Uit nieuwe cijfers over arbeidskwaliteit in België blijkt dat vooral vrouwen fysiek zware handelingen verrichten op het werk. Denk aan patiënten of ouderen optillen voor verzorging, of alsmaar een ladder op- en afgaan om te poetsen. Gemiddeld rapporteren vrouwelijke werknemers een fysieke werkzwaarte van 28 procent, tegenover 23,6 procent voor mannen.
De cijfers zijn afkomstig van de vijfjaarlijkse Europese enquête naar arbeidsomstandigheden en jobkwaliteit. Daarvoor bevroegen onderzoekers in België ruim 4 000 werknemers. Ook het verschil tussen korter en langer geschoolde werknemers is markant: langgeschoolden geven een fysieke werkzwaarte aan van 20,9 procent, bij werknemers zonder middelbaar diploma ligt die score zo’n twee derde hoger, met 34 procent. Bovendien nemen sinds 1995 zowel de fysiek zware als de repetitieve handelingen toe in het werk. Nooit eerder rapporteerden Belgische werknemers zoveel fysiek zwaar en zich herhalend werk.
Vergrijzing
Onderzoeker aan de KU Leuven Céline Detilleux was verrast door de cijfers. ‘Tot 2015, de vorige bevraging, waren het veeleer mannen die fysiek zwaar werk uitvoerden. Wellicht biedt het toenemende belang van zorgberoepen, waarin vrouwen sterk oververtegenwoordigd zijn, een verklaring. Anderzijds weten we uit eerder onderzoek dat zware, traditioneel mannelijke beroepen de laatste decennia vaker vervangen zijn door machines.’
Al maakt Detilleux wel de bedenking dat de enquête is afgenomen tijdens de coronapandemie, en dat de hoge druk op de zorgsector destijds de resultaten vertekend kan hebben. ‘Ik ben benieuwd of deze evolutie zich doorzet. Maar door de vergrijzing neemt het belang van zorgberoepen nog toe.’
Hoe dan ook werpen de cijfers een dubbelzinnig licht op de arbeidsmarkt. Door technologische vooruitgang en de verschuiving van arbeiders- naar bediendenbanen moeten zware en repetitieve taken net afnemen, verwachten onderzoekers. Het onderzoek naar arbeidskwaliteit toont inderdaad dat banen met zware en repetitieve taken uit de arbeidsmarkt verdwijnen, maar toch rapporteren werknemers gemiddeld meer zwaar en herhalend werk.
'Fysiek zware en repetitieve takenpakketten zijn hét recept om werknemers ziek te maken.’
Maarten Hermans, ACV-expert welzijn op het werk
‘Dat wijst erop dat die negatieve arbeidskenmerken in bestaande, of mogelijk nieuwe banen toenemen’, zegt ACV-expert welzijn op het werk Maarten Hermans. ‘Technologische vooruitgang zorgt dus niet automatisch voor werkbaar werk. De Vlaamse Werkbaarheidsmonitor toonde recent een duidelijke stijging van de werkdruk sinds 2004. In zorg- en onderwijsfuncties is die de laatste vijftien jaar met liefst 50 procent gestegen. Als een verpleegkundige vroeger ’s ochtends één patiënt in bad moest helpen, zijn dat er vandaag misschien vier, zonder voldoende pauze.’
Spier- en skeletpijnen
De stijging van fysiek zwaar en herhalend werk heeft een maatschappelijke weerslag. Handelingen zoals zware lasten dragen, mensen optillen of verplaatsen, of werken in pijnlijke en vermoeiende houdingen leiden, niet verwonderlijk, vaker tot spier- en skeletaandoeningen. ‘Zo goed als alle werknemers die regelmatig werken in pijnlijke houdingen geven na een tijd gezondheidsklachten aan’, aldus Hermans. ‘Voor werknemers die voortdurend mensen moeten optillen of verplaatsen, is dat bijna 90 procent. Zulke fysiek zware en repetitieve takenpakketten zijn hét recept om werknemers ziek te maken.’
De nieuwe cijfers tonen dat een recordaantal Belgische werknemers – maar liefst 72 procent – een of meerdere spier- en skeletaandoeningsgerelateerde klachten aangeeft. Ongeveer een derde van het half miljoen langdurig zieken in België lijdt aan aandoeningen als lage rugpijn, artrose, of peesontsteking. Vrouwelijke werknemers rapporteren zulke klachten ook vaker, en liefst 58,7 procent van alle langdurig zieken waren in 2021 vrouwen. Meer nog, uit ander onderzoek bleek al dat de levensverwachting in goede gezondheid voor kort en middellang geschoolde vrouwen in het eerste decennium van de 21ste eeuw afnam. Voor kortgeschoolde vrouwen met bijna vier jaar, en voor middellang geschoolde vrouwen met bijna een half jaar. Dat terwijl de levensverwachting in goede gezondheid voor mannen en in het algemeen toenam.
‘Wie een minder kansrijke positie heeft op de arbeidsmarkt, zoals vrouwen, korter geschoolden, arbeiders en mensen met een migratieachtergrond, komt vaker in aanraking met ziekmakend werk’, besluit Hermans. ‘Werknemers met gezondheidsklachten zien het significant minder zitten om langer dan hun 60ste te blijven werken. Als de regering wil dat mensen langer aan het werk en minder langdurig ziek zijn, dan moet ze die stijgende trend van ziekmakend werk zien te keren.’
Getuigenis
Anna Przybylska (41), huishoudhulp in de dienstenchequesector
‘Na 13 jaar als poetshulp zijn de rugklachten onvermijdelijk, en ik ben niet de enige. Een tijdje geleden was het zo erg dan ik niet eens kon slapen of blijven zitten. Ik begrijp niet hoe ik het volhield om te blijven werken. Het zwaarst vind ik vloeren schoonmaken. Lang gebogen werken, vodden uitwringen, dweilen, en dat meerdere keren per dag. In de winter barsten je handen open van de kou nadat ze een dag in het sop zaten. En als je dan thuiskomt, wacht daar hetzelfde werk.’
Linda Roosen (60), nachtverpleegkundige
‘Die zware bedden verplaatsen! Dat blijft veeleisend, en als een patiënt dringend naar intensieve zorgen moet, is er geen tijd om aan de belasting van je knieën of schouders te denken. Aan een hernia twee jaar geleden heb ik verdoofde tenen overgehouden. Maar op dertig jaar tijd is het werk vooral mentaal zwaarder geworden, adempauzes worden steeds zeldzamer. Nochtans zorgen die na een intens moment, zoals een overlijden, net voor de veerkracht om verder te gaan. Belangrijk, want we blijven mensen die werken met andere mensen, en als ik een patiënt kan helpen, geeft me dat nog steeds veel energie.’