Bende
‘Als twaalfjarige stond ik al op een podium. Maar de klik die me deed kiezen voor het acteren, kwam pas toen ik als zestienjarige bij theatergezelschap Ontroerend Goed belandde. Ik ervaarde voor het eerst wat het betekent om je eigen stem te zoeken. Ook de kracht van een groep, het ‘bendegevoel’ dat anderen misschien ervaren bij een jeugdbeweging, voelde ik daar heel sterk.’
De Krook
‘Vroeger kon ik vier dagen aan een stuk ongestoord een tv-reeks bekijken. Sinds het moederschap is dat veranderd. Nu zoek ik bewust andere plekken op om te kunnen focussen. De Krook (bibliotheek in Gent, red) is een van mijn favoriete ‘onderduikadressen’. Een tijdje geleden was ik voor het eerst alleen op reis, in Milaan. Ronddwalen met een fysieke kaart in de hand en tussendoor in een koffiebar landen om wat te werken. Dat alleen eropuit trekken, wil ik verder onderzoeken.’
Kleine zus
‘Ik heb heel fijne jeugdherinneringen aan fantasiespelletjes met mijn kleine zus Pauline. We gingen dan zogenaamd op reis. Het spel vergde urenlange voorbereidingen waarbij we grote zakken vulden. De reis zelf was dan gewoon door onze tuin. Of we speelden hotel, waarbij elke slaapkamer in ons huis een hotelkamer werd. In mijn fantasie kruipen en ‘doen alsof’, dat doe ik vandaag nog steeds eigenlijk. Mijn inmiddels niet meer zo kleine zus steunt me voluit in het acteren.’
Zijproject
‘In mijn métier heerst veel werkonzekerheid. Het ene moment ben je overspoeld door werk en aandacht, het volgende moment valt alles weg en denk je: Bel mij, please. Dat is best een moeilijke evenwichtsoefening. Voor mij is de sleutel om daarmee om te gaan een zijproject. Zelf schrijven, soms lesgeven of iemand coachen ... Dat doet deugd en geeft autonomie. En het leert je te relativeren.’
Ambitie
‘Eva, het personage in Het smelt (de film van Veerle Baetens, gebaseerd op het gelijknamige boek van Lize Spit, red), is mijn tegenpool. Introvert, onzeker, getraumatiseerd. Als acteur moet je dan naar totaal onbekend terrein gaan. Tussen de opnames door heb ik mezelf helemaal afgesloten. Nog nooit heb ik dat zo hard nodig gehad. Pas ’s avonds kon ik wat ontladen. Jezelf zover drijven om naar de pijn en het verdriet van je personage te gaan, doet wel iets met je. Er is in mij iets blijven hangen van Eva, een soort antenne voor tristesse. Dat vind ik nog het mooiste aan mijn werk: heel dicht komen bij anderen en zo dingen zien die je eerst niet zag.’