Dat er een artsentekort is in ons land, is geen geheim meer. Steeds meer Belgische huisartsen hebben een patiëntenstop en specialisten kampen vaak met ellenlange wachtlijsten. Buitenlandse artsen die hier aan de slag gaan zouden daarop een antwoord kunnen bieden. Toch rijzen er wel wat vragen rond de forse toename van buitenlandse artsen in het doktersbestand.
Zo kan de kennis van het Nederlands, of het gebrek daaraan, een obstakel vormen. Een heldere, duidelijke communicatie tussen dokter en patiënt is essentieel voor een goede behandeling. En daar knelt het schoentje. Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) liet al verstaan dat er een strengere regelgeving komt hierrond. ‘Ik wil dat artsen de taal van de patiënt spreken en zal daartoe een voorstel indienen’, reageerde de minister eerder deze week al. Wie niet aan de eisen voldoet, zou zijn of haar erkenning kunnen verliezen.
Naast taalkennis is ook medische kennis is niet gegarandeerd. Zo trekt de Vlaamse tandartsenbond aan de alarmbel rond neptandartsen uit Roemenië. Omdat Roemenië tot de Europese Unie behoort, wordt het diploma automatisch gehomologeerd. Maar dat betekent allerminst een garantie van de medische kennis.
Briefjes schrijven
Ook CM-voorzitter Luc Van Gorp stelt zich vragen bij het stijgende aantal buitenlandse artsen. Het artsentekort moet ook helemaal anders bekeken worden, aldus Van Gorp: ‘Er wordt niet nagedacht over hoe het komt dat we met zulke tekorten zitten. Er zijn volgens mij genoeg artsen, maar het gaat erom wat ze doen en waar ze worden ingezet. Als al die artsen ook briefjes allerhande of voorschriften moeten schrijven, dan hebben ze te weinig tijd voor essentiële zorg. De vraag die we ons moeten stellen: zijn onze artsen wel met de juiste zaken bezig?’
In ieder geval is een toename van buitenlandse artsen in ons land niet het juiste antwoord op het tekort aan handen in de zorg volgens Van Gorp: ‘Men wil absoluut het huidige gezondheidsmodel, dat kraakt, overeind houden. Over de fundamentele oorzaken waarom het sputtert weigeren we na te denken. Problemen in de zorg oplossen met buitenlandse krachten zonder systeemverandering, dat noem ik kolonisatie van de gezondheidszorg. Als we zo doorgaan, kunnen we binnenkort de Mexicaanse en Indische verpleegsters met een burn-out gaan verzorgen. Als je het systeem niet verandert, is het dweilen met de kraan open.’
Ten slotte lijkt het wat wrang dat een aantal studenten van hier die voor het toegangsexamen geneeskunde slagen, toch niet aan de studie mogen starten wegens artsenquota. Die zijn dan wel recent opgetrokken, het effect ervan laat zich pas voelen over enkele jaren.