‘Er is een fenomenale krapte op de arbeidsmarkt. Waarom studenten het dan moeilijk maken om meer dan 600 uur per jaar te werken?’ Zo verdedigt Vincent Van Quickenborne (Open VLD) vandaag in Het Nieuwsblad zijn nieuw wetsvoorstel. Als het van het federaal parlementslid afhangt, mogen werkgevers binnenkort onbeperkt goedkope studenten inzetten.
‘Complete onzin’, noemt Joke Vrijs het idee. De nationaal verantwoordelijke van Jong ACV wijst erop dat studenten nu al perfect meer dan 600 uur per jaar kunnen werken. ‘Tot zelfs 80 uur per maand boven op die 600 uur moeten ouders niet eens bang zijn om het groeipakket te verliezen.’
Eens een student het maximum van 600 uren in één jaar bereikt, komen er wel RSZ-bijdragen bij het loon. Die zijn er dan voor zowel de student als de werkgever. ‘Maar berekeningen wezen eerder al uit dat studenten dankzij die bijdragen eigenlijk beter af zijn’, verduidelijkt Vrijs.
‘Dankzij de sociale zekerheid hebben ze dan namelijk ook recht hebben op vakantiegeld, boven op het loon. Bovendien komt daar in veel gevallen ook nog eens een werkbonus bij, omdat studenten vaak aan lagere lonen werken.’ De slotsom van het betalen van socialezekerheidsbijdragen is voor studenten dus net financieel voordeliger.
Opbouw verlofdagen
Een ander, belangrijk voordeel voor studenten met een volwaardig loon is dat er dankzij die bijdragen ook sociale rechten worden opgebouwd. Dat biedt volgens de vakbond meer zekerheid in de toekomst. Vrijs: ‘Denk aan een uitkering bij eventuele tijdelijke werkloosheid of het opbouwen van vakantiedagen voor de eerste volwaardige baan na de studies.’ Nu hebben jonge starters in het eerste werkjaar na de studies namelijk helemaal geen recht op reguliere verlofdagen.
Om al die redenen vraagt het ACV net het omgekeerde van wat Van Quickenborne met zijn wetsvoorstel beoogd. ‘Door studenten niet langer als goedkope, inwisselbare werkkrachten maar vanaf hun eerste uur als volwaardige werknemers te beschouwen, gaan zij erop vooruit’, zegt Vrijs. Bovendien zouden werkgevers niet eens vragen om die nieuwe regels voor studentenarbeid. ‘Heel wat werkgevers willen gerust wat meer betalen voor jobstudenten die al jaren goed meedraaien. Ze weten welke kwaliteit ze in handen hebben en hebben daar ook in geïnvesteerd. Voor hen betekent een student waar ze kunnen op rekenen veel meer dan een korting op het loon.’
‘Aan de andere kant heb je ook de werkgevers die bij wijze van spreken studenten het liefst meteen na het 600ste werkuur inruilen voor een andere student om zo te allen koste toch maar die RSZ-bijdragen niet te moeten betalen. Die laatste groep is gelukkig een minderheid, maar blijkbaar wel het soort dat Van Quickenborne wil bedienen met zijn cadeau.’
Studieprestaties
Bijkomende bezorgdheid bij de steeds uitdijende werkmogelijkheden voor studenten, is de impact op de studies. Diverse wetenschappelijke studies toonden al de mogelijke negatieve gevolgen van te veel uren studentenarbeid op de studieresultaten aan. Heel wat van die studies komen tot de conclusie dat de impact op de studies groter wordt naarmate een student meer werkt. In sommige gevallen leidt een hoog aantal werkuren niet alleen tot lagere cijfers, maar zorgt het er ook voor dat jongeren er langer over doen om hun diploma te halen.
Die vaststellingen uit internationale onderzoeken werden voorbije zomer ook bevestigd voor ons land. In een studie van de HR-dienstverlener Randstad Group geeft zeven procent van de bevraagde studenten aan dat studentenwerk met een limiet van 600 uur al invloed heeft op de studieprestaties. Wim Van der Linden, woordvoerder van Randstad Group, concludeert bij VRT NWS: ‘We merken dat de versoepeling nu wel op haar limieten botst.’