'Bij ons thuis heb ik niets anders gekend dan geweld. Mijn ouders waren amper 16 en 19 toen ik werd geboren. Twee kinderen die zelf werden opgezadeld met een kind, waar ze niet voor hadden gekozen’, begint Ann haar verhaal. ‘In het weekend gingen ze op café en vaak was ik mee. Ik viel er als kind soms in slaap en werd wakker gemaakt toen mijn ouders beslisten om te vertrekken. We gingen te voet naar huis. Het was telkens bang afwachten of mijn vader agressief zou uithalen naar mijn moeder. Zou het al onderweg gebeuren, viel hij haar thuis aan of bleef hij kalm? Alcohol was vaak de trigger voor geweld.’
Braver zijn
‘Voor de televisie staan om een tijdschrift te nemen net op het moment dat in het voetbal een goal werd gemaakt. Dat was genoeg om mij af te ranselen’, herinnert Ann zich. ‘Maar vaak was er geen directe aanleiding voor zijn woede.’ Ann nam zich voor nog braver te zijn, beter op te letten, goede punten te halen op school. Dan kon haar vader daarover al geen ruzie maken, dan zou hij misschien stoppen met slaan. Dat was niet het geval. ‘Als slachtoffer leg je een deel van de schuld bij jezelf’, legt Ann uit. ‘Ik vroeg mij als kind ook af of zijn gedrag door mij kwam.’
Bloed in de gang
Erover praten met haar mama, met vriendinnetjes of met leerkrachten deed Ann nooit. Ze vertelde aan niemand wat er zich thuis afspeelde. Een kind blijft loyaal naar zijn ouders. Niemand probeerde ook te achterhalen hoe ze zich voelde, terwijl veel mensen wisten wat er gebeurde. ‘We woonden in een klein dorp, iedereen kende iedereen. We woonden eerst in een appartement. Buren moeten de hevige ruzies gehoord hebben, het bloed in de gang gezien hebben’, merkt Ann op. ‘Toen mijn been in het gips lag door een echt ongeluk, mocht ik met de juf van het derde leerjaar die in onze straat woonde met de auto mee naar school. In de klas gaf ze mij een bankje met een kussentje voor
mijn voeten. Wellicht wilde ze zo begrip tonen, mij warmte geven. Maar ze heeft nooit iets gevraagd of gezegd over mijn situatie thuis.’
Gordijn dicht
‘Bij mijn grootvader aan moederszijde voelde ik mij veilig’, geeft Ann toe. ‘Hij was mijn beschermengel, zag mij heel graag. Vaak ben ik er met mama naartoe gevlucht. Maar telkens keerde zij terug naar mijn vader. Nu ik zelf kinderen heb, besef ik hoe zwaar dit moet geweest zijn
voor mijn pépé. Ik was acht jaar toen hij is overleden aan kanker.’
Een keer is Ann als klein meisje hulp gaan vragen bij een politieagent die rechtover haar grootmoeder woonde. ‘Als kind ben je ervan overtuigd dat die je zal redden’, weet Ann. ‘Ik belde aan. De man keek van de eerste verdieping naar beneden, zag mij staan en trok de gordijn dicht. Ik voelde mij alleen op de wereld.’
Kijk niet weg
Toen ze 23 was, heeft Ann de eerste keer gesproken over wat ze heeft meegemaakt. ‘Mijn vader had mij het ziekenhuis in geslagen omdat ik had gelogen dat ik in de les zat terwijl ik met mijn vriend naar de jaarmarkt was. Ik ben toen thuis weggegaan’, zucht ze. ‘Later heb ik een boek geschreven. In Als je nest niet veilig is vertel ik wat ik als kind heb beleefd, gezien, gevoeld. Daarmee wil ik enerzijds het publiek sensibiliseren. Kijk niet weg van intrafamiliaal geweld. Want geweld binnen vier muren is geen privézaak. Als je vermoedt dat er iets niet klopt, verwittig dan politie of neem contact op via 1712. Dat kan anoniem. Anderzijds wil ik ouders aanspreken die gewelddadig zijn: doe je kinderen dit niet aan. Als je erkent dat er problemen zijn, kun je eraan werken.’
Trauma
‘Ik heb als kind geweld met de paplepel meegekregen’, zegt Ann. ‘Dan pik je bepaald gedrag op. Ik kon bijvoorbeeld heel erg boos worden. Hoe sneller in gezinnen met intrafamiliaal geweld wordt ingegrepen, hoe sneller je kinderen kunt aanleren om op een andere manier te reageren. Zo kun je voorkomen dat ze zelf pleger of slachtoffer worden.’ Ann beseft nu dat de gezinssituatie waarin haar beide ouders opgroeiden, geen voorbeeld was. Doordat ze thuis als kind voortdurend met zware agressie werd geconfronteerd, liep ze een trauma op dat haar schade heeft berokkend. ‘Nu nog flitsen er steeds taferelen van vroeger door mijn hoofd. Ik kan niet naar bed gaan en gewoon in slaap vallen. Ik moet lezen of tv-kijken tot ik wegzink. Er zijn dagen dat ik niet kan functioneren. Vroeger vocht ik daartegen, nu laat ik dat toe. Maar de dag nadien moet ik er weer staan.’
Infoavond
De toegang is gratis.Vooraf inschrijven via gezondheidenparticipatie.oostvlaanderen@cm.be of 09 267 57 35
Tekst Martine Creve