Geen gas of stookolie meer in de indexkorf. Dat was in de aanloop naar de federale verkiezingen een oproep van ondernemersvereniging UNIZO. Naar de vraag om lonen dus niet langer te laten afhangen van de verwarmingskosten van gezinnen had Bart De Wever (N-VA) tijdens zijn formateurschap wel oren. In een vroege versie van de ‘supernota’ dook immers een passage op die voorstelde om ‘het gewicht van de prijs van fossiele brandstoffen zoals gas te verminderen in de indexkorf’.
Dat terwijl de energiecrisis ons midscheeps trof tussen 2021 en 2023. Heel wat Belgen verslikten zich in hun plots buitensporig hoge voorschotfacturen. De overheid haalde enkele crisismaatregelen uit de kast, zoals energiepremies. Werkenden konden daarnaast terugvallen op hun automatische loonindexeringen. Want dankzij de index vertaalden de hogere energieprijzen zich na enige tijd ook in hogere lonen om zo de energiefactuur gedeeltelijk het hoofd te bieden.
Netto 65 euro minder per maand
Al staat ons loon binnenkort misschien helemaal los van die energieprijzen, als het van De Wever en UNIZO afhangt. Maar het wippen van gas en elektriciteit uit de indexkorf komt wel met een enorme prijs voor wie werkt. Want wie bij de start van de energiecrisis een brutoloon van 2.000 euro verdiende, liep zonder gas en elektriciteit in de index sinds 2021 in totaal al ruim 3.800 euro bruto mis.
Netto betekent dat voor een alleenstaande zonder kinderen maandelijks 65 euro minder. Voor wie meer verdient of vaker dan een keer per jaar zijn of haar loon geïndexeerd ziet, loopt het misgelopen bedrag verder op.
Binnenkort werkelijkheid?
De historische recordprijzen voor gas liggen ondertussen wel weer achter de rug, toch verwachten energie-experts dat een terugkeer naar de gasprijs van voor de energiecrisis zo goed als uitgesloten is. De vraag is of we toekomstige prijspieken nog zelf de baas gaan kunnen met ons loon, mochten regeringsonderhandelaars beslissen gas- en elektriciteitsprijzen niet langer te laten meetellen voor loonindexeringen.
Het is maar een van de verschillende manieren waarop De Wever de index in de diverse versies van zijn ‘supernota’ in het vizier neemt. Zo geeft de laatste versie sociale partners twee jaar de tijd om met een hervorming van de indexering en de loonnormwet te komen. Daarvoor wordt dus ook naar vakbonden gekeken. ‘De index moet de gestegen levensduurte correct meten. Het is niet door te prutsen met de streepjes op de thermometer dat de temperatuur plots is veranderd’, laat ACV-voorzitter Ann Vermorgen optekenen.