Het gezinsbeleid heeft een januskop, met een positief gezicht voor witte gezinnen en een negatief voor vluchtelingengezinnen. Hoe meer drempels vluchtelingengezinnen over moeten om bij elkaar te komen, hoe meer ze struikelen, en hoe sterker de integratie van gezinsleden onder druk komt.
In mijn boek Gezinshereniging onder druk: transnationaal sociaal werk, dat verscheen bij EPO in januari van dit jaar, stel ik de vraag wie er wint bij het gezinsherenigingsbeleid. Een beleid dat mensen doet struikelen, in plaats van over drempels te helpen, leidt tot een samenleving die in haar samenhang verliest.
Terwijl Belgische gezinnen als hoeksteen van de samenleving worden gezien, is de taal en het daaraan verbonden oordeel over vluchtelingengezinnen hard.
‘Het gezin is de hoeksteen van de samenleving’, stelt cd&v-voorzitter Sammy Mahdi. Naar aanleiding van de stigmatiserende manier waarop politici over thuiswerkende moeders en vaders spraken, reageerde hij op sociale media. ‘Het wordt onderschat welke taken ze opnemen’, vulde hij aan.
Terwijl Belgische gezinnen als hoeksteen van de samenleving worden gezien, is de taal en het daaraan verbonden oordeel over vluchtelingengezinnen hard. Net als het beleid over gezinshereniging.
Vluchtelingen hebben het recht om met hun gezin te worden herenigd. De wet lijkt op het eerste zicht helder. Maar tussen die werkelijkheid van de wet op papier en de ervaring van vluchtelingengezinnen gaapt een diepe kloof. Vluchtelingengezinnen struikelen onderweg. Op basis van tientallen interviews met vluchtelingengezinnen, ontrafelde ik de voorbije vier jaar de moeilijke trajecten van gezinshereniging.
Op afstand
België is een van de weinige landen waar het recht op gezinshereniging alleen kan ‘geopend worden’ via de gezinsleden op afstand, in een nabije diplomatieke post in het buitenland. Daarvoor moeten mensen vaak gevaarlijke grenzen oversteken, zoals Afghanen die naar Pakistan moeten, Eritreeërs naar Ethiopië, of Syriërs naar Libanon of Jordanië.
Dat maakt de aanvraag voor gezinshereniging niet alleen complex – je moet een visum aanvragen, over de grens geraken, documenten in orde brengen om te reizen – maar ook duur en gevaarlijk. Recent veroordeelde het Europees Hof van Justitie (HvJ) België omdat de overheid vluchtelingengezinnen niet zomaar mag dwingen om zich aan te bieden bij een buitenlandse diplomatieke post voor de aanvraag voor gezinshereniging.
België is een van de weinige landen waar het recht op gezinshereniging alleen kan ‘geopend worden’ via de gezinsleden op afstand. Dat maakt de aanvraag duur en gevaarlijk, en leverde België een veroordeling van het Europees Hof van Justitie op.
Dat zogenaamde Afrin-arrest van het HvJ dwingt het Belgische beleid via juridische weg tot aanpassingen: er moet een alternatief geboden worden om de gevaarlijke tocht over de grens te vermijden. De Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) voerde na dit arrest aanpassingen door, maar enkel per uitzondering. Meldingen over weigeringen van aanvragen via mail zijn nu al legio, gebaseerd op een vrije interpretatie van wat ‘een gevaarlijke situatie’ behelst.
Verdere verstrenging blokkeerde in Vivaldi
Politiek werd echter de afgelopen legislatuur weinig tot geen vooruitgang geboekt. Het beleid en dito wetgeving over gezinshereniging zijn sinds 2011 alleen maar verstrengd. Een circulerend wetsvoorstel over gezinshereniging bleef in de kern van de Vivaldi-regering evenwel geblokkeerd, waardoor geen verdere verstrenging volgde.
Er kwam daarentegen wel een nieuw afgeleid verblijfsrecht voor de ouder die de minderjarige begunstigde van internationale bescherming begeleidt in België, alsook voor de andere ouder die nog in het herkomstland verblijft, ongeacht de grond waarop de minderjarige werd erkend als vluchteling.
Het akkoord voorziet daarbij in een toetsing voor het zogenaamde ‘ouderlijk gezag en daadwerkelijke zorg’. Gezinshereniging met Belgische kinderen zal enkel mogelijk zijn door de ouder die ook daadwerkelijk de dagelijkse zorg draagt voor dat kind.
Het traject naar ‘verblijf’ is niet alleen hobbelig door de moeilijke procedure, maar ook door de hoogoplopende financiële kost, zoals federaal migratiecentrum Myria recent nog aantoonde, en de complexe ‘papieren dimensie’ waarbij een totaal gebrek aan sociaaljuridische ondersteuning is.
De huidige wetgeving en operationalisering van de procedure gezinshereniging voor vluchtelingen, vormen in de praktijk een parcours ‘hordenlopen’ dat gezinsleden langdurig uiteendrijft, zowel in tijd als in ruimte.
Pedagogie
‘Ik heb mijn familie, mijn dochtertje, drieënhalf jaar niet gezien’, getuigde een Syrische vluchteling. ‘Toen ik Syrië verliet, was ze een jaar en vier maanden, maar nu is ze vijf jaar oud. Ik zie mijn dochter opgroeien en opgroeien. Ik ben een papa via internet. Het is niet echt papa-zijn. Soms, als ze mensen bezoekt, vraagt ze waarom die een papa hebben en waarom zij geen papa heeft. “Is het echt mijn vader, of niet echt mijn vader?” Het doet me altijd pijn. Het is onmenselijk, maar het is legaal.’
Vluchtelingengezinnen die na (te veel) jaren herenigd worden, vinden ook na de procedure gezinshereniging weinig ondersteuning. De bestaande gezinsbegeleiding en hulpverlening op Vlaams niveau is geenszins op maat van vluchtelingengezinnen. En gezinsleden zijn pas ‘cliënten’ vanaf ze in België zijn.
Er is geen preventief beleid dat pedagogisch medieert tijdens de procedure gezinshereniging.
Kortom, er is geen preventief beleid dat pedagogisch medieert tijdens de procedure gezinshereniging. De schaduwkosten van dat beleid, om de opgelopen schade te herstellen en gezinnen opnieuw toekomstperspectief te geven, zijn enorm.
Ondertussen werden financiële hefbomen zoals de schooltoelage en het groeipakket voor niet-begeleide minderjarige vreemdelingen gekortwiekt. Omdat het geld volgens de Vlaamse regering, bij monde van minister van Welzijn Hilde Crevits (cd&v) en voormalig minister van Samenleven Bart Somers (Open VLD), in handen van mensensmokkelaars terechtkomt.
In de praktijk maakten die financiële hefbomen wel vaak het verschil tussen je gezinsleden hier krijgen, of niet. Het gevolg is dat veel niet-begeleide minderjarige vreemdelingen allerlei jobs gaan doen na schooltijd en tijdens de vakanties, waar hun schooltraject onder lijdt.
Bricolage
Sociale professionals specialiseren zich in die context tot bricoleurs. Zo goed als ze kunnen, proberen ze de rechten die op papier staan om te buigen tot rechten in de praktijk. Vaak met expertise die ze al doende verwerven, en grensoverschrijdend – en dus transnationaal – inzetten ondanks het geijkte beleid.
Maar willen we een rechtvaardige gezinshereniging voor vluchtelingengezinnen, dan zijn minstens drie zaken nodig. Ten eerste moet de aanvraag voor gezinshereniging kunnen gebeuren door het gezinslid dat al wettig verblijf kreeg in België. Dat kan bijvoorbeeld in ons buurland Nederland.
De aanvraag voor gezinshereniging moet kunnen gebeuren door het gezinslid dat al wettig verblijf kreeg in België.
Daarbij is voldoende kwalitatieve sociaaljuridische dienstverlening cruciaal. CAW’s, Caritas en veel vrijwilligersorganisaties werken op dit moment met wachtlijsten. Als je je recht niet begrijpt, en dus niet kunt afdwingen, dan is dat recht in de praktijk obsoleet.
Ten tweede moet er tijdens en na de procedure gezinshereniging, aandacht komen voor aangepaste (gezins)ondersteuning en zorg op maat. Aangezien het gaat om transnationaal sociaal werk, mogen agentschappen zoals Opgroeien, of het agentschap Zorg en Gezondheid zich uitgedaagd voelen om daarop een antwoord te geven.
Nu start gezinsondersteuning pas als ouders en kinderen hier samen zijn, terwijl gezinshereniging van vluchtelingen afstand in tijd en ruimte impliceert. Ouderschap wordt op afstand uitgevoerd, en ondanks alle mogelijkheden van sociale media en moderne communicatietechnologie, is de negatieve impact op de gezinsrelaties vaak groot.
Nu springen stadsbesturen, zoals Gent en Leuven, in de bres om via respectievelijke programma’s als Mindspring, van het CAW en Caritas, een antwoord te bieden om die complexe zorgnoden.
Succesvolle migratie
Politici zijn vaak bezig met de vraag hoe succesvol migratie is. Een studie van de Nationale Bank van België uit november 2020, die onderzoek doet naar de economische impact van types migratie, spreekt boekdelen: migratie creëert in het algemeen een positieve impact. Maar investeringen in integratie, gericht op sociale mobiliteit, zijn cruciaal om een positief verschil te maken.
Het antwoord op de vraag hoe succesvol gezinshereniging voor vluchtelingen kan zijn, hangt – hoewel het ondanks een recht is – ‘ook’ af van een rechtvaardiger beleid dat van het recht op gezinshereniging een hefboom maakt en bestaande drempels wegwerkt.
Alleen zo is het recht op gezinshereniging bereikbaar zonder struikelen, waardoor gezinnen kunnen stijgen op de ladder en een toekomst kunnen uitbouwen.