Sinds 1 januari worden uitstrijkjes voor vrouwen tussen 30 en 65 jaar in laboratoria standaard onderzocht op de aanwezigheid van hoogrisico-HPV. Dat virus kan baarmoederhalskanker veroorzaken. Van het nieuwe onderzoek merk je zelf weinig, want de methode met het uitstrijkje blijft hetzelfde. Ook blijft het gratis.
Wat wel veranderde, is de periode tussen controles op HPV: die gaat van drie naar vijf jaar. De hogere nauwkeurigheid van de nieuwe test maakt een uitstrijkje om de drie jaar niet langer nodig.
Die langere tussenperiode geldt alleen voor twee opeenvolgende testen met de nieuwe analyse. Als vrouw tussen 30 en 65 jaar werd je tot dit jaar in veel gevallen nog met een andere methode gescreend op HPV. Daarom laat je het eerste uitstrijkje na 1 januari best nog eenmalig nemen drie jaar na het vorige. Daarna volstaat de tussenperiode van vijf jaar.
Aanwezigheid van HPV-virus of van afwijkende cellen wil nog niet zeggen dat je kanker hebt. Het betekent alleen dat een vervolgonderzoek nodig is. Vroegtijdige opsporing van baarmoederhalskanker verhoogt in de meeste gevallen de kans op genezing.
Voor vrouwen tussen 25 en 29 jaar blijft de termijn van de screening wel drie jaar. Bij vragen neem je best contact op met je huisarts of gynaecoloog.
Elise Rummens - preventie-arts CM
