In 2010 gaat de Roemeense vrachtwagenchauffeur Stefan Popescu via een Roemeense dochteronderneming aan de slag bij transportbedrijf Essers in Genk. Al snel krijgt hij bijkomende taken. Niet alleen administratief, maar ook als persoonlijke chauffeur van de familie Essers.
Alleen blijft Popescu al die tijd een Roemeens loon ontvangen, terwijl hij voltijds in België aan de slag is. Dat loon, zo’n 300 euro per maand, ligt ver beneden de Belgische minimumlonen. Wanneer hij zijn werkgever aanschrijft om zijn contract te regulariseren, vangt hij bot. In februari 2015 stuurt Essers hem opnieuw naar Roemenië. Kort daarop dient Popescu een klacht in.
Na een procedure van acht jaar geeft het arbeidshof – het hof van beroep voor arbeidsrechtszaken – hem vandaag gelijk. ‘Dit is de waarheid’, reageert Stefan Popescu. ‘Eindelijk krijgt dat erkenning.’
Precedent
Nadat een Roemeense rechter eerder al oordeelde dat niet de Roemeense tak van Essers, maar Essers België de werkgever van Popescu was, volgt het Belgische hof nu die redenering. Onder meer omdat hij al zijn instructies kreeg vanuit Genk, bijna altijd vanuit de standplaats in Genk vertrok, en omdat de loonberekening in België gebeurde, valt hij onder het Belgische en niet het Roemeense arbeidsrecht, luidt de redenering. Essers moest Popescu dus ook naar Belgische maatstaven.
‘Dit is een zeer belangrijke uitspraak’, aldus Koen Ryckenboer van ACV-Transcom. ‘Het is een precedent voor alle buitenlandse werknemers die hoofdzakelijk in België werken, maar met een contract in hun land van herkomst en dus aan een lager loon. In de toekomst zullen ze voor een Belgische rechtbank hun rechtmatige loon kunnen opeisen. Cruciaal in de strijd tegen sociale dumping.’
Sociale dumping is een hardnekkig zeer in de transportsector. Popescu’s zaak werd ondersteund door verklaringen van collega’s bij Essers die ook aan extreem lage lonen moesten werken.
Frauduleus
‘Als ik hard zou werken, beloofde Essers me een Belgisch contract’, vertelt Popescu. Een loze belofte. Maar belangrijker, vinden advocaten Jan Buelens en Laura Adriaensens, is dat hij sowieso recht had op een Belgisch loon. ‘De constructie die Essers opzette, was een frauduleuze constructie om het personeel zo laag mogelijke lonen te betalen.’