Wie regelmatig in een ziekenhuis moet zijn, legt jaarlijks heel wat kilometers af. ‘Met name nier- en kankerpatiënten moeten echt heel vaak in het ziekenhuis zijn voor behandelingen en onderzoeken’, legt Wendy De Leus van CM uit. Om voor de groep van chronisch zieke patiënten op te komen, werd tien jaar geleden het Observatorium voor chronische ziekten opgericht. Dat adviesorgaan werkte op vraag van het kabinet van minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) al enkele adviezen uit over het niet-dringend patiëntenvervoer, legt oud-voorzitter Karen Mullié uit. ‘Een van de recentste adviezen over ziekenvervoer en de verhalen van patiënten die we daarin konden bundelen, hebben er mee toe geleid dat het kabinet besliste om de geldende kilometervergoeding op te trekken. We hopen dat de overheid die vergoeding in de toekomst verder verhoogt om die in lijn te brengen met de geldende maxima voor het woon-werkverkeer.’
‘Expertise van chronisch zieken moet systematisch worden ingeroepen’
‘Het is uitermate belangrijk dat patiënten de nodige inspraak krijgen in de organisatie van de zorg’, stelt Karen Mullié, die na zes jaar afscheid neemt van haar ambt als co-voorzitter van het Observatorium. ‘Voor buitenstaanders is het niet altijd vanzelfsprekend om de noden en zorgen van personen met een chronische ziekte te herkennen. Door de inbreng van de verschillende patiëntenverenigingen en de ziekenfondsen kunnen we vanuit het Observatorium met één stem naar buiten komen. Wij hopen dat het inwinnen van adviezen bij het Observatorium in de nabije toekomst verplicht zal worden. Het Observatorium wordt onder andere door minister Vandenbroucke erkend als belangrijk en waardevol adviesorgaan, maar de aanwezige expertise wordt nog steeds niet systematisch ingeroepen.’
Vanuit de verplichte ziekteverzekering is er op dit moment alleen voor kanker- en nierdialysepatiënten in een tegemoetkoming voorzien. Zij ontvangen daarvoor een vergoeding van 31 cent per kilometer met eigen vervoer of een volledige terugbetaling van het openbaar vervoer in tweede klasse. Er is voor hen eveneens een structurele tegemoetkoming voor georganiseerd reeksvervoer naar het ziekenhuis met professionele vervoersdiensten. ‘Maar vanuit CM vinden we het belangrijk dat alle mensen kwaliteitsvol en betaalbaar van en naar het ziekenhuis geraken. Daarom hebben wij beslist om dat binnen onze aanvullende diensten aan te bieden’, klinkt het bij Wendy De Leus.
In kaart brengen
Voor een goede planning van de ritten van de vervoersbedrijven, is het nodig om tijdig een aanvraag voor een niet-dringende rit in te dienen. De Leus: ‘Helaas merken we een stijging van het aantal last-minute aanvragen voor het niet-dringend vervoer via onze partner Mutas. Doordat mensen sinds corona pas heel laat zeker zijn van hun afspraak, wordt het voor de vervoerders moeilijker om alle aangevraagde ritten te kunnen uitvoeren.’
Uit de adviezen van het Observatorium bleek eveneens de nood om het niet-dringend medisch vervoer beter in kaart te brengen, zodat de organisatie en terugbetaling beter op de globale noden afgestemd kunnen worden. ‘Ook CM is vragende partij’, zegt De Leus. ‘We hebben op dit moment slechts weinig zicht op het totaalplaatje. Vooral het vervoer tussen ziekenhuizen onderling blijft een grote blinde vlek voor ons’. In een brief van minister Vandenbroucke aan het Observatorium die Visie kon inkijken, beloofde de minister alvast om het vervoer beter in kaart te brengen.
Ronny Engelen (65)
Moet drie keer per week naar het ziekenhuis voor een nierdialyse.
‘Ziekenvervoer komt bovenop alle andere kosten door ziekte.’
‘Bij de eerste dialyseafspraak in het ziekenhuis ga je ook op gesprek bij de sociale dienst. Zij vragen daarbij naar je vervoersnoden. Wanneer je er niet met eigen vervoer kunt geraken, regelen zij alle praktische zaken met de vervoersdienst. Dat vergemakkelijkt de zaak enorm. Op dit moment gebruik ik mijn eigen wagen om naar het ziekenhuis te rijden. Ik moet gelukkig niet al te ver rijden, dus in dit stadium lukt mij dat nog goed. Bovendien wordt een deel van de reiskosten ook vergoed. Dat maakt dat de verplaatsing van en naar de dialyse financieel dragelijk blijft, want dat komt bovenop alle andere kosten die door je ziekte ontstaan.’