Bijna één op de vijf Belgen heeft inmiddels recht op de verhoogde tegemoetkoming (VT). In 2021 zou het om ruim twee miljoen personen gaan, wat maar liefst 54 procent meer is dan twintig jaar eerder. Dat blijkt uit cijfers van het Intermutualistisch Agentschap. Die enorme stijging is vooral te wijten aan de invoering van het OMNIO-statuut in 2007. Daarmee werd de verhoogde tegemoetkoming opengesteld voor alle personen met een laag inkomen, waar je voordien ook bijvoorbeeld gepensioneerde, weduwnaar, invalide of wees moest zijn.
‘De bredere toegang is een van de belangrijkste redenen waarom er een grote toename is in het aantal VT’ers’, leggen Hervé Avalosse en Gauthier Vandeleene uit. Zij onderzochten voor CM de evolutie van het aantal begunstigden. ‘Wat opvalt is dat de gemiddelde VT’er steeds jonger wordt. Waar het vroeger vooral gepensioneerden waren, is er een verschuiving naar de jongeren. In alle leeftijdscategorieën tot en met 49 jaar is er een verdubbeling sinds 2007, terwijl het aandeel bij 65-plussers stelselmatig gedaald is.’
Wat is de verhoogde tegemoetkoming?
Niet-opname nog te hoog
Wil dat dan zeggen dat er steeds meer jongere mensen in armoede leven? ‘Deels, maar het toont ook aan dat we mensen in armoede en met een laag tot zeer laag inkomen veel beter kunnen bereiken. Het zijn vaak mensen die tot dan onder de radar gebleven zijn’, aldus Hervé Avalosse. ‘Maar we zien nog steeds niet het volledige plaatje, omdat er heel wat mensen die recht hebben op de verhoogde tegemoetkoming, die nog niet aangevraagd hebben. Dat zien we ook bij het leefloon en ga zo maar door. Uit een studie van de Universiteit Antwerpen blijkt dat in 2019 zo’n 45 procent van de 18- tot 64-jarigen die in aanmerking komen voor het VT-statuut dat niet of nog niet hebben. Bij de 65-plussers is dat ongeveer 24 procent’, verklaart Gauthier Vandeleene.
Een oplossing voor de niet-opname van het recht dringt zich dus op. Om te garanderen dat gezondheidszorg toegankelijk is, ook voor wie er niet de centen voor heeft. Dat moet een politieke prioriteit zijn volgens beide onderzoekers.
Eenvoudigere procedures
Uit diverse studies blijkt dat non-take-up, het niet-opnemen van sociale rechten en premies, vaak voortkomt uit een gebrek aan informatie. ‘We zien dat nog steeds te veel mensen niet op de hoogte zijn van het bestaan van onder andere de verhoogde tegemoetkoming. Daarin kunnen lokale overheden, OCMW’s en andere organisaties een belangrijke rol spelen. Het zijn dus niet alleen de ziekenfondsen die inspanningen moeten leveren. Bovendien is de procedure om zelf een aanvraag in te dienen nog te omslachtig en vereist ze te veel administratie voor kwetsbare mensen.’
Daarvoor kan een verdere automatisering van de toekenning soelaas bieden. ‘Voor 45 procent van de CM-leden met een verhoogde tegemoetkoming werd dat recht automatisch toegekend’, weet Avalosse. ‘Maar meer dan de helft heeft zelf een aanvraag moeten indienen. Daarvoor neemt CM al jarenlang, op basis van de administratieve informatie waarover ze beschikt, contact op met haar leden wanneer ze recht op een verhoogde tegemoetkoming zouden kunnen hebben. Bijvoorbeeld wanneer iemand met pensioen gaat, bij de overgang naar invaliditeit en bij langdurige werkloosheid.’
Avalosse en Vandeleene bevelen daarom aan om de automatische toekenning verder uit te breiden. ‘De beste strategie is ervoor te zorgen dat wie in aanmerking komt, geen complexe inspanningen moet leveren. Daarom is een wetwijziging nodig, waardoor de ziekenfondsen toegang hebben tot de juiste databanken. Ze moeten het recht op de verhoogde tegemoetkoming kunnen openen voor onder andere gezinnen met een overmatige schuldenlast in een collectieve schuldenregeling, maar ook voor alleenstaanden en éénoudergezinnen waarbij de ouder arbeidsongeschikt, invalide, gepensioneerd of minimaal drie maanden werkloos is.’
‘Vroeger dacht ik twee keer na over een doktersbezoek‘
Veronique (42) vernam via een maatschappelijk werker dat zij in aanmerking komt voor de verhoogde tegemoetkoming
‘Ik had al van VT gehoord, maar wist niet dat ik recht had daarop. Ik dacht dat dat automatisch toegekend werd als je aan de voorwaarden voldoet. Gelukkig wist mijn maatschappelijk werker mij te vertellen dat wij dat zelf moesten aanvragen. Zij hielp om alle administratie in orde te brengen, want je moet heel wat attesten, docu-menten en loonfiches indienen als bewijs.’
‘Vóór de verhoogde tegemoetkoming moest ik vaak twee keer nadenken voordat ik naar de huisarts ging. Dat ik nu ter plaatse nog maar één euro moet betalen zorgt ervoor dat ik nu makkelijker naar de dokter durf te gaan.
Ook de medicatie die ik nodig heb kost nog maar de helft, waardoor ik ook niet meer hoef te dubben of ik die mij wel kan veroorloven. Ik hoop vooral dat de derdebeta-lersregeling ook naar andere zorgverleners wordt uitgebreid. Nu stel ik tandzorg zo lang mogelijk uit omdat je telkens het volledige bedrag moet voorschieten, wat in mijn situatie zeer moeilijk is.’