Vlaanderen staat voor een dubbele uitdaging: een steeds krapper wordende arbeidsmarkt en een groeiende wooncrisis.
Vlaanderen kampt met een van de meest krappe arbeidsmarkten in Europa, en arbeidsmigratie speelt een steeds grotere rol om openstaande vacatures in te vullen. Zij vervullen cruciale functies in sectoren zoals de gezondheidszorg en de landbouw, maar ook in de bouw en het transport zijn ze sterk vertegenwoordigd.
Terwijl de vraag naar buitenlandse arbeidskrachten blijft stijgen, zowel uit EU-landen als daarbuiten, is de beschikbaarheid van betaalbare huisvesting nijpend. Arbeidsmigranten komen zo terecht op de particuliere huurmarkt. Die kampt met een tekort aan betaalbare en kwalitatieve woningen, wat zowel migranten als lokale bewoners treft.
Bovendien leidt de afhankelijkheid van tijdelijke woonoplossingen, door bijvoorbeeld kamers bij werkgevers, tot onzekerheid voor de werknemers. Er is nood aan een robuust huisvestingsbeleid.
Daarnaast groeit het aantal hoogopgeleide migranten. Door demografische veranderingen zal de vraag naar buitenlandse arbeidskrachten in de komende decennia toenemen. Ook vluchtelingen en tijdelijk ontheemden moeten hun plek vinden op de arbeidsmarkt.
Wooncrisis
Geschikte huisvesting is noodzakelijk voor wie in Vlaanderen wil verblijven en werken. Hier wringt vaak het schoentje. We zitten midden in een wooncrisis, die vooral voelbaar is in het segment van betaalbare huurwoningen op de particuliere huurmarkt. Voor veel mensen is het bijna onmogelijk om in dit segment een kwalitatieve woning te vinden.
Die wooncrisis kent meerdere oorzaken, waaronder een schrijnend tekort aan sociale woningen, en de concurrentie tussen potentiële huurders is groot. Ook arbeidsmigranten zijn vaak aangewezen op die particuliere huurmarkt, maar in sectoren met veel arbeidsmigranten, zoals de horeca of de landbouw, liggen de lonen relatief laag.
Daarnaast streven arbeidsmigranten er in de regel naar om zoveel mogelijk te sparen, waardoor ze afhankelijk zijn van betaalbare huurwoningen. Zo komen ze regelmatig terecht aan de onderkant van de private huurmarkt, waar de woningkwaliteit te wensen overlaat. Wat hun situatie nog penibeler maakt, is dat ze soms wonen in woningen die eigendom zijn van hun werkgever. Dat creëert een grote afhankelijkheid. Bij baanverlies riskeren ze het dak boven hun hoofd te verliezen.
Omdat nog meer groepen in onze samenleving slachtoffer zijn van de wooncrisis is het belangrijk dat de toenemende tijdelijke arbeidsmigratie de druk op de onderkant van de huurmarkt niet vergroot. Zowel arbeidsmigranten als andere huurders zouden hier de dupe van zijn.
Tijdelijke huisvesting creëren
Bij de huisvesting van arbeidsmigranten maken we een onderscheid tussen twee soorten huisvesting. Enerzijds is er tijdelijke huisvesting, zoals groepsaccommodatie of kamerwonen. Dat is de vorm van huisvesting waar arbeidsmigranten vaak in terechtkomen wanneer ze voor een bepaalde periode in België werken of net zijn gearriveerd.
Anderzijds is er de reguliere huisvesting. Wanneer iemand zich langdurig in België wil vestigen, is het wenselijk om door te stromen naar een reguliere eengezinswoning. Hooggeschoolde arbeidsmigranten of mensen die met hun gezin migreren, vinden vaak meteen de weg naar reguliere huisvesting.
In dit artikel ligt de focus op de creatie van kwalitatieve tijdelijke huisvesting. We maken een onderscheid tussen maatregelen die gericht zijn op de uitbreiding van het aantal tijdelijke woningen en maatregelen die de kwaliteit en woonzekerheid moeten waarborgen.
De huisvesting van arbeidsmigranten moet geïntegreerd worden in het bredere woonbeleid, onder verantwoordelijkheid van de minister van Wonen.
De huisvesting van arbeidsmigranten vereist een structurele aanpak die verschillende beleidsdomeinen omvat, met het woonbeleid als centrale spil. Migratie is een fenomeen van alle tijden. Het vraagt om een gecoördineerde inspanning tussen diverse overheidsniveaus en sectoren om kwaliteitsvolle huisvesting te waarborgen. Het woonbeleid, ruimtelijk beleid, binnenlands bestuur en werkgelegenheid moeten nauw samenwerken.
Een task force, waarin ook sociale partners vertegenwoordigd zijn, zou een helder kader moeten ontwikkelen voor de huisvesting van (tijdelijke) buitenlandse arbeidskrachten. Omdat arbeidsmigratie blijvend aandacht opeist, moet de huisvesting van deze werknemers geïntegreerd worden in het bredere woonbeleid. De minister van Wonen zou verantwoordelijk moeten zijn voor een gecoördineerde aanpak.
Ineos en Oosterweel
Om de financiering van huisvesting voor arbeidsmigranten te ondersteunen, kan een speciaal fonds worden opgericht. Dit fonds realiseert dan kwalitatieve woningen die onafhankelijk van de werkgever kunnen worden gehuurd. Werkgevers die arbeidsmigranten tewerkstellen, leveren een financiële bijdrage aan dit fonds, waarmee er huurwoningen worden gecreëerd voor tijdelijke werknemers.
Daarnaast moeten we de rol van de woonmaatschappijen bekijken, aangezien tijdelijke arbeidskrachten vaak geen aanspraak kunnen maken op sociale woningen. Toch kunnen de woonmaatschappijen een belangrijke rol spelen bij de realisatie van huisvesting voor die groep, gefinancierd via het bovengenoemde fonds. Arbeidsmigranten zouden dan rechtstreeks kunnen huren tegen marktconforme prijzen.
Een fonds uit bijdragen van werkgevers die arbeidsmigranten tewerkstellen, moet kwalitatieve woningen realiseren die onafhankelijk van de werkgever kunnen worden gehuurd.
Daarnaast kunnen woonmaatschappijen zich richten op modulaire wooneenheden, maar ook op het tijdelijk benutten van leegstaande sociale woningen. Een grondige inventarisatie van de leegstand is dan essentieel.
Nog een suggestie is om de vergunning voor nieuwe bedrijvigheid te koppelen aan de creatie van (flex-)woningen voor arbeidsmigranten. Nieuwe bouwprojecten en industriële ontwikkelingen, zoals van Ineos en Oosterweel, kunnen de lokale woningmarkt onder druk zetten.
Arbeidsmigranten zijn cruciaal voor het succes van dergelijke projecten, maar bij de vergunningverlening zou vanaf een bepaalde schaal de verplichting moeten komen om nieuwe woonruimtes te creëren. Anders moeten werkgevers hen noodgedwongen in het bestaande woningpatrimonium huisvesten.
In de eerste plaats is het belangrijk om te kijken naar wat al beschikbaar is. Vastgoed dat momenteel onderbenut blijft, zoals leegstaande gebouwen en kantoorpanden, kunnen benut worden voor tijdelijke huisvesting. Ook nooddorpen die eerder zijn opgericht voor ontheemden kunnen, zodra ze niet meer nodig zijn voor hun oorspronkelijke doel, worden behouden en aangepast.
Kwaliteit en woonbescherming
Arbeidsmigranten mogen voor hun woonst niet afhankelijk zijn van hun werkgever. Dan zouden ze het dak boven hun hoofd verliezen als ze hun werk kwijtraken. Het is essentieel dat ze een zelfstandig huurcontract hebben, los van hun arbeidscontract.
Maar het is ook nodig om buitenlandse werknemers beter te informeren over hun woonrechten in België. Vaak zijn ze niet op de hoogte van de geldende huur- en woonwetgeving, wat hen extra kwetsbaar maakt voor misstanden en uitbuiting.
Om die kwetsbaarheid te verminderen, moeten we een effectieve verspreiding van informatie creëren, zowel voor hun vertrek naar België als na aankomst. Een instapcursus en onthaalcentra voor nieuwkomers, met specifieke aandacht voor huisvesting, zijn oplossingen.
Om te voorkomen dat arbeidsmigranten exorbitante huurprijzen betalen voor tijdelijke huisvesting, moeten er objectieve huurprijzen worden vastgesteld voor tijdelijke huisvesting. Naast de hoge huurkosten voor arbeidsmigranten, blijkt het voor huiseigenaren en projectontwikkelaars immers vaak lucratiever om woningen te verhuren als tijdelijke huisvesting dan als reguliere huisvesting.
Stichting Normering Flexwonen
Een Vlaamse variant van de Nederlandse Stichting Normering Flexwonen kan helpen waken over de kwaliteit van de woningen. Die stichting beheert registers van ondernemingen die voldoen aan de normen voor huisvesting van arbeidsmigranten en onderhoudt die normen. Ze stellen eisen aan ruimte, sanitair, hygiëne, veiligheid en voorzieningen, en voeren periodieke inspecties uit.
Organisaties die huisvesting aanbieden, kunnen een certificaat behalen als zij aan de normen voldoen. Jaarlijkse controles zorgen ervoor dat de huisvesting aan de eisen blijft voldoen. Het keurmerk biedt zekerheid aan alle betrokken partijen.
Het zou goed zijn dat werkgevers bij de aanvraag van een gecombineerde vergunning moeten aantonen dat arbeidsmigranten vanaf hun aankomst correct gehuisvest zullen worden.
Arbeidsmigranten van buiten de EU komen vaak via een gecombineerde vergunning. Die geeft zowel toegang tot werk als tot het Belgisch grondgebied. De werkgever vraagt de vergunning aan. Die aanvraag kan gebruikt worden als hefboom om de woonkwaliteit te garanderen.
Het zou goed zijn dat werkgevers bij de aanvraag van een gecombineerde vergunning moeten aantonen dat arbeidsmigranten vanaf hun aankomst correct gehuisvest zullen worden. Dat kan door een huurcontract met plaatsbeschrijving en conformiteitsattest bij de aanvraag te voegen. Wanneer een verhuurdersvergunning of een Vlaamse variant van de Stichting Normering Flexwonen is ingevoerd, moeten die documenten eveneens worden toegevoegd.
Gemeenten hebben een belangrijke rol om de kwaliteit van de woningen te waarborgen. Zo kunnen ze een verhuurdersvergunning voor tijdelijke huisvesting invoeren. Daarmee kunnen ze eisen stellen aan verhuurders, zoals het aantal personen dat in een woning mag wonen. Als een pand ongeschikt is om te verhuren, of er zijn te veel mensen in een dezelfde woning, kan de gemeente ervoor kiezen om de woning niet te vergunnen of om de vergunning in te trekken. Dat helpt om malafide verhuurders te weren en ongewenste situaties te beëindigen.
Daarnaast is het van belang dat gemeenten weten wie er binnen hun grondgebied verblijft om adequaat beleid te kunnen voeren op het gebied van tijdelijke huisvesting en woningkwaliteitscontrole.
Malafide verhuurders
Iedereen die in België werkt via detachering of een ander systeem, moet zich verplicht registreren. Werknemers die langer dan 90 dagen in België verblijven, moeten een Elektronische A-kaart aanvragen. Voor arbeid van minder dan 90 dagen is een arbeidskaart vereist. Helaas wordt de registratie vaak niet tijdig uitgevoerd. Een effectieve registratie is essentieel.
In 2023 werd een kader geïntroduceerd voor de tijdelijke huisvesting van arbeidskrachten in kamerwoningen, met specifieke normen en een rechtsgrond voor woningkwaliteitsvereisten. Gemeenten kunnen een verordening aannemen om een vergunning te verlenen voor afwijkende huisvesting, mits een recent conformiteitsattest beschikbaar is. Zo’n vergunning is vijf jaar geldig en kan worden verlengd als aan alle voorwaarden wordt voldaan.
Gemeenten zijn vrij om het kader toe te passen, anders gelden de algemene kwaliteitsnormen voor kamerwonen. Maar het lijkt evident dat er niet aan minder voorwaarden zou moeten worden voldaan dan bij regulier kamerwonen. Het uitgangspunt moet zijn dat elke persoon, behalve koppels, een aparte slaapkamer heeft.
Tot slot staat of valt de kwaliteitswaarborg van tijdelijke woningen met een goede handhaving. Zowel de Vlaamse als de lokale wooninspectie hebben versterking nodig, zodat ze extra controles kunnen uitvoeren bij vermoedens van misbruik. Alle woningen die worden gebruikt voor de tijdelijke huisvesting van arbeidsmigranten moeten worden onderzocht.
Positief is dat de nieuwe minister van Wonen Melissa Depraetere (Vooruit) afstemming en samenwerking ambieert in haar beleidsbrief.
De nieuwe Vlaamse regering heeft de kans om werk te maken van de uitdagingen op de arbeids- en woningmarkt. Positief is dat de nieuwe minister van Wonen Melissa Depraetere (Vooruit) afstemming en samenwerking ambieert in haar beleidsbrief. Door een gecoördineerde aanpak en samenwerking tussen verschillende beleidsdomeinen kan er een robuust beleid worden ontwikkeld. Dat moet niet alleen gericht zijn op een uitbreiding van het aantal tijdelijke woningen, maar ook op kwaliteit en woonzekerheid voor arbeidsmigranten.
Gerichte maatregelen moeten ervoor zorgen dat zowel arbeidsmigranten als lokale bewoners toegang hebben tot betaalbare en kwalitatieve woningen. Zo kan Vlaanderen een voorbeeld worden van hoe een inclusieve en duurzame oplossing voor arbeidsmigratie en huisvesting eruitziet.