Uit een audit van het Riziv rond zware medische beeldvorming blijkt dat het aantal CT- en MRI-onderzoeken jaarlijks sneller toeneemt dan de demografische groei. Er is ook een duidelijk verschil is in het aantal MRI-onderzoeken tussen regio’s en tussen ziekenhuizen. Dat verschil kan niet worden verklaard op basis van patiëntenkenmerken (leeftijd, geslacht, sociale status).
Hoe komt het dat we steeds vaker onder de scanner gaan?
LUC VAN GORP, voorzitter CM ¬ ‘We zijn een prestatiegerichte geneeskunde, dat speelt natuurlijk mee. De hervorming van de nomenclatuur en de herziening van de ziekenhuisfinanciering zal hopelijk voor een nieuw elan zorgen, waarbij vanuit gezondheidszorgdoelstellingen en zogenaamde appropriate care wordt gewerkt. Het verdienmodel zoals het nu is, moet anders. Maar we zijn stappen in de goede richting aan het zetten.’
‘Er moet echter niet enkel naar het voorschrijfgedrag van de artsen worden gekeken. Ook de patiënten hebben er een aandeel in. Ze dringen soms aan op een scan, zeggen aan hun huisarts: ‘Ik wil een scan. Als je er geen voorschrijft, ga ik elders.’ Ons systeem laat dat ook toe.’
In Nederland is dat dan anders?
VAN GORP ¬ ‘Daar wordt de tweedelijnszorg sterker afgeschermd. Je kunt niet zelf een afspraak maken met een specialist. Dat kan er enkel na doorverwijzing door je huisarts. Je kunt je huisarts bovendien ook niet kiezen. Die wordt je toegewezen op basis van je woonplaats. Bij ons bestaat er een fenomeen om te gaan ‘shoppen’. Als de ene huisarts je geen voorschrift voor een scan wil maken, kun je als patiënt naar een andere gaan. Je kunt daarnaast ook rechtstreeks een afspraak met een specialist maken.’
Waarom is dat een probleem?
VAN GORP ¬ ‘De gezondheidszorg moet betaalbaar en toegankelijk blijven, voor iedereen. We willen als CM daarom het rationele gebruik van beeldvorming, geneesmiddelen en medische apparatuur stimuleren.’
Geldt dan ook niet ‘beter voorkomen dan genezen’? Een scan kan bij twijfel uitsluitsel bieden, waardoor snel aan de gepaste behandeling kan worden begonnen?
VAN GORP ¬ ‘We vragen ons af of je bijvoorbeeld bij elk geval van lage rugpijn een MRI moet doen. Als er geen alarmsignalen zijn, zoals uitval in één van de ledematen, koorts of gewichtsverlies, dan moeten we misschien beter twee of drie weken wachten en dan een scan doen, als de symptomen aanhouden. Een iets conservatievere, meer beredeneerde houding dus.’
Wat zou een oplossing kunnen zijn?
VAN GORP ¬ ‘Het Riziv stelt voor om te onderzoeken of het aantal onderzoeken beperkt kan worden, door te werken met een maximum aantal per ziekenhuis, op basis van het aantal unieke patiënten. Daarnaast wil het Riziv ook werken met een ‘klinisch beslissingsondersteunend systeem’, zodat de voorschrijvende arts ondersteund wordt bij het opstellen van het voorschrift en om zo het meest aangewezen onderzoek aan te vragen. Dat is een goede zaak. We zijn absoluut stappen in de goede richting aan het zetten.’