Jaarlijks krijgen ruim 10 000 patiënten, vooral vrouwen, de diagnose borstkanker. Een nieuwe studie van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) toont nu zorgwekkende kwaliteitsverschillen tussen ziekenhuizen aan voor hun behandeling. Wie in een niet-erkende borstkliniek behandeld wordt, één op de vijf borstkankerpatiënten, heeft 30 procent meer kans om binnen de vijf jaar te overlijden dan patiënten van een erkende kliniek.
‘De overlevingskansen van borstkankerpatiënten mogen niet afhankelijk zijn van het centrum waarin de patiënt behandeld wordt’, zegt CM-voorzitter Luc Van Gorp. ‘De toegankelijkheid en kwaliteit van de zorg moeten voor elke patiënt gegarandeerd zijn.’
'De overlevingskansen van borstkankerpatiënten mogen niet afhankelijk zijn van de borstkliniek.'
CM-voorzitter Luc Van Gorp
Minister van Volksgezondheid minister Vandenbroucke (Vooruit) kondigde daarom aan dat voortaan enkel nog behandelingen door erkende borstklinieken terugbetaald worden. ‘Sommige ziekenhuizen bleven bovendien erg onduidelijk over hun gebrek aan erkenning’, klinkt het. ‘Ze noemden zich bijvoorbeeld een ‘borstcentrum’. In de toekomst hoeven zij niet meer te rekenen op een terugbetaling voor de behandeling van borstkanker.’ De terugbetaling verdwijnt enkel voor de opmaak van een behandelplan of voor chirurgie, opvolgbehandelingen zoals chemo- of radiotherapie worden wel nog steeds terugbetaald.
Volgens Karen Mullié, jurist bij CM, komt het patiëntenrecht op een vrije artsenkeuze niet in het gedrang. ‘Of een behandeling terugbetaald wordt of niet, doet geen afbreuk aan jouw rechten als patiënt. Als patiënt heb je het recht op volledige informatie van elke arts, dat is nodig om bewust en geïnformeerd in te stemmen met een behandeling. Informatie over terugbetalingsregels en de financiële gevolgen van de behandeling zijn daarin een belangrijk element. Artsen zijn dus verplicht om je op voorhand heel duidelijk te informeren over de kostprijs van de behandeling.’
Minimumaantal diagnoses
Om een erkenning als borstkliniek te krijgen, moeten ziekenhuizen een gespecialiseerd multidisciplinair team hebben, met bijvoorbeeld ook psychologen, en een minimaal aantal diagnoses per jaar uitvoeren. Op die manier zou het team voldoende ervaring moeten opbouwen. Ook daar knelt het schoentje, niet alle 72 erkende borstklinieken halen dat minimumaantal.
Het KCE-onderzoek toont aan dat patiënten met invasieve borstkanker in een kliniek met minder dan 125 diagnoses per jaar, het minimum voor een erkenning als ‘coördinerende borstkliniek’, ook 30 procent meer overlijdenskans lopen. In ziekenhuizen met minder dan 60 borstkankerpatiënten per jaar, het minimum voor een erkenning als ‘satellietkliniek’, lopen ze zelf 44 procent meer risico.
Niet alle 72 erkende borstklinieken halen het minimumaantal diagnoses dat nodig is voor een erkenning.
Het kenniscentrum adviseert om de satellieterkenningen te schrappen. Wat wel nog mogelijk is, aldus het minister Vandenbroucke, is dat niet-erkende ziekenhuizen een onderlinge samenwerkingsovereenkomst met de coördinerende borstklinieken afsluiten. ‘Alleen coördinerende borstklinieken zullen nog diagnoses mogen stellen, behandelplannen opmaken en borstchirurgie uitvoeren. Zo’n hervorming vraagt tijd, maar ik start ze nu op.’
‘Door de mogelijkheid tot samenwerking blijven de toegankelijkheid en bereikbaarheid voor de patiënt optimaal’, aldus Luc Van Gorp. ‘Maar patiënten kunnen nog steeds gebruikmaken van alle expertise die een coördinerende borstkliniek aanbiedt.’ Een kaart met de erkende borstklinieken toont immers aan dat mensen in sommige Belgische provincies veel minder opties hebben dan elders, zoals in de provincie Luxemburg waar geen enkele erkende borstkliniek is.