Vanaf 1 januari hebben alle werknemers recht op vijf dagen opleiding per jaar, tenzij de sector minder beslist. Maar wel in ruil voor nachtarbeid in de e-commerce, zonder overleg. De dwangbuis van de loonnorm, ja, die mag versoepelen. Maar alleen als we de indexering opofferen, klinkt het. Want, zegt het VBO, dat is ook een beperking van de vrijheid van loononderhandelingen. Nonsens uiteraard, in de privésector is de indexering precies het resultaat van vrije onderhandelingen.
Nog zoiets: het minimumloon gaan we met 35,7 euro bruto per maand verhogen op 1 april. En de regering wil er netto nog serieus wat bijsteken. Maar alleen in ruil voor de uitbreiding van flexi-jobs naar twaalf extra sectoren.
Laat me even bij die flexi-jobs stilstaan. Na jaren van opgelegde zware loonmatiging tot zelfs loonblokkering vanuit de politiek, halen veel hardwerkende Vlamingen en gepensioneerden het einde van de maand niet meer. Terwijl de bedrijfswinsten historisch hoog zijn. Wat zou dan de logische oplossing zijn? Lonen meer laten stijgen, hogere pensioenen. Een fiscale hervorming die ervoor zorgt dat arbeid wat minder en kapitaal wat meer bijdraagt. Maar niet voor liberale politici. Hun antwoord: Werk om rond te komen nog wat belastingvrij bij, boven op je baan of pensioen, in een superflexibel oproepcontract. Weet je wat, we noemen het flexi-jobs, dat klinkt goed.
Mensen die niet rondkomen hebben geen andere keuze dan in dit systeem te stappen. Binnenkort zullen diezelfde liberale politici dan wel vaststellen dat we met een groot gat in de staatskas zitten. Dat het nog moeilijker wordt om zorg, pensioenen, openbaar vervoer, onderwijs ... te financieren. En dat we, alweer volgens diezelfde liberalen, niet anders kunnen dan besparen. Twee keer raden wie dat het meest zal voelen: de hardwerkende Vlaming die de bus moet nemen om op zijn flexi-job te geraken.
Politici spelen met vuur. Mensen die hard werken voelen dat ze niet meer vooruitgaan in het leven. Ze hopen vooral om niet verder achteruit te gaan. Terwijl extreme rijkdom voor enkelen alsmaar aangroeit. Dat leidt tot terecht ongenoegen. Tot klassieke politieke partijen die steeds kleiner worden. Tot extreme partijen die alsmaar groter worden. Tot spanningen en polarisering in de samenleving die alsmaar verder oplopen.
Tegelijk weten we wat er moet gebeuren om die spiraal te stoppen. In Nederland zou de splinternieuwe politieke partij van de ‘saaie’ Pieter Omtzigt, die pleit voor meer ‘bestaanszekerheid’ en voor een ‘vernieuwd sociaal contract’, bij de verkiezingen volgende maand zomaar de grootste partij van het land kunnen worden. Niet dat ik zit te snakken naar saaie politici. Wel naar politici met een hart voor gewone mensen.
Marc Leemans - voorzitter ACV
