Met het oog op de verkiezingscampagne voor 2024 wil de Vlaamse regeringspartij N-VA voortaan een deel van het leefloon uitbetalen in maaltijdcheques. Ze wantrouwt mensen die een leefloon krijgen en wil meer ‘zekerheid dat het leefloon naar essentiële zaken krijgt’.
‘Dat suggereert dat mensen met een leefloon financiële ruimte hebben om zich andere inkopen dan het hoogst noodzakelijke te permitteren’, zegt Marie Jeanne Hendrickx die 26 jaar lang voorzitter van het OCMW in Scherpenheuvel-Zichem was. ‘Dat is manifest onwaar. Het leefloon ligt vandaag te laag om fundamentele basisbehoeften te vervullen. Dat gaat om veel meer dan voeding, denk maar aan huisvesting en energiekosten, waspoeder, tampons, luiers, of kosten om te gaan werken, zoals mobiliteit en kinderopvang.’
Uit het Jaarboek armoede en sociale uitsluiting 2022 van de Universiteit Antwerpen leren we op basis van cijfers uit de Belgische uitgavenenquête dat mensen uit het laagste inkomenskwartier, ofwel de 25 procent laagste inkomens, het grootste deel van hun uitgaven besteden aan huisvesting (38,6 procent), ruim meer dan het Belgische gemiddelde (31,8 procent). De uitgaven aan voeding en niet-alcoholische dranken komen overeen met dat gemiddelde (zo’n 15 procent). Hoe hoger op de inkomensladder, hoe meer uitgaven aan cultuur, vrije tijd, kleding, of horeca.
‘Het leefloon is best vrij te besteden’, zegt onderzoeker aan de Universiteit Antwerpen Jill Coene. ‘Uit onderzoek weten we dat een alleenstaande met een socialebijstandsuitkering daarmee enkel de huisvestingskosten, en slechts een deel van de kosten voor gezonde voeding kan betalen. Alle andere behoeften schieten tekort. Als men een deel van het leefloon vervangt door maaltijdcheques zal dat helemaal onvoldoende zijn voor andere levensbehoeften.’
‘Boven alles is het cruciaal dat mensen in alle situaties, ook wanneer ze een leefloon krijgen, hun zelfbeschikkingsrecht behouden’, vindt Hendrickx. ‘Het is niet omdat je arm bent, dat je niet meer over je eigen leven mag beslissen.’