Peter Wouters, voorzitter Beweging.net

Beste Egbert, beste Conner, beste Sammy, beste Bart, beste Paul, beste Nadia en Jeremie, beste Georges Louis, beste Jean-Marc, ik heb een dringende vraag voor jullie. Ik zal ze zo dadelijk stellen. Sebiet, Tefette. Want jullie hebben belangrijk werk voor de boeg. Maar eerst wil ik graag de mensen in Lichtervelde bedanken om mij te ontvangen en jullie nu al feliciteren met dit leuke feest en veel plezier wensen vandaag.
Vorig jaar zijn we gestart een hele reeks vrijwilligers in de kijker te zetten, elke week één. We deden dat onder de noemer ‘We doen er iets aan. Klein initiatief, grote impact’. 52 verhalen van echte maatschappelijke leiders brachten we naar voor. Stuk voor stuk voorbeelden van hoe engagement het leven van mensen daadwerkelijk vooruit kan helpen. Vandaag zetten we een stap verder en verbreden we de noemer naar ‘we doen er ZELF iets aan’. In elke provincie zetten we projecten van onze organisaties in de verf. Zelf in actie komen is elke keer weer de beste remedie tegen verzuring en machteloosheid. Ik begin daarom graag mijn boodschap met het verhaal van Kevin. Kevin is onze collega uit Antwerpen. Al jaren horen we dat het moeilijk is om beweging te maken in de stad. Welnu, Kevin is in actie geschoten en hij stelt zelf zijn project aan u voor.
In Antwerpen ging de viering van Rerum Novarum dit jaar over fietsmobiliteit, in Limburg over de klimaattransitie, in Vlaams-Brabant over de circulaire economie en in Oost-Vlaanderen over de sociale zekerheid. Hier een beetje verder in Roeselare hadden we het gisteren over water en het klimaat, maar ook over het belang van fatsoen en een goede sociale zekerheid. Met Rerum Novarum staan we stil bij de noden van deze tijd. En waar we nood aan hebben, in deze tijd, is aan oplossingen. Het uitvoeren van oplossingen in het beleidswerk, het politieke werk, maar ook in het verenigingswerk en het bewegingswerk. Ik geloof dat we nooit zoveel nood hadden aan mensen die oplossingen uitwerken als vandaag. Omdat de handen uit de mouwen steken mensen vooruit helpt en de samenleving vooruit helpt. Ons geklaag en gezaag op en tegen elkaar, de strafste commentaren uitschrijven, de scherpste analyses de wereld ingooien,... Allemaal heel leuk voor wie er naar zit te kijken, maar het brengt ons niet dichter bij elkaar en ook niet dichter bij oplossingen. Daarom lanceren we in elke provincie enkele concrete acties. Oplossingen die werken en die aanzetten tot verdere actie. Zoals Kevin vandaag al ziet hoe zijn actie kracht geeft aan de vrijwilligers in de buurt. Ook hier, in Lichtervelde, steken vrijwilligers de handen uit de mouwen. Ik heb iets leuk gemeen met Lichtervelde. Ik woon in Kortenaken, waar in 1971 de eerste vrouwelijke burgermeester van ons land woonde: Godelieve Devos, de zus van Jeanne Devos. En hier in Lichtervelde woont vandaag de langst zetelende vrouwelijke burgemeester van het land: meer dan 23 jaar. Proficiat, Ria. Je kan aan veel dingen zien dat hier een vrouw aan het roer staat en daar mag iedereen trots op zijn. Onder andere heel moderne en creatieve vormen van dienstverlening.
Nabijheid van diensten en ontmoeting is vandaag overal van groot belang. Dikwijls horen wij dat de digitale mogelijkheden ervoor zorgen steden en gemeenten, voorzieningen en commerciële bedrijven zoals banken enkel online hoeven te werken. En als het dan toch fysiek moet zijn, dan zou dat enkel zijn om de groep te bereiken die niet mee is. Die digibeet is, die te oud is. Of die een erg complexe vraag heeft.
Wel, ik weet niet hoe het met u gesteld is. Maar ik had het voorbije jaar op verschillende momenten nood aan meer. Ik had nood aan een informatievergadering of een concreet gesprek over mijn zonnepanelen en hoe dat zat met de digitale meter, mijn energiecontract waarmee precies van alles aan de hand was dat ik niet begreep, de zoektocht van mijn zoon naar zijn eerste autootje, dat moest voldoen aan alle nieuwe eisen, ik had nood aan meer bij de inschrijving in de gemeente en de CM van mijn kersvers pleegkind, …
Ik kijk dus ondertussen wat anders naar de nood die mensen hebben om ondersteund te worden. Ik ben al wat ouder en heb in het begin van mijn loopbaan nog mee zitdagen georganiseerd. Zitdagen over studiebeurzen, over belastingbrieven, voor mensen die op pensioen gaan, voor echtscheidingsadvies, … In het herdenken van al die sociale diensten zijn er fouten gemaakt. Wij dachten dat het niet meer “van deze tijd” was om ze aan te bieden. En ja, het is waar dat veel mensen zelf documenten online kunnen raadplegen en invullen. Maar voor heel wat zaken lukt dat ook niet. Zo zie ik vandaag al nieuwe vormen van dienstverlening ontstaan. Omdat het nodig is. Dus, gelukkig maar, er zijn nieuwe initiatieven op heel wat terreinen: webinars of online informatiemomenten, lezingen en doe-het-zelf momenten, informatiezuilen in vergadercentra zoals bij Kevin, … Mensen mogen niet het gevoel krijgen dat ze er alleen voor staan. Niet in onze samenleving, waar heel veel oplossingen voorhanden zijn … maar alleen voor wie de weg weet.
Ook de actie van OKRA voor bereikbaarheid van banken is een goed voorbeeld. Ze strijden voor een bereikbaarheid van banken en bankautomaten. Ze deden er zelf iets aan, en hebben succes behaald. Succes waar we allemaal geholpen mee zijn.
Ik heb liever, vrienden, deze aanpak. Oplossingen uitwerken in de plaats van ballonnetjes oplaten of wat sakkeren op elkaar. Want wat was dat toch de vorige weken en zelfs het voorbije weekend met al die ballonnetjes van de politieke partijen. Zo wil Open VLD het verschil tussen werken en niet werken vergroten: niet door de lonen te laten stijgen, maar wel door de uitkeringen te verlagen. Zo wil N-VA af van alle participatiestructuren en willen ze de inkomsten voor de sociale zekerheid nog verder afbouwen door sociale lasten verder af te bouwen. Dat is hun meest gebruikte techniek, ook al in de vorige Zweedse regering: de inkomsten van de sociale zekerheid afbouwen en dan zeggen ze dat het niet betaalbaar is en dus moet gesplitst worden. Die congressen hebben wel het voordeel van de duidelijkheid, mensen weten dan beter waarvoor ze best niet stemmen. De peilingen tonen intussen aan dat te veel mensen ontmoedigd of onverschillig zijn. Regeringspartijen zouden beter samenwerken en goed beleid voeren in de plaats van elkaar te bekritiseren.
Bij al die congressen lijkt het wel of we al in de verkiezingen zitten, maar dat duurt nog meer dan een jaar. Daarom ga ik vandaag liever in op de dingen die nu hoognodig zijn. Onze Vlaamse en federale regering kregen internationaal en vanuit de oppositie immers veel kritiek. Omdat ze te veel steun gaven tijdens corona en nadien omwille van de oorlog in Oekraïne. Steun aan gezinnen, steun aan bedrijven en werknemers, steun aan allerhande bijzondere doelgroepen. Ik ben het niet eens met die kritiek. Ik ben heb waardering voor al onze regeringen. Zij hebben gereageerd op bijna elk signaal, op elke roep om hulp. Met een hogere snelheid dan in de landen rondom ons ontstonden steunafspraken. En als we vandaag soms vinden dat het “allemaal nog meevalt”, dan is dat mee te danken aan de steun van onze regeringen. Economen hebben ons sinds corona en de oorlog duidelijk gemaakt dat er een periode van werkelijke verarming optreedt in onze contreien. Verarming omdat de extra uitgaven die we als inwoners en bedrijven te verwerken kregen voor energie, voor grondstoffen, voor voeding, voor isolatie, … rechtsreeks naar buitenlandse bedrijven gingen. Het ontwrichtte dus ons evenwicht op de internationale balans. Die verarming kon maar op drie plaatsen terecht komen: bij de gezinnen, bij de bedrijven of bij de overheid. Bij ons is het bijna volledig bij de overheid terecht gekomen. Iedereen herinnert zich wel de steunmaatregelen op allerlei fronten, en sinds enkele maanden aangevuld met onze index, waar vele landen ons nu om benijden. Op dit moment ontstaat er daarom een groot dilemma: als de bedrijven en de bevolking op een lovenswaardige manier steun mochten ontvangen en onze overheid daardoor verzwakt is, welke steun geven wij, gezinnen en bedrijven, dan aan het werk van onze overheid om zijn huishouden terug op orde te krijgen? Voor ons gaat dat belangrijke debat over de fundamenten van ons maatschappelijk model. Dat model is gebaseerd op vrijheid, gelijkheid en rechtvaardigheid. De inkomsten in ons model zijn geregeld via bijdragen aan onze sociale zekerheid en belastingen op inkomen, op consumptie en op vermogen.
Er zijn in dit kader twee ontwikkelingen die van belang zijn. Knelpunten, zo je wil. De lekkage in de bestaande systemen door allerlei ontwijkingsmechanismen en de onevenwichten in de bestaande systemen door allerlei subsidies en ontsnappingsmogelijkheden. Ik geef enkele voorbeelden: de voorbije 10 jaar zagen we cafetariaplannen van schuchter gebruik evolueren naar gretige constructies waar met veel creativiteit steeds meer looncomponenten in gestoken worden. Buitenlandse vakanties, tuinhulp, het overnemen van energiekosten, salariswagens, … noem maar op. Werkgevers nemen alle kosten over en alles is goed, zolang het maar niet als loon wordt belast. Op die manier loopt onze sociale zekerheid enorm veel inkomsten mis. Een tweede vorm van ontwijking: de vervennootschappelijking. Topmensen in bedrijven hebben allemaal hun eigen vennootschap en ontwijken opnieuw de normale loonbijdrage. Beide ontwijkingen halen de bodem uit het model.
De hoge bedrijfssubsidies, misschien tot uw verbazing, zijn nog belangrijker. Ze zijn immers veel minder zichtbaar. Om u een idee te geven, ik las op bladzijde 322 van het verslag van de Nationale Bank dat in 2022, de Belgische staat 21 miljard belastingen op ondernemingswinsten kon heffen. In datzelfde jaar gaf België wel 22.5 miljard subsidies aan ondernemingen. Een echte broekzak – vestzakoperatie dus, met meer subsidies dan inkomsten.
Voor mij is het zo klaar als een klontje. We mogen ons in deze zoektocht niet beperken tot het inkomsten uit loon. Het is onbegrijpelijk dat er nog geen vermogenskadaster is. Dat kadaster zal alle inkomstenstromen zichtbaar maken. Daar moet dringend werk van gemaakt worden. Pas dan kunnen genuanceerde maatregelen voor vermogens is echt goed vorm krijgen. En dan wordt het extra zinvol om de volle uitvoering te geven aan de plannen voor fiscale hervorming van minister Van Peteghem. Ik geloof niet dat iedereen begrijpt hoe belangrijk die plannen zijn. Het is de eerste keer in meer dan 20 jaar dat een minister het volledige model tegen het licht houdt. De plannen laten toe om een eerlijke bijdrage van iedereen in dit land te bekomen. Of het nu om loon, consumptie, inkomsten uit vermogen en om winsten van bedrijven gaat. De plannen zijn goed, maar ook wij hebben nog suggesties om ze beter te maken. Die zullen we zelf wel in detail aan de minister toelichten, maar principieel ligt hier de kans om ons hele model rechtvaardiger te maken. En daar kunnen wij alleen maar steun aan geven .
Ik zou met u graag toch even willen stilstaan bij enkele heel actuele discussies, zodat het duidelijk is waar wij voor staan. Als eerste over de discussie over de kinderbijslag of het zogenoemde groeipakket: wat vroeger een deel van onze sociale zekerheid was (federaal betaald via de werkgeversbijdrage) wordt nu beheerd door Vlaanderen. In de organisatie als ‘groeipakket’ werd het een politiek instrument, waaraan de sociale partners, die het nochtans bewaakten en uitwerkten, niets meer te zeggen hebben. Het is voortaan een subsidie in de plaats van sociale zekerheid. Tot daar aan toe. Maar sinds de poging van Hilde Crevits om het groeipakket opnieuw aan de index te verbinden, hoorden we verschillende partijen opeens uit een ander vaatje tappen. Het geld voor het groeipakket zou volgens Vooruit naar onderwijsinstellingen moeten gaan, of naar kinderopvang. Volgens N-VA mogen er dan weer boetes geheven worden op het groeipakket als de ouders steken laten vallen in de opvoeding. De uitlatingen van de voorbije week geven aan hoezeer partijen denken dat dit geld een politieke pasmunt is geworden. Dat is probleem nummer één. Daarnaast is de argumentatie van de partijen gedreven door wantrouwen in burgers en bovendien in tegenspraak met alle onderzoek daarover. De partijen spreken beledigend over de schijnbaar “onkundige burgers” die hun eigen geld niet zouden kunnen beheren of een slechte opvoeding geven. Gelukkig is er nog minister Crevits, die een stevig punt maakte door aan te geven dat kinderen geen ‘staatseigendom’ zijn. Ook wij volgen die lijn: het groeipakket dient niet om mensen terecht te wijzen of te laten luisteren. Wij pleiten voor het inzetten van sterk sociaal werk dat mensen kan begeleiden bij al hun uitdagingen (financieel, emotioneel, familiaal, gezondheid), met daarnaast een robuust en betrouwbaar systeem van het groeipakket, dat zich houdt aan de volledige evolutie van de index.
De voorbije weken, zelfs tot gisteren nog met nieuwe feiten, was er grote aandacht voor enkele ‘schandalen’. De pensioenvorming van parlementairen en topambtenaren, en daarna meteen ook de discussie over de lonen en vergoedingen van de volksvertegenwoordigers. Twee weken later kregen we de discussies over de afkomst van de kabinetsmedewerkers, meteen gevolgd door opmerkingen over het principe van kabinetsmedewerkers bij een minister. Hier komt dan mijn vraag van daarstraks. Dus, beste voorzitters van de meerderheidspartijen van de Vlaamse en federale regering, jullie zijn (bijna) allemaal jong in deze job en kinderen van deze tijd. Wanneer komen jullie naar buiten met een gezamenlijke moderne en actuele positie over de loonvorming van volksvertegenwoordigers en de relatie tussen kabinetten, administratie en bedrijven? Die aangepaste positie is nodig, want vandaag ligt het enorm belangrijke werk van onze verkozenen, maar ook van onze uitvoerende ministers te grabbel op sociale media en in de kranten. Ik ben van mening dat het perfect mogelijk is een toekomstgerichte en genuanceerde uitspraak te doen. Beste voorzitters, u neemt leiding in dit land. Uw mening doet ertoe. Ik reken op een gezamenlijk statement zodat het vertrouwen in de politiek kan herstellen. We hebben het nodig!
Ondertussen, overschaduwd door al deze politieke aandacht, zijn duizenden mensen aan het werk in laag betaalde jobs. Bijvoorbeeld: dames die aan de kassa werken in de supermarkt en die gemiddeld 2300 euro bruto per maand verdienen. Het landelijke gemiddelde is 3800 euro. Let op: dat is voor alle lonen en over alle leeftijden heen. En net in deze sector is het loon blijkbaar nog te hoog. Iedereen heeft een mening over de Delhaize-medewerkers en over wat ze wel en niet mogen doen om zich te verdedigen, al zeker de aandeelhouders. De ontwikkelingen bij Delhaize zijn een signaal van een grotere beweging, waarbij dividenden voor aandeelhouders beschermd moeten worden en de lonen van werknemers niet. Wij steunen onze vakbond bij de strijd die nu gevoerd wordt, en ik roep ieder van u op om ook steun te geven aan de acties en als het kan op 22 mei ook mee te betogen tegen de sociale dumping die aan de gang is.
Vrienden, ik begon mijn boodschap vandaag met onze ambitie om zelf verder in actie te schieten. Ik rond af met de woorden die wij in ons magazine Visie.net mochten schrijven: echte oplossingen liggen in het midden, tussen de staat en de markt. Daar waar mensen solidair zijn met elkaar. En in dat midden spelen de mensen de hoofdrol. In hun ziekenfonds, in hun vereniging, in hun club. Daar worden mensen die andere mensen helpen opnieuw de maat der dingen. Ik weet dat u daarbij hoort. Ik dank u daarvoor uit de grond van mijn hart.