In Vlaanderen leven zo’n 520.000 mensen, 7,8 procent van de bevolking, in armoede. Nog eens een meer dan een half miljoen Vlamingen flirt met de armoedegrens. Dat blijkt uit de 17de Armoedebarometer, die Decenniumdoelen – het platform van armoede- en sociale organisaties, vakbonden en mutualiteiten – elk jaar uitbrengt.
Het armoedecijfer in Vlaanderen ligt daarmee al voor het derde jaar op rij op hetzelfde niveau. Het lukt Vlaanderen niet om de armoede nog sterker terug te dringen. Voor heel België is wel een lichte daling van het armoederisico merkbaar. Dat daalde van 13,2 naar 12,3 procent in 2023, ondanks de forse stijging van de levensduurte.
Volgens Decenniumdoelen hadden in de eerste plaats maatregelen van de federale regering een impact op de armoedecijfers.
Opvallend, de armoedekloof, ofwel het verschil tussen inkomens van mensen in armoede en de armoedegrens, daalde wel flink in Vlaanderen, van 18,2 naar 12,2 procent. Dat betekent dat de inkomens van mensen in armoede verbeterd zijn. Wellicht biedt dat een verklaring waarom ook minder Vlamingen zelf aangeven dat ze ‘moeilijk tot zeer moeilijk rondkomen’, 8,7 procent tegenover 9,7 procent in 2022.
Federale steunmaatregelen
Volgens Decenniumdoelen hadden in de eerste plaats maatregelen van de federale regering een impact op de armoedecijfers. ‘Denk aan het uitgebreide sociale energietarief tijdens de energiecrisis’, aldus voorzitter Anne Van Lancker. ‘Of aan de hogere minimumuitkeringen, pensioenen en het hogere minimumloon. Die federale maatregelen wérken.’
‘Deels speelt in Vlaanderen de wet van de remmende voorsprong’, gaat Van Lancker verder. ‘Als de armoede gedaald is tot op een bepaald niveau, wijst onderzoek uit dat je meer moet doen dan enkel nog de uitkeringen verhogen. Let wel, onze uitkeringen liggen nog steeds niet boven de Europese armoedegrens.’
'Als de armoede gedaald is tot op een bepaald niveau, wijst onderzoek uit dat je meer moet doen dan enkel de uitkeringen verhogen.'
Anne Van Lancker, voorzitter Decenniumdoelen
Vlaanderen moet dus werk maken van andere maatregelen. Cruciaal is volgens Decenniumdoelen het huisvestingsbeleid. ‘Wonen is een grondrecht’, benadrukt Seppe Vanhex, coördinator van Decenniumdoelen.
‘Maar vandaag staan liefst 176.000 mensen op een wachtlijst voor een sociale woning. Daardoor zijn heel wat huishoudens aangewezen op de private huurmarkt, terwijl ze daarvoor eigenlijk onvoldoende middelen hebben. In dat geval kan een huurpremie het verschil maken. Bovendien zien we nog te veel discriminaties op de woonmarkt. Praktijktesten om dat tegen te gaan, zijn onontbeerlijk.’
'Minister Diependaele miskent dat sociaal wonen een hefboom is om mensen uit de armoede te helpen.'
Anne Van Lancker, voorzitter Decenniumdoelen
‘Als de Vlaamse regering ervoor kan zorgen dat er meer sociale woningen gebouwd worden, valt voor veel mensen een enorme last van de schouders’, beaamt Van Lancker.
‘Minister van Wonen Matthias Diependaele (N-VA) zegt dat het geen doelstelling is van de Vlaamse regering om meer sociale woningen te bouwen, en dat mensen vooral niet te lang in een sociale woning moeten blijven. Dat is absoluut niet onze visie. De minister vergeet dat sociaal wonen een hefboom is om mensen uit de armoede te helpen. Daardoor kunnen ze bijvoorbeeld hun kinderen laten studeren.’
Nieuwe armen
De laatste jaren ziet Decenniumdoelen nieuwe profielen van mensen in armoede. Werkende mensen uit de lage middenklasse, en vooral jongeren zien we steeds meer in de armoedestatistieken. ‘Wellicht omdat ze alsmaar vaker in precaire jobs terechtkomen’, zegt Van Lancker. ‘Dat toont dat activering op de arbeidsmarkt niet altijd voor minder armoede zorgt. Soms zorgt het voor meer werkende armen.’
Decenniumdoelen identificeert alvast ‘twaalf werken’ om komaf te maken met armoede. Van doorgedreven renovatieprogramma’s op de private en sociale huurmarkt, tot de volledige indexering van het Groeipakket, de vroegere kinderbijslag.
Van Lancker: ‘Om radicaal te breken met armoede, moet het beleid moedige keuzes maken. Dat staat haaks op de plannen van sommige partijen, die nu al willen besparen op de sociale zekerheid. Bijvoorbeeld om het militaire budget te verhogen.’