‘Een grote groep Belgen is alleenstaand’, vertelt Franky Vlaeminck van ACV Oost-Vlaanderen. ‘Vier jaar geleden organiseerden we daarom een enquête onder alleenstaande werknemers, om te horen hoe het financieel gesteld is met hen. De bevraging betrok respondenten uit alle sectoren en statuten, met kinderen en zonder. De enige voorwaarde was dat ze werk hebben. In 2019 was het resultaat al negatief, na een coronaperiode en de energiecrisis is het er alleen maar erger geworden.’
Basisbehoeften worden steeds moeilijker
Meer dan een op de vier werkende alleenstaanden kunnen hun woning onvoldoende verwarmen, zo blijkt uit de bevraging. Daarmee is hun aantal meer dan verviervoudigd op amper vier jaar tijd. ‘Deze bevraging gebeurde wanneer de energieprijzen gedaald waren, wat duidelijk aangeeft dat dit voor veel mensen een structureel probleem begint te worden.’
Een jaarlijkse tandartscontrole is voor een op de vijf (19,20 %) van de werkende alleenstaanden financieel niet haalbaar, meer dan een verdubbeling op vier jaar tijd. Nochtans zorgt de jaarlijkse controle voor een betere terugbetaling als je uiteindelijk toch bij de tandarts moet. Daardoor wordt een tandartsbezoek financieel nog zwaarder voor wie het al zo moeilijk heeft.
Ook het aantal werkende alleenstaanden die geen buffer voor onverwachte uitgaven meer heeft is bijna verdubbeld van 20,45 naar 36,93 procent. ‘Zo leef je in constante spanning dat iets stuk zou gaan, denk maar aan schoenen en kledij van de kinderen’, zegt Vlaeminck. ‘Een stressfactor die niet mag onderschat worden.’
Het geldgebrek beknot ook ontspanning en sociale contacten. Een weekje reizen zit er voor 45,22 procent van de werkende alleenstaanden niet meer in, een stijging met 73 % ten opzichte van 2019. Een op de drie kan ook zelf geen hobby’s meer uitoefenen, en 40,15 procent zegt niet meer op restaurant te kunnen gaan. Vier jaar geleden was dit nog 17,52 procent, meer dan een verdubbeling.
Werkende alleenstaanden hebben het onder andere daardoor steeds moeilijker om sociale contacten te leggen of te onderhouden. Bijna een op de drie geeft aan dat dit niet mogelijk is (29,31 %). Vier jaar geleden was dit 14,12 procent.
Politieke en fiscale maatregelen vereist
Voor Vlaeminck is het duidelijk dat de noden hoog zijn en het beleid niet mag achterblijven. ‘Het is ontzettend belangrijk dat de automatische indexering behouden blijft. En dat die wordt uitgebreid naar sectoren die de index nog niet hebben. Daarnaast moeten de minimumlonen ook omhoog, en is een eerlijker fiscaliteit noodzakelijk, zodat inkomensvallen voor de lage lonen worden weggewerkt. We vragen ook het herstel van de uitbreiding van het sociaal energietarief met daarin een geleidelijke en niet te snelle uitdoving voor wie boven de inkomensgrens zit.’ Tot slot wijst Vlaeminck er ook op dat de situatie voor wie een uitkering of pensioen ontvangt vaak nog veel slechter is.