Bij langdurige ziekte na een aanslepend traject van re-integratie uiteindelijk toch je baan verliezen, zelfs zonder enige vorm van ontslagvergoeding, dat zou sinds deze maand niet meer mogelijk moeten zijn. Die verandering kwam er onder meer na een rapport van het Rekenhof eind 2021. Daarin maakte de controle-instelling brandhout van het in 2016 hervormde systeem van re-integratietrajecten van langdurig zieken. Dat systeem helpt jaarlijks van de half miljoen langdurig zieken een 2 500-tal werknemers opnieuw richting werk. Daartegenover staan 20 000 langdurig zieken die vorig jaar de melding kregen dat ze ontslagen konden worden wegens medische overmacht.
‘Daarmee bevestigde het Rekenhof wat wij al lang wisten’, zegt Maarten Hermans, expert welzijn op het werk van het ACV. ‘Het re-integratietraject wordt niet zonder reden een ontslagmachine genoemd.’ De expert doelt daarmee op de zogenaamde ‘beslissing D’, waarbij een arts oordeelt dat zowel de huidige functie als aangepast werk niet meer mogelijk is bij de werkgever. Daarop kon het arbeidscontract verbroken worden wegens medische overmacht. ‘De recentste cijfers tonen dat dat zwaar oordeel in 54 procent van de gevallen viel.’ Vanaf 1 oktober zou dat verleden tijd moeten zijn. Langdurig zieke werknemers kunnen sindsdien via een re-integratietraject geen beslissing meer krijgen over de werkgeschiktheid die rechtstreeks kan leiden tot ontslag wegens medische overmacht. Die hervorming is er gekomen na de doorlichting van het Rekenhof, druk van het ACV en een unaniem advies van de sociale partners.’
Hoewel het ACV dus overwegend positief is over de hervorming zelf, blijft Hermans pessimistisch over het algemeen beleid tegen langdurig ziekte. ‘De vaststelling van het Rekenhof dat er jaarlijks voor elke langdurig zieke die via een re-integratietraject terug aan het werk gaat, tien nieuwe werknemers langdurig ziek worden, zal niet fundamenteel veranderen met deze hervorming. De oorzaken waardoor mensen uitvallen, zoals gevaar voor spier- en skeletaandoeningen en psychosociale risico’s, pakken we nog steeds onvoldoende aan. Dan blijft het natuurlijk dweilen met de kraan open.’