalen.’
Dat blijkt ook uit een recente studie die CM uitvoerde. Daaruit bleek dat er een groot verband bestaat tussen het mediaaninkomen van een woonwijk en het gebruik van gezondheidszorg. Noirhomme: ‘Als we bijvoorbeeld de resultaten voor tandzorg bekijken dan zie je dat zelfs de middenklasse preventieve onderzoeken en behandelingen regelmatig uitstellen. Mensen met een laag inkomen lopen zo ook 70 procent meer kans om drie jaar geen enkel bezoek aan de tandarts te brengen.’
Maximumfactuur en derdebetalersregeling
Om de hoge gezondheidskosten tegen te gaan werd vorig jaar nog de maximumfactuur voor de armste gezinnen verlaagd tot 250 euro. Daarbij wordt dus het volledige bedrag terugbetaald wanneer het gezin in dat kalenderjaar meer dan 250 euro aan remgelden betaald heeft. ‘Die verlaging is zeker een goede zaak. Maar in de praktijk gebeurt de terugbetaling altijd pas vanaf augustus. Je moet dus nog steeds heel wat geld kunnen voorschieten. Daar knelt het schoentje, want wie het niet breed heeft kan meestal bijvoorbeeld niet zomaar een tandartsbezoek voorschieten. Je weet ook zelden op voorhand hoeveel het bezoek exact zal kosten, dus ook dat is een factor die mensen ervan weerhoudt om op routineonderzoek te gaan.’
‘Er zijn intussen heel wat artsen die gebruikmaken van de derdebetalersregeling (waarbij je als patiënt enkel het remgeld moet betalen, red.). Dat verlaagt de drempel al voor een groot stuk. Een verdere uitbreiding daarvan zou dan ook aangewezen zijn. Want nu zien dat mensen die niet regelmatig op doktersbezoek kunnen gaan, vaker gehospitaliseerd moeten worden en vaker zwaardere behandelingen moeten ondergaan omdat de aandoeningen zich vaker in een verder gevorderd stadium bevinden.’