Vrouwen voeren bovengemiddeld vaak huishoudelijke en zorgtaken uit. Ze spenderen er gemiddeld zo’n 9,5 uur per week meer aan dan mannen. ‘Taken zoals het huishouden, koken, mantelzorg verrichten voor een naaste, kinderen aankleden en naar school brengen, of vrijwilligerswerk lijken doodgewone dagelijkse activiteiten, maar niks is minder waar', zegt Marte Billen, expert van ACV Gender. 'Net deze onbetaalde zorg vormt de onzichtbare motor die de samenleving aandrijft. Zonder die essentiële arbeid valt alles stil. Daarom zijn we samen met andere vakbonden, middenveldorganisaties en belangengroepen een coalitie gestart om meer aandacht voor die ondergewaardeerde en onbetaalde arbeid te vragen.'
'Onbetaalde zorgarbeid is de onzichtbare motor van de samenleving.'
Marte Billen, ACV Gender
De Zorgcoalitie vraagt meer aandacht voor alle vormen van onbetaalde arbeid die vrouwen elke dag verrichten. In een gemeenschappelijk persbericht zegt de coalitie dat de ongelijke verdeling van zorg- en huishoudelijke taken nefaste gevolgen heeft voor de welvaart en het welzijn van vrouwen en van de samenleving.
‘60 procent van alle arbeid die vrouwen verrichten, is onbetaald', klinkt het. 'Je ontleent ook geen status, macht of inkomen aan onbetaalde zorg. Wie onbetaald werk doet, is zogezegd inactief. Omdat er geen monetair waarde op kleeft, denken we dat we eindeloos kunnen terugvallen op onbetaalde zorg. Vrouwen blijven verschillende taken en soorten werk combineren. Uit tijdsbestedingsonderzoek blijkt dat vrouwen gemiddeld 6 uur minder vrije tijd per week hebben dan mannen. Bovendien gaat het om tijd die vaker versnipperd en minder kwaliteitsvol is.'
Armoederisico
Niet alleen de onderwaardering van onbetaald werk is een doorn in het oog van de Zorgcoalitie. Ook tewerkstelling in precaire statuten, ondermaatse verloning en deeltijds werk dragen volgens hen bij tot de problematiek. Marte Billen: ‘Vrouwen werken vaker dan mannen deeltijds. In België geldt dat voor 42 procent van de werkende vrouwen, waarvan slechts 6,7 procent aangeeft dat dit een vrijwillige keuze is, omdat zij te maken krijgen met zware fysieke of mentale arbeidsomstandigheden in hun job, of de moeilijke combinatie met zorgtaken. Dat weegt op hun financiële situatie, carrièrekansen, pensioenopbouw en andere socialezekerheidsrechten met een onevenredig hoog risico op armoede tot gevolg.’
'Net de meer kwetsbare vrouwen komen noodgedwongen in ondergewaardeerde beroepen terecht.'
Pia Stalpaert, voorzitter ACV Voeding en Diensten
Bij ACV Voeding en Diensten, mee aan de basis van de Zorgcoalitie, beamen ze de moeilijkheden waarmee vrouwelijke leden kampen. ‘Lage lonen en zware werkomstandigheden zijn tekenend voor de onderwaardering in huishoudelijke en zorgende beroepen. In de dienstenchequesector leidt de onwil van werkgevers en de overheid om te investeren ertoe dat de vele alleenstaande moeders, ondanks hun job en inkomen, in armoede moeten leven.'
Globale zorgketens
Studies tonen aan dat die werkomstandigheden zware gezondheidsgevolgen hebben. 'Musculoskeletale aandoeningen, ademhalingsproblemen en huidirritaties zijn schering en inslag', zegt Kris Vanautgaerden, nationaal secretaris van ACV Voeding en Diensten. 'Maar de nodige maatregelen blijven uit. Uit een recent verslag van de gezondheidsinspectie bleek nog dat 90 procent van de dienstenchequebedrijven niet in orde is met de wetgeving inzake gezondheid. Wij roepen de overheden en bedrijven op om te investeren in koopkracht en het welzijn van de werkneemsters.'
Voorzitter van ACV Voeding en Diensten Pia Stalpaert stipt bovendien de vaak schrijnende situaties van vrouwen met een migratieachtergrond aan. ‘Nog pijnlijker is dat het net de meer kwetsbare vrouwen zijn die noodgedwongen in deze ondergewaardeerde beroepen terechtkomen. Vrouwen met een korte scholing of een migratieachtergrond vormen het overgrote deel van de onderhouds- en zorgwerkers. De oververtegenwoordiging van vrouwen met een migratieachtergrond bij het huishoudpersoneel raakt bovendien steeds meer verankerd door de ontwikkeling van globale zorgketens.'
Vaak komen ze zo terecht in informeel werk. 'Wereldwijd maken vrouwen 80 procent uit van het huispersoneel en de overgrote meerderheid heeft geen toegang tot sociale bescherming', aldus Stalpaert. 'Zij nemen voor een hongerloon de zorg over van gezinnen in een financieel sterkere positie, terwijl ze hun eigen familie en zorgbehoevenden achter moeten laten. Ook in België zijn vele duizenden buitenlandse huishoudhulpen aan de slag in dergelijke informele circuits.'