Met hun gevoel voor statigheid noemen de Engelsen een ambtenaar al eeuwenlang een civil servant, een burgerlijke dienaar. Maar wie dient die ambtenaar eigenlijk in Vlaanderen anno 2023? Het volk, of onder druk van het ‘primaat van de politiek’ toch eerder de carrière van de politicus?
‘Toen ik in het Sovjettijdperk door het Oostblok reisde, verbaasde het me als jonge socioloog hoe vrijwel iedereen er strak in de pas liep, alleen jaknikte en verder zweeg’, vertelt mobiliteitsexpert Kris Peeters. ‘Een dissonante stem was er bijna niet te horen. Maar met dezelfde verbazing zag ik de voorbije jaren hoe snel ambtenaren oppikken met welke adviezen of formuleringen ze problemen krijgen en hoe snel ze zich daaraan aanpassen.’ Zelfcensuur om jezelf en je baan te beschermen tegen politieke almacht? ‘Zo kun je het inderdaad noemen.’
Het vertrek van Peeters als Antwerps ambtenaar deed eind 2021 nog een stofwolkje opwaaien. Per slot van rekening keek hij terug op twintig jaar dienst, nadat hij al in de jaren 90 de allereerste fietsambtenaar van de stad werd. De twee jonge zusjes die in augustus 2021 het leven lieten onder de wielen van een vrachtwagen in de Antwerpse binnenstad waren zogezegd de aanleiding voor zijn vertrek. ‘Noem het eerder de druppel die de emmer deed overlopen’, zegt hij nu. ‘De beslissing om op te stappen had ik al maanden eerder genomen.’
Over de schouders
In een afscheidsinterview in De Standaard fileerde Peeters de omgang tussen het stadsbestuur en zijn administratie. De titel van dat interview: ‘In Antwerpen worden mobiliteitsambtenaren monddood gemaakt’. De teneur is duidelijk. De politiek kijkt steeds vaker mee over de schouder van de onafhankelijke ambtenaar, in sommige dossiers neemt ze zelfs de pen over. ‘Wanneer het goed afloopt, steekt de politicus de pluimen op de eigen hoed. Als het fout loopt, krijgt de administratie de schuld.’
'Een kritische administratie is een meerwaarde voor een verstandig politicus'
Mobiliteitsexpert en oud-ambtenaar Kris Peeters
Een bevraging van ACV Openbare Diensten onder personeel van lokale besturen toont dat Peeters’ klacht geen alleenstaand geval is. Meer dan een op de vier ambtenaren geeft daarin aan dat ongeoorloofde politieke inmenging geregeld voorkomt. ‘Harde cijfers over politieke inmenging en druk op administraties zijn er niet’, zegt Steven Van de Walle, expert overheidsmanagement aan de KU Leuven. ‘Maar ook naar mijn aanvoelen nam de ongeoorloofde bemoeienis de laatste tien jaar opmerkelijk toe. Dat is een ommekeer van de situatie in de beginjaren 2000. Toen waren er net initiatieven om de politieke invloed te beperken, zeker op Vlaams niveau.’
Duidelijke regels over politieke inmenging zijn er niet echt, geeft Van de Walle ook aan. ‘Er is geen scherpe grens voor welke taken precies tot de politiek behoren en welke tot de onafhankelijke administratie. Hoe de dagelijkse samenwerking loopt, is vooral een politieke gewoonte.’
Vakkundig personeel
Overheidspersoneel moet expertise hebben om beleid goed uit te voeren, duidt Van de Walle het belang van een vakkundige administratie. ‘Die expertise is in ons land aanwezig, maar om de kwaliteit te garanderen moeten de ambtenaren beschermd worden tegen politieke willekeur. Het is cruciaal dat ze een vrije mening kunnen hebben over het beleid, zeker intern. Daarnaast moeten ze ook een politicus kunnen wijzen op de regels en wetten. Maar om dat te realiseren moet de professionalisering wat betreft onze administratie nog een versnelling hoger schakelen, vooral op lokaal niveau.’
Peeters beschouwt een sterke administratie zelfs als een meerwaarde voor een verstandig politicus. ‘Een kritische administratie werpt van tevoren alle mogelijke tegenargumenten voor toekomstige plannen op. Ze bereidt je voor op mogelijke kritiek.’ Daarbij blikt hij ook terug op zijn eigen schepenambt gedurende zes jaar in Herentals. ‘Ik geef toe dat ook ik als schepen niet altijd opgezet was met adviezen van de administratie, laat staan dat ik ze altijd volgde. Met een ongunstig advies naar het schepencollege trekken is niet fijn, maar wel transparant en eerlijk.’
Daarover lijkt iedereen het eens te zijn: een politicus mag steeds een eigen koers varen. ‘Tegen een advies ingaan is het recht van iedere verkozene’, verzekert Van de Walle. ‘Een politicus is vrij om het beleid te voeren dat hij of zij wil, zolang de wetten maar nageleefd worden.’
Troebele praktijk
Het lijkt zo wel helder: de ambtenaar adviseert, de politicus beslist. In de praktijk blijkt die scheidingslijn vaak troebel. Van de Walle: ‘Voor de individuele ambtenaar is het moeilijk om te weerstaan aan politieke druk.’ Ooit wordt die druk te veel, ook voor Peeters.
Ondertussen lijkt de situatie niet te zijn veranderd, getuigen andere bronnen bij het Antwerps stadspersoneel. ‘Sommige schepenen verwijten de administratie niet voldoende volgzaam of loyaal te zijn aan het beleid, terwijl we gewoon vanuit onze opleiding, ervaring en expertise werken. Objectieve gegevens dus’, vertelt een anonieme bron. ‘Wanneer ons advies afwijkt van wat de politiek wil, volgt dikwijls een terechtwijzing. De adviezen die daarop volgen zijn minder scherp, louter om onszelf te beschermen. Die tendens is al jaren bezig.’
'Voor de individuele ambtenaar is het moeilijk om te weerstaan aan politieke druk'
Expert overheidsmanagement Steven Van de Walle
Over zo’n beïnvloeding is Van de Walle duidelijk: ‘Zodra een politicus adviezen van ambtenaren wil bijsturen, gaat het naar mijn aanvoelen te ver. Laat zo’n advies gewoon zijn wat het is, en leg duidelijk uit waarom je er als politicus voor kiest om ertegenin te gaan. Daarover moet je open durven zijn.’
Dat is precies het onzichtbare gevaar waar ook Peeters voor waarschuwt: ‘Uiteindelijk moet een politicus niet langer zeggen wat een ambtenaar mag zeggen en schrijven, maar gaat die laatste dat al automatisch doen. Dat is de weg van de minste weerstand. Zeker in zwakkere posities met bijvoorbeeld een contractueel statuut in plaats van een vaste benoeming of in een proefperiode, zijn mensen daar vatbaar voor.’