Vorige week nog fulmineerden de overnemers van de failliete busbouwer Van Hool dat werknemers in ons land te veel kosten en te veel verlof zouden hebben. Enkele uren later raakte evenwel bekend dat de Duitse frisdrankproducent Fritz-Kola zijn eerste buitenlandse vestiging zal openen in 2025. Daarvoor wordt gekeken naar Konings Juices & Drinks in het Limburgse Borgloon. Die locatie werd gekozen voor de strategische ligging, dicht bij enkele grote West-Duitse steden en in het hart van de Benelux.
Dat staat in schril contrast met de uitlatingen van de buitenlandse CEO’s van VDL Groep en GRW, de overnemers van Van Hool. Zij lieten in Gazet Van Antwerpen optekenen dat werknemers in ons land te veel verlof hebben of van verlofstelsels zoals ouderschapsverlof kunnen gebruikmaken. Ook de volgens hen hoge lonen vormen een handicap.
Reputatie
Steve Rosseel, voorzitter van ACV Voeding en Diensten, spreekt die voordoordelen met klem tegen. ‘Werkgevers vergeten te vaak hoeveel rendement Belgische werknemers opleveren. Belgen zijn harde werkers en heel flexibel, het is ook maar logisch dat daar een degelijk loon en menswaardige voorwaarden tegenover staan. Wij zetten ook enorm in op een degelijke kennis en doorgedreven opleiding van werknemers. Kwaliteit heeft haar prijs.’
‘Het is een mythe dat ons land geen ondernemingsvriendelijk klimaat heeft.’
Steve Rosseel - voorzitter ACV Voeding en Diensten
‘Onze voedingsindustrie heeft wereldwijd een heel goede reputatie. Zo worden tal van onze producten naar de hele wereld geëxporteerd. Mayonaise wordt bijvoorbeeld hier gemaakt en naar Azië en Afrika verscheept, in plaats van daar geproduceerd. Het is dus zeker een mythe dat ons land geen ondernemingsvriendelijk klimaat zou hebben.’
Loonkosten niet hoger
Daarin wordt Rosseel gesterkt door tal van rapporten en experts. Zo stelde politiek econoom Hielke Van Doorslaer van Denktank Minerva eerder dit jaar nog dat ‘in de maakindustrie de loonkosten maar tien procent van de vraagprijs voor producten bedragen. Dat is minder dan in Duitsland of Frankrijk, en vergelijkbaar met Nederland.’
Bovendien becijferde de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, die het verschil in uurlonen met de buurlanden moet berekenen, dat de Belgische uurloonkostprijs in 2022 3,8 procent lager lag dan in de buurlanden, rekening houdend met bedrijfssubsidies en belastingvoordelen.
Karige verlofstelsels
De ‘vele verlofstelsels en het vele deeltijdswerk’ die ons de das om zouden doen, lijken vooral in de hoofden van de CEO’s te bestaan. Professor sociaal werk en sociaal beleid aan de KU Leuven Wim Van Lancker noemde een jaar geleden in Visie onze bestaande verlofstelsels heel beperkt. ‘Die worden bovendien slecht vergoed met forfaitaire bedragen. Ons ouderschapsverlof is het uiterste minimum van wat Europa oplegt. Een kwart van de vrouwen zal bovendien nooit aanspraak kunnen maken op het ouderschapsverlof omdat je minstens twaalf maanden bij dezelfde werkgever moet werken en zij vaker kortstondig of met precaire contracten tewerkgesteld zijn.’
Terwijl sommige ondernemingen het doen uitschijnen dat België een hellhole is voor hen en zij hier alleen maar een aalmoes overhouden aan hun activiteiten, tonen de cijfers een heel ander beeld. De Belgische bedrijfswinsten waren tot 2023 bijna tien jaar lang op historische hoogte, terwijl de lonen door de loonnormwet in reële termen nauwelijks stegen boven op de indexeringen. Dat schreef de Nationale Bank van België vorig jaar nog.