Binnenkort komt professor Stefaan Walgrave (Universiteit Antwerpen) op uitnodiging van ACV Vlaams-Brabant naar Leuven om het over de staat van onze democratie te hebben. Onder zijn leiding werd onlangs opnieuw gepeild naar de kiesintenties en politieke drijfveren van Vlamingen. Een aanzienlijk deel van de bevolking voelt zich tekortgedaan, niet gehoord en niet vertegenwoordigd door de politiek. Die analyse hoorden we eerder bij Dominique Willaert in zijn recente boek Niet alles maar veel begint bij luisteren (EPO). Ook hij komt binnenkort naar onze provincie voor een lezing. We brachten hen samen voor een dubbelgesprek.
Wat zien jullie als fundamentele reden voor de opkomst van extreemrechts?
WILLAERT ¬ ‘In mijn tocht door de Denderstreek stelde ik een wijd verspreide bestaansonzekerheid vast die mensen vatbaar maakt voor het populistische discours van extreemrechts. Men ervaart een opeenstapeling aan verlieservaringen. Het Vlaams Belang speelt hier listig op in door een gevoel van erkenning te geven en hen oplossingen te beloven. Door middel van performant politiek dienstbetoon bieden ze zowel immaterieel als materieel onderdak aan. Guy D’Haeseleer (Forza Ninove) en Kristof Slagmulder (Vlaams Belang) doen dat bijzonder efficiënt: met zitdagen op zaterdag, school- en kerstpakketten … en in de zomer volle bussen richting Bellewaerde. Waar het socialistisch volkshuis sluit in Ninove openen zij een Vlaams volkshuis. Ze bieden een warm thuisgevoel waar andere partijen niet (meer) in slagen.'
‘In de regio leeft heel erg een bestaansonzekerheid. Die wordt via angst en onbehagen uitgespeeld door extreemrechts, aan de hand van twee mythen: omvolking en klimaataversie. Filip Dewinter waarschuwt dat als mensen niet voor hem of zijn partij stemmen de linkse elite binnen de tien jaar Europa zal laten ‘omvolken’. Migratie en klimaat zijn twee thema’s waarbij mensen beseffen dat ze individueel nergens staan en hun stem willen overdragen aan een sterke leider, een grote partij die het van hen overneemt. Als ik vormingen geef aan arbeiders zeggen ze: “Oké Dominique, als we niet op het Vlaams Belang zullen stemmen, op wie dan wel?”. Er wordt geen sociale mobiliteit of vooruitgang meer beloofd, er is enkel een erg defensieve houding. Radicaal rechts belooft dat ze aanpakken wat volgens hen fout loopt. Ze creëren die frames en ze formuleren dat heel helder. Mijn schatting is dat 30 à 40 procent geen uitzicht ervaart op sociale mobiliteit. Er mankeert een links of democratisch kamp dat met visie en hartstocht doet dromen van en geloven in lotsverbetering. We overschatten keer op keer de rol van de rede en onderschatten de kracht van emoties.’
WALGRAVE ¬ ‘Vlaams Belang is voor heel wat kiezers een middel om hun stem te laten horen, om een middenvinger op te steken naar het establishment en hen zo de stuipen op het lijf te jagen. Het is in die zin een rationele stem. Bij open vragen in ons onderzoek droop de frustratie en afkeer bij wijze van spreken van onze Excel. Bij Vlaams Belang vinden ze een plek voor een uitgestoken middenvinger tégen het establishment. Maar het is ook een stem vóór een politiek programma dat hen aanspreekt omdat het antwoorden formuleert voor zorgen die ze ervaren.'
‘Ze zijn op zoek naar een thuisgevoel, naar een soort fictieve gemeenschap. Bart De Wever heeft me ooit gezegd: “Een partij is als een restaurant, een plek waar men zich thuis voelt, waar andere mensen zitten die zoals hen zijn, en die een gevoel van gemeenschap geeft.” Als er geen lokaal dienstbetoon is of geen sociale huis is dan wordt die virtueel gezocht. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat deze partijen zoveel middelen in sociale media steken, dat doen ze op slimme en sluwe manier.’
‘Wij stellen drie grote bronnen vast voor het succes van radicaalrechts: economisch onbehagen, angst voor migratie en een diepe ontevredenheid over representatieve politiek. Daarbovenop zijn er drie factoren die maken dat Vlaams Belang daar maximaal van profiteert in Vlaanderen: met N-VA als conservatieve partij op rechts is er een groot reservoir aan potentiële stemmen, ten tweede wordt Vlaams Belang performant en efficiënt geleid met gesloten rangen en duidelijke hiërarchie. Ten slotte is er een uitgekiende socialemediastrategie waar ze veel geld tegenaan gooien en via een virtueel gecreëerd thuisgevoel mensen aanspreken op gedeeld ongenoegen en ze zo aan zich weten te binden.’
Van die drie bronnen krijgt migratie vaak de meest centrale plaats als bron van dat onbehagen. Terecht?
WILLAERT ¬ ‘We hebben collectief een grote fout gemaakt rond migratie. In de Denderstreek gaat de migratie drie keer zo snel als elders. Maar niemand krijgt uitleg. Mensen vertellen dat op vijf jaar de helft van de straat veranderd. “We hebben op zich niets tegen die mensen maar we weten niet wie ze zijn”, klinkt het dan. Er is nooit enige context gegeven over waarom deze grote groepen in de streek zijn neergestreken. Ook lokale besturen geven aan dat ze het enkel hebben kunnen ondergaan, zonder enigszins te kunnen anticiperen. Dit zorgt voor een enorm verweesd gevoel.’
‘Als je nieuwkomers en ontvangende groep samenbrengt merk je nochtans dat ze elkaar vinden in de redenen waarom ze er willen wonen: betaalbaarheid, kwaliteitsvol onderwijs en meertaligheid. We voeden onze kinderen liefst op in een omgeving die relatief rustig en veilig is. Dan voel je dat dat bijna dezelfde dromen zijn als die van Vlaamse ouders. Maar op die interactie is nauwelijks tot niet ingezet. De ontvangende groep is óók veel te weinig begeleid en ondersteund geweest. Ze hebben geen grip op wie er in hun streek is komen wonen en waarom.’
WALGRAVE ¬ ‘Hetzelfde sentiment zie je in de Ardennen, in een dorp als Durbuy waar mensen hun dorp door de ondernemingen van Marc Coucke helemaal zien veranderen op korte tijd. Waar vastgoedprijzen de lucht in schieten door bemiddelde Vlamingen, veelal uit steden, die er enkel in het weekend zijn. Die zeggen ook: “dit is niet het Durbuy dat wij kennen.”’
WILLAERT ¬ ‘Ik ben in de Denderstreek regelmatig aan mensen met migratieachtergrond gaan vragen of ze wisten dat in hun streek Forza Ninove en Vlaams Belang sterk staan en dat die partijen hen eigenlijk weg willen. Meestal was het antwoord “We zijn er ons niet van bewust”. Het viel me op dat hun politiek bewustzijn heel wankel was. Ik heb ook meer dan één nieuwkomer tegengekomen die aangaf zelf op het Vlaams Belang te zullen stemmen. De motieven waren zeer divers en soms willekeurig bv. “uit dankbaarheid omdat ik in Vlaanderen kansen krijg”. Zij hebben geen klassiek middenveld dat hen informeert en verkiezingsprogramma’s uitlegt. Er zijn ook heel wat nieuwkomers die uit landen komen zonder democratische traditie. Aan democratische zijde is er nauwelijks inzicht over het stem- en kiesgedrag van mensen met migratieachtergrond. Ik ben er niet van overtuigd dat het groter worden van deze groep automatisch tot een achteruitgang van extreemrechts zal leiden.’
WALGRAVE ¬ ‘Dat is inderdaad een manco. Na een stemonderzoek met migratie als een van de thema’s kregen we de vraag wat mensen met migratieachtergrond zelf denken. Dat was terechte kritiek, bij het nagaan van wie in steekproef zat bleken er mensen met migratieachtergrond in te zitten maar dat waren Nederlanders en Duitsers. Dus niet de migranten over wie het ging.’
WILLAERT ¬ ‘Je ziet dezelfde tegenstelling rond klimaat. Toen ik mensen ontmoette in de Denderstreek was het soms tot 40° warm, ik kwam in huizen zonder airco waar mensen echt rechtstreeks impact hadden van de oplopende temperaturen. Toch stond aversie t.a.v. klimaatbeleid bovenaan als het over ergernissen ging, waarbij de partij Groen vaak het mikpunt was van woede. Het zijn de mensen die het eerst met hun voeten in de natte staan die op Vlaams Belang stemmen.'
WALGRAVE ¬ ‘Hoewel het een reëel probleem is werd klimaat net als migratie een symbool geworden. Klimaatbeleid is stilaan een grote splijtzwam met ongenoegen dat Vlaams Belang weet te capteren, onder meer door het slim gebruiken van zogenaamde ‘memes’.'
Het valt op dat het ongenoegen en onbehagen niet beperkt blijft tot mensen in een economisch kwetsbare positie. Ook de middenklasse en hogere sociale klassen voelen zich in zekere mate aangesproken door het discours van Vlaams Belang.
WILLAERT ¬ ‘De relatief overzichtelijke en behapbare samenleving van vroeger is weg. En daar bovenop is er de nefaste afbouw van de publieke dienstverlening: de postbodes, de loket- en bankbediende … Ze zijn steeds minder aanwezig en/of worden vervangen door digitale dienstverlening. De lokale buurtwinkel en kroegen waar ze de mensen bij naam en toenaam kennen sluiten één na één hun deuren.'
WALGRAVE ¬ ‘Ik ben het daar helemaal mee eens, die individualisering en anonimisering van de samenleving. Ik heb geen wetenschappelijk bewijs, maar ik vind dat een heel erg plausibele verklaring van dat onbehagen. In het Waals dorp waar ik woon is er een buurt Spar die exact dat soort plek is. Waar je ‘thuiskomt’, waar ik begroet word met ‘Bonjour Stefaan’ en in het Frans gevraagd wordt: ‘hoe is ’t met de vrouw? En hoe is ’t met de kinderen?’ Met een kort babbeltje over welke producten lekker zijn. Het punt is dat je een fijne interactie hebt, ik heb het gevoel daar op mijn gemak te zijn.’
WILLAERT ¬ ‘Ik liep onlangs met Christophe Deborsu (Franstalig RTBF-journalist) doorheen Ninove. Hij vertelde me dat er veel PS politici zijn die zitdagen organiseren waarop mensen kunnen langskomen om hun ervaringen en problemen te delen. Het gaat niet over plat politiek dienstbetoon. Ik heb geleerd dat je daarvoor zelfs geen grote beloftes moet maken. Iemand die mensen geruststelt en een stukje bestaansonzekerheid kan wegnemen, geeft veel mensen al het gevoel van erkenning dat ze nodig hebben. Een klein gebaar als: “Ik ga voor jou eens bellen”, daarin zit ook de boodschap: “de staat zorgt voor jou.” Een gezonde democratie heeft genoeg toegankelijke dienstverleners die een stuk van die bestaansonzekerheid wegnemen. Op die manier geeft de staat de boodschap, we zien jou en zorgen voor je. De dienstenverleners zijn mensen die tijd en ruimte creëren om mensen op verhaal te laten komen. Die meestal heel goed kunnen luisteren en mensen ook op weg helpen en kunnen geruststellen. Als je op hen bespaart of hen weg saneert, raken steeds meer mensen geïsoleerd en van elkaar vervreemd. Als we onze democratie willen verdedigen en versterken dan moeten Onze overheden opnieuw investeren in toegankelijke en kwaliteitsvolle dienstverlening. Zo geven ze de burger de boodschap dat ze om hen geven. Daarnaast moeten politici veel zichtbaarder aanwezig zijn in de levens van burgers. Verkozenen die naar de burgers luisteren en betrokkenheid tonen, wekken vertrouwen. Wellicht is dit de meest cruciale uitdaging: het vertrouwen herstellen tussen burgers en overheden en tussen burgers onderling.’
Merken jullie een strijd tussen stad en platteland?
WILLAERT ¬ ‘Wat me opviel is dat op het platteland een woede bestaat tegenover steden. Als concentraties van economisch, sociaal en cultureel kapitaal bepalen steden de maatschappelijke agenda en ook het jargon en de taal wordt daar ontwikkeld. Die voelt als vreemd aan en draagt bij tot nog een verlieservaring. Denk ook aan de woke discussies. Verschillende mensen zeiden me: “we hebben al zo weinig en dat wat we nog hebben pakken ‘ze’ van ons af”. Behalve de materiële dingen gaat het dan over tradities als zwarte piet, gevoeligheden rond carnaval en de indruk dat er uitlachtelevisie is over ‘de gewone mens’. Dat gaat opnieuw over representatie, ze worden niet gepresenteerd op een manier dat ze erkenning voelen in tv-programma’s en kranten.’
Gaat het om een louter Vlaams fenomeen?
WALGRAVE ¬ ‘Mijn vermoeden is dat er een fundamentele crisis aan de grondslag ligt: die van de representatieve democratie. De vermeende afstand tussen de leefwereld van het volk en de elite die hen zou moeten vertegenwoordigen. Dat zie je in de populariteit van radicaal rechts, of radicaal links, in nagenoeg alle landen om ons heen maar ook in Argentinië, de VS …’
WILLAERT ¬ ‘Als we mensen die nu op extreemrechts zeggen te stemmen opnieuw aan de democratische zijde van het spectrum willen krijgen, moeten we onze eigen politieke waarden en idealen terug met meer hartstocht en geloofwaardigheid articuleren en verdedigen. Geen enkele burger die ik heb ontmoet houdt van het begrip ‘neutraliteit’. Mensen gaan je vertrouwen als je duidelijkheid en houvast aanbiedt. Niet alleen extreemrechts heeft hierop het monopolie.’
Nog eventjes naar Wallonië, daar wordt het cordon sanitaire ook uitgebreid tot de media. Extreemrechts krijgt er geen stem. Is dat deel van de verklaring?
WALGRAVE ¬ ‘Recent onderzoek toont aan dat Vlaams Belang in de Vlaamse traditionele media zeker niet de vrije baan krijgt. Ze krijgen minder ruimte in verhouding tot hun grootte dan de andere partijen.’
WILLAERT ¬ ‘Veel kwalijker dan de rol van de media is het overnemen van standpunten en het discours door traditionele partijen. Het nabootsen van discours in taal en programma’s, zoals de slogan ‘Vol is Vol’ van Lachaert (voormalig voorzitter Open VLD), dat speelt extreemrechts veel meer in de kaart en is relevanter dan de rol van de media. Overigens viel me op dat mensen hun informatie uit parallelle informatiekanalen halen, niet van de VRT of VTM maar uit alternatieve nieuwsomgevingen zoals podcasts op basis van algoritmes. Er is een afkeer van traditionele media.’
Tot slot: Jij ligt mee aan de basis van de Stemtest Stefaan, hoe schat je het belang ervan in?
WALGRAVE: ‘Het is bij uitstek een rationeel instrument, de bedoeling is om wat mensen willen in lijn te brengen met de partij(en) die het dichtst bij hen staan. Een tegenwicht voor het stemmen vanuit de onderbuik. Om te zorgen dat het ook over het beleid gaat en niet enkel over het gevoel dat het opwekt. Het zorgt hopelijk voor een zo goed mogelijk geïnformeerde stem waarbij ze stemmen op basis van de inhoud.’
Nog een slotbemerking?
WILLAERT: ‘We overschatten de rede en onderschatten de kracht van massapsychologie die inspeelt op affect, het emotionele element. Die culturele sfeer bepaalt of het goede of het slechte in een mens naar boven komt. Wat dat betreft is de vraag of alle mensen deugen niet relevant. Dat is wat zich in de jaren ’30 ook afspeelde, het gevoel grip te verliezen op de realiteit maakt erg vatbaar voor kampen die met heldere verhalen komen over wat het probleem is en hoe zij dat willen oplossen. Een regressie die het slechtste in mensen naar boven kan halen. Om met boutade te zeggen denk ik dat we aan de democratische zijde vanuit de ratio het emotionele zo goed mogelijk kunnen leiden. Er zou een vak moeten komen over samenleven. Het individu kan zich ontplooien maar je kan niet rond het belang van goed samenleven. Er is een nood om de gedroomde gedeelde toekomst te verbeelden. Een aantal van de mensen die ik interviewde zag ik intussen 3, 4 keer en kan ik bijna vrienden noemen. Ze zeggen: “gij zijt ne goeie linkse”. Het is aan ons om idealen te articuleren en andere opties aan te bieden die hen via hartstocht, maar toch ook met rede, terug naar de democratische zijde te krijgen.’
Tekst Tijs De Geyndt