Dat niet aan alle noden beantwoord werd tijdens de septemberverklaring is voor Ann Baeyens, directeur gezondheid, welzijn en participatie bij CM, geen verrassing. ‘Het departement van een minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin is al jarenlang het departement van nooit genoeg. Om op één vlak stappen vooruit te zetten, moet er elders in het departement bespaard worden. De middelen die de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin kan inzetten zijn per definitie beperkt, en in ieder geval te beperkt om alle noden te lenigen. Daarom zou zorg beter een gedeelde verantwoordelijkheid van de voltallige regering zijn in plaats van één minister alleen.’
‘Zorg zou beter een gedeelde verantwoordelijkheid zijn van de voltallige regering in plaats van één minister alleen.’
Ann Baeyens - directeur gezondheid, welzijn en participatie CM
Baeyens is alvast blij met de verhoging van het zorgbudget voor zwaar zorgbehoevenden, dat van 135 euro naar 140 euro per maand stijgt. ‘Dat is de tweede verhoging op evenveel jaar tijd. Daarmee is eindelijk een broodnodige inhaalbeweging ingezet. Het budget werd jarenlang niet verhoogd en is bovendien niet gekoppeld aan de index. Als die koppeling er bij de start van het zorgbudget in 2001 was geweest, dan bedroeg het budget nu 177 euro. Samen met de andere ziekenfondsen en belangenorganisaties blijven wij voor die koppeling pleiten.’
Persoonsvolgend budget
Een van de heetste hangijzers is momenteel het persoonsvolgend budget. Dat kwam recent in het oog van een mediastorm terecht omdat dat minstens twee personen voor euthanasie kozen omdat zij door het uitblijven van voldoende zorgbudget en ondersteuning in een uitzichtloze situatie zaten. De Vlaamse Regering maakte zich nochtans sterk dat iedereen die een persoonsvolgend budget toegekend krijgt in de groep met de hoogste prioriteit binnen de twaalf maanden hun budget moet ontvangen.
‘We vernemen nu dat de regering extra inspanningen wil leveren om mensen met een complexe problematiek – ook jongeren – die bijvoorbeeld naast fysieke klachten ook mentale steun nodig hebben de nodige hulp te kunnen bieden. Bovendien wil men ook de spoedprocedure bijschaven, die in het leven werd geroepen om personen met een snel degeneratieve ziekte zoals ALS sneller te kunnen helpen, om meer mensen daar toegang toe te geven. We zijn tevreden met die extra inspanningen, maar het blijft wel zo dat de wachttijd voor wie niet tot de groep met de allerhoogste prioriteit behoort veel te lang is’, aldus Baeyens.
‘Geen illusies dat ik het budget ooit zal krijgen’
Op 31 december 2021 stonden net geen 16.000 mensen ingeschreven in een van de drie prioriteitengroepen, waarvan meer dan 15.000 in de twee laagste categorieën. In die categorieën kan de wachttijd enorm kan oplopen, terwijl financiële ondersteuning ook daar broodnodig is.
Dat de wachttijd voor wie net buiten de hoogste prioriteit aanvoelt als een eeuwigdurend verblijf in het vagevuur weet Geert Verheyen (37), die al tien jaar wacht op zijn persoonsvolgend budget. ‘Mijn aanvraag tot een persoonsvolgend budget werd al in 2013 goedgekeurd. Ik denk niet dat ik in die tien jaar al veel opgeschoven ben. Je weet ook totaal niet op welke plaats je staat en wanneer het eindelijk jouw beurt is.’
‘Heel deze soap zegt veel over hoe de samenleving kijkt naar mensen met een beperking.’
Geert Verheyen - wacht al tien jaar op persoonsvolgend budget
‘Doordat ik in categorie twee zit maak ik mij op dit moment geen illusies, ik denk niet dat ik ooit van mijn leven het budget effectief uitbetaald zal krijgen. Telkens er iemand in de hoogste categorie bijkomt krijgt die voorrang, omdat er niet genoeg geld wordt vrijgemaakt om iedereen die er recht op heeft van een budget te voorzien. Momenteel wordt de wachttijd op twintig jaar geschat. (verontwaardigd) Twintig jaar! Heel deze soap zegt veel over hoe de samenleving kijkt naar mensen met een beperking. Zeg eens tegen nieuwe ouders: dat Groeipakket voor je kind, je hebt daar récht op, maar we hebben geen geld. Kom binnen twintig jaar eens terug. Het land zou snel op z’n kop staan. Maar bij mensen met een beperking mag dat allemaal blijkbaar.’