Het voorstel zong al langer rond. Voormalig minister van Welzijn Hilde Crevits (cd&v) zag er een laatste wapenfeit in. Maar het mocht niet zijn. In de laatste plenaire sessie van het Vlaams Parlement voor de verkiezingen stak de oppositie er een stokje voor. Op initiatief van Vooruit-parlementslid Hannes Anaf stuurde ze het decreet op 8 mei 2024 terug naar de Raad van State. U
itstel en meteen ook afstel, met de verkiezingen en een nieuw parlement in aantocht.
Lege doos
Waarom kelderden de linkse oppositiepartijen een voorstel waar ze in principe voorstander van zijn? De hele legislatuur liepen ze storm tegen de commerciële groepen in de ouderenzorg. Te duur, erbarmelijke kwaliteit, onverantwoord beheer, frauduleuze financiële constructies.
Toch moest het decreet van Crevits van de baan. Waarom? Met een kartonnen doosje illustreerde de oppositie wat ze van het decreet vond. ‘Een lege doos.’ De vage definities van de termen winst en zorg maakten het voorstel in hun ogen een maat voor niets. Liever geen dan een slecht decreet, klonk het.
Cd&v stelde het omgekeerde. Liever een imperfect decreet dan geen decreet. Door het principe ‘geen winst op zorg’ wettelijk te verankeren zou men ‘een sterk signaal’ geven. Het is welletjes geweest met de cowboypraktijken in de ouderenzorg. Vooral symbolisch, ja, maar wel een betekenisvolle trendbreuk met het verleden.
Het winstverbod stond bovendien niet op zichzelf. Het was maar een van de vele stappen in de goede richting, vond Crevits. Denk aan een aantal minder mediagenieke maatregelen zoals het proefproject voor een gestandaardiseerde boekhouding in de ouderenzorg, het aangepaste dagprijsbeleid, strengere financiële regels voor wzc’s.
Gekaapt door het kapitaal
Het nieuwe Vlaamse regeerakkoord leert nu dat het uitstel toch geen afstel is. ‘We zorgen voor een decretale verankering van het principe ‘verbod van winst’ op het deel van de zorg dat gesubsidieerd is’, lezen we. De betrokken partijen mogen zich al warm lopen voor een nieuw rondje bikkelen.
Met dit zinnetje zijn de pijnpunten uit het verleden nog niet weg. Hoe zal de nieuwe regering winst en zorg definiëren? Geldt het oorspronkelijke voorstel-Crevits als vertrekpunt, of de amendementen van coalitiepartner, en voormalige oppositiepartij, Vooruit?
In juni 2024 verscheen een handzaam boekje van de Nederlandse journalist en vakbondsvrouw Mirjam de Rijk. In Gekaapt door het kapitaal beschrijft zij hoe kapitaalkrachtige speculanten steeds meer grip krijgen op verschillende basisvoorzieningen in de samenleving, met bijzondere aandacht voor de verregaande commercialisering van de zorg in Nederland.
Het geld lekt vandaag vooral weg via interne woekerleningen, vastgoedconstructies met te hoge huurprijzen, managementfees, te duur aangerekende goederen en diensten, en nog veel meer ‘spitsvondigheden’.
Wat blijkt? In Nederland bestaat al heel lang een wettelijk winstverbod op zorg. Maar volgens de Rijk is de wet gatenkaas. ‘De politiek doet niets tegen degenen die zich van de wet niks aantrekken.’ Winstgevende activiteiten worden door zorgaanbieders afgesplitst in andere bv’s, complexe constructies maken van geldstromen binnen de commerciële groepen een black box, en het ontbeert de autoriteiten aan slagkracht om te handhaven en te controleren.
Bovendien zijn winstuitkeringen inmiddels niet langer de belangrijkste weg waarlangs geld uit de zorg wordt weggesluisd, zegt de Rijk. Het geld lekt vandaag vooral weg via interne woekerleningen, vastgoedconstructies met te hoge huurprijzen, managementfees, te duur aangerekende goederen en diensten, en nog veel meer ‘spitsvondigheden’.
Bad bank
Volgens de Rijk heeft het ‘een tijd geduurd’ vooraleer politici zich bewust werden van die nieuwe verdienmodellen.
Ook bij ons begint het kwartje te vallen. Het Rekenhof concludeerde in maart 2024 dat de profit-wzc’s in de Vlaamse ouderenzorg nagenoeg allemaal verlieslatend zijn. Zeker de internationale groepen bevinden zich in erg troebel water, hoewel ze het minste personeel inzetten en de hoogste dagprijzen aanrekenen.
Hoe kan dat? Commerciële woonzorgcentra worden via allerlei constructies ‘leeggemolken’ door de moedergroep. Het rusthuis zelf wordt een bad bank, waarin vooral schulden en woekercontracten worden verzameld. Alsof men erop rekent dat de overheid wel tussenkomt als het misloopt.
Een winstverbod is symbolisch belangrijk, ongetwijfeld. Maar de dubieuze verdienmodellen in de ouderenzorg ‘lekprikken’, zoals de Rijk zegt, zet nog veel meer zoden aan de dijk.