De zee heeft altijd een speciale plek in Mathijs’ hart gehad. Hij surft, houdt van scheepvaart, keek als kind al lonkend naar de kustredders. ‘Hoe ik de Noordzee zou omschrijven? Als een zee met vele gezichten, met een Scandinavische toets. De ene dag noemen we ze ‘tropical’, de andere dag is het een echte stormzee of een klutsebak.’
‘De zee moet je leren lezen: stroming, wind, golven. Veel mensen kunnen dat niet en onderschatten de kracht ervan. Ze vergelijken dit strand met de kalmere Middellandse zee. En meer mensen zwemmen minder goed vandaag. Telkens opnieuw leggen wij dan uit waarom je niet te diep mag gaan als je niet goed kunt zwemmen, ook al heb je een zwembadbrevet. Zoveel factoren maken de zee gevaarlijker dan een zwembad.’
‘Tot aan je middel in het water lokt regelmatig discussie uit. Vaak valt ons advies in dovemansoren of zijn mensen echt verbaasd. Verbale agressie maken wij helaas regelmatig mee. Mensen in vakantiemodus zijn ook wat minder geremd. Maar ik blijf altijd rustig mijn advies herhalen.’
Panische lach
‘Blankenberge is een drukke badstad, dus ik heb al wel wat mensen uit het water moeten halen, vooral kinderen. Het clichébeeld uit films, waarbij een drenkeling met de handen zwaait, zie je niet in de realiteit. Mensen in nood geven vaak helemaal geen signaal. Opengesperde ogen richting strand, paniek op het gezicht, spartelen, kinderen die met hun armpjes flapperen, dat zijn signalen waar wij extra alert voor zijn.’
‘Mensen kunnen steeds minder goed zwemmen.’
Strandredder Mathijs
‘Reacties van mensen in nood wanneer wij te hulp schieten, lopen sterk uiteen. De ene is opgelucht of ijzig kalm, de ander begint panisch te lachen. Soms lopen ouders van een gered kind weg zonder ons een blik te gunnen. Dan staan wij daar, helemaal doorweekt. Maar ik maakte ook al mee dat een vrouw daags na haar redding ons een cadeautje kwam brengen. Dat doet deugd.’
Geen babysit
‘Kleine kinderen zonder toezicht zien we regelmatig. Een kindje van drie dat alleen aan de waterlijn staat of in het water zit, een kind van tien dat zorgt voor zijn broertje van vier. We zien het hier allemaal.’
‘Waar die ouders dan uithangen? In de strandbar, shoppend in de stad of ver op strand. Soms ga ik hen aanspreken of haal ik hen erbij. Op dagen dat de zee echt gevaarlijk is, kan ik erg scherp uit de hoek komen: Nu breng ik je kind aan zijn handje terug, ik weet niet hoe ik hem volgende keer zal terugbrengen. Dan zijn ze wel even gechoqueerd, maar op een terras met een cocktail zitten of met je frigobox ver weg op het strand, dat kan echt niet. Babysit spelen zit niet in ons takenpakket, dat moeten we af en toe nog eens duidelijk maken.’
‘Omgekeerd zie ik ook ouders die met hun kind meegaan tot in het water of het zelf wijzen op de bewaakte zone. Da’s een plezier om te zien.’
‘Ik start elke dag met de gedachte: Wat zal ik vandaag zien? Ook op het strand gebeurt er heel wat. Van zedenfeiten tot dronken mensen, diefstal, verloren gelopen kinderen of gekke taferelen. Zo zagen we ooit een kameel op het strand, ontsnapt uit een naburig circus.’
Honden niet toegelaten
‘Absurde discussies maken we hier ook mee. Vorig jaar beweerde een man bij hoog en laag dat de golfbrekers vorig jaar op een andere plaats lagen. Wij hadden die volgens hem verlegd. Nochtans liggen die er al van in de negentiende eeuw.’
‘Dit is de mooiste vakantiebaan ooit.’
Strandredder Mathijs
‘Het bordje honden niet toegelaten levert eveneens hilarische gespreksstof op. Mensen houden dan vol dat ze wel met hun konijn of kat mogen wandelen op het strand. Doe maar, denk ik dan.’
Rellen
‘De vreemdste dag uit mijn loopbaan als kustredder was 8 augustus 2020, volle coronazomer, toen op het strand een rel uitbrak. ’s Ochtends hing er al een broeierige sfeer. Via de intercom hoor ik de emotionele oproepen van mijn collega’s die middenin een gevecht stonden. We waren allemaal sterk onder de indruk van die dag. Geen enkele jobstudent vermoedt ’s morgens dat hij slaag zal krijgen op het werk. Wat wel mooi was is dat de volledige reddingsdienst de dag erna op pizza getrakteerd werd.’
‘Dit jaar was mijn laatste zomer als jobstudent hier. Dit is de mooiste vakantiebaan ooit. In Blankenberge heb je bovendien nét dat tikkeltje meer, de hele wereld ligt hier op het strand. In september begin ik als werknemer bij een groot baggerbedrijf. De zee blijft me dus volgen.’
*Mathijs is een schuilnaam.