Een no-brainer ter rechterzijde, en tegenwoordig is ook de linkerzijde unaniem voor een verlaging van de lasten op arbeid. In het beste geval niet met een tax cut, maar met een tax shift.
Het voorstel van belastinghervorming van ontslagnemend minister Vincent Van Peteghem (cd&v) had nog de ambitie budgetneutraal te zijn. Ook al lekte zijn tax shift omdat hij op wat onzekere terugverdieneffecten rekende.
Maar dat is een pekelzonde vergeleken met de beschamende wijze waarop formateur Bart De Wever (N-VA) in zijn ‘supernota’ mikte op een tax cut van 3 miljard euro, met 9 miljard aan belastingverlagingen, waarvan (slechts) 6 op arbeid. Voor slechts 6 miljard gecompenseerd door nieuwe fiscale inkomsten.
En zelfs dat is peanuts in vergelijking met de tax down van 8 miljard euro netto die MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez in 2022 beoogde.
Hopelijk daalt het besef in dat we niet ontsnappen aan een serieuze belastingverhoging.
Elk van die scenario's maakt de politieke keuze om de overheidsfinanciën op orde te brengen door radicaal te snoeien in de federale overheidsuitgaven, gecombineerd met de terugverdieneffecten van zogenaamde structurele hervormingen.
Niet dat er geen andere opties zijn. Een minder strikt begrotingspad volgen bijvoorbeeld. Of meer saneringsinspanningen door de regionale en lokale overheden.
Maar het eerste dreigt te leiden tot Europese oekazes en sancties en tot nervositeit op de financiële markten. Het tweede lijkt weinig haalbaar in een federaal stelsel vol politici, partijen en partijvoorzitters, die constant de eigen regio of hun stad of dorp willen voortrekken.
Hakken in de sociale zekerheid
Zo’n federale tax shift of cut dreigt neer te komen op een aftakeling van de sociale zekerheid van werknemers, van de sociale bijstand en van de internationale solidariteit via ontwikkelingssamenwerking.
Wat heb je federaal anders om in te hakken? Met de oorlog in Oekraïne en de hete adem van de NAVO in de nek zijn besparingen in defensie niet realistisch. Het overheidsapparaat is al ontwricht door onderbestaffing en onderinvesteringen. De wedden van het federale overheidspersoneel dan? Vind dan maar eens geschikt personeel op een knellende arbeidsmarkt.
Op de vele fiscale en parafiscale uitgaven kan zeker worden beknibbeld, maar dat moest zowel bij Van Peteghem als bij De Wever de tax shift al financieren. Aan de oplopende tekorten in de sociale zekerheid van zelfstandigen durft niemand raken. ‘De middenstand regeert het land’, weet je wel.
Dus holt De Wever de werkloosheidsverzekering van werknemers uit, een eufemisme is voor deregulering van het arbeidsrecht en verdere ontwrichting van de loonvorming, en kleedt hij de welvaartsvastheid van de sociale uitkeringen uit – behalve voor de pensioenen boven het minimum, het enige deel dat de zelfstandigenorganisaties echt interesseert.
Roekeloos
Die ongeziene aanslag op de sociale zekerheid van werknemers leidt dus tot de vraag wat werknemers überhaupt te winnen hebben bij een brede belastingverlaging. In het beste geval leidt dat tot een hoger nettoloon, hoewel dat voor de laagste lonen niet eens gegarandeerd is omdat daar niet veel belastingen en bijdragen meer zijn om te verlagen.
Het Vlaamse regeerakkoord bevestigde al dat wat de nieuwe federale regering voor de lage lonen wint aan belastingverlaging aan Vlaamse kant wordt afgenomen worden door de parallelle afschaffing van de Vlaamse jobbonus.
De ongeziene aanslag op de sociale zekerheid leidt tot de vraag wat werknemers überhaupt te winnen hebben bij een brede belastingverlaging.
Alle werknemers, de meest kwetsbaren eerst, dreigen een enorme prijs te betalen voor een roekeloze belastingverlaging. Minder sociale uitkeringen, minder gezondheidszorg, meer premies voor privé-verzekeringen, minder arbeidsbescherming en een slechtere en duurdere dienstverlening van de overheid.
Het extraatje netto is de troostprijs voor het aangehouden verbod op loonsverhogingen. Om nog maar te zwijgen van de prijs die mensen in armoede, gerechtigd op sociale bijstand, zouden betalen.
Prioritair voor de lasten op arbeid is de ontoelaatbaar hoge marginale lastendruk op de lagere lonen wegwerken. Zoethoudertjes zoals de sociale en fiscale werkbonus of de Vlaamse jobbonus worden nu te snel afgebouwd naarmate het brutoloon stijgt, een belangrijke oorzaak voor de inkomensvallen voor lagere lonen. Alleen dat al kost handenvol geld.