De Welzijnswet bevat diverse zaken, gaande van voorschriften over hygiëne en veiligheid tot richtlijnen rond mentaal welzijn. Wat zijn de opvallendste passages in die Welzijnswet?
FONCK ¬ ‘Het vernieuwendst was de aandacht voor psychosociale aspecten. De aanpak van stress en burn-out ontbrak voordien geheel in onze wetgeving. Ook de omvorming van de arbeidsgeneeskundige diensten naar multidisciplinaire preventiediensten – met veiligheidsingenieurs, psychologen of ergonomen – was een belangrijke vernieuwing.’
GODDERIS ¬ ‘Het besef groeide dat spier- en botaandoeningen, en zeker ook psychosociale en mentale problemen steeds vaker voorkwamen op het werk. Tot vandaag zien we dat mentale en musculoskeletale aandoeningen een zeer grote groep vormen in de werkgerelateerde gezondheidsklachten. De focus verschoof van veiligheid en gezondheid naar het bredere welzijn.’
Hoe evalueren jullie de Welzijnswet?
GODDERIS ¬ ‘Welzijn en veiligheid wordt door werkgevers nog te vaak als een kostenpost gezien. Dat is onterecht, want investeren in preventie loont. Bedrijven kunnen de investeringen tot drie keer terugverdienen. Internationale studies leren dat bedrijven die hoog scoren op preventie, het economisch ook goed doen.’
FONCK ¬ ‘Het is positief dat er meer aandacht gaat naar preventie en naar psychosociale risico’s, maar er is nog werk aan de winkel. Als de bevoegde inspectiedienst onaangekondigde inspecties houdt, vinden ze in een op de twee gevallen zware overtredingen van de welzijnswetgeving. De regel is goed, maar wordt bar slecht nageleefd. En er is nauwelijks pakkans: er zijn maar een honderdtal inspecteurs. Dat is niet genoeg om eens in de twintig jaar alle werkplaatsen te bezoeken. Bovendien leiden de overtredingen die ze vaststellen in bitter weinig gevallen tot effectieve sancties. Rond chemische stoffen zijn er heel weinig metingen op de arbeids-plaats. En wat betreft kankerverwekkende stoffen loopt de Belgisch en Europese wetgeving ver achter op de praktijk. Ook mag meer aandacht gaan naar de veiligheid en welzijn in kleine ondernemingen, voor kwetsbare werknemers, zoals uitzendkrachten en personeel bij onderaannemers.’
'Er is nauwelijks pakkans: er zijn maar een honderdtal inspecteurs. Dat is niet genoeg om eens in de twintig jaar alle werkplaatsen te bezoeken. Bovendien leiden de overtredingen die ze vaststellen in bitter weinig gevallen tot effectieve sancties.'
Herman Fonck, ACV
GODDERIS ¬ ‘Er is inderdaad een groot onderscheid tussen plekken waar een Comité voor preventie en bescherming op het werk is, en waar er geen is. In bedrijven waar veiligheid en gezondheid als prioriteit nummer één benoemd wordt, voelen mensen zich beter. Als werknemers voelen dat er voor hen gezorgd wordt, en als mensen voelen dat ze samen met hun collega’s kunnen meewerken aan welzijn op het werk, dan brengt dat een positieve preventiedynamiek op gang. Het is een uitdaging om kleine en middelgrote bedrijven te bereiken met de preventiediensten.’