Er zijn computers die het merken wanneer iemand de klinkers anders uitspreekt, wat kan wijzen op het begin van parkinson. Er bestaan computerspellen die dementie vertragen. Het zijn maar drie van de talloze voorbeelden van het gebruik van technologie in de zorgsector. De mogelijkheden lijken onbegrensd, al zijn er toch ook enkele kanttekeningen. We laten drie deskundigen aan het woord en we bekijken twee technologische toepassingen voor thuis van dichterbij.
‘Sneller herstel door prothese met 3D-printer’
Sofie Vanmaercke, opleidingshoofd zorgtechnologie Vives Hogeschool.
‘Technologie in de zorg is niets nieuws. Al van lang voor de computer zijn intrede deed worden dingen ontwikkeld om medische aandoeningen te verhelpen en de zorgtaak te verlichten, van een vergrootglas tot de stalen verpleegster. De jongste jaren zien we een verschuiving van toepassingen die rechtstreeks met zorg verband houden, naar preventie en gezondheid in het algemeen. Denk maar aan je smartwatch: een horloge dat je hartslag kan meten. Het maakt dat zorg veel toegankelijker geworden is, maar er is ook een nadeel: je hebt vaardigheden nodig om met die nieuwe technologie te kunnen werken.’
Wie aan technologie in de zorg denkt, fantaseert misschien over opererende robots, of hologrammen die de patiënt inlichtingen geven. Maar het hoeft er niet allemaal zo spectaculair uit te zien. ‘In onze opleiding hebben studenten een rugzakje ontworpen voor kinderen met een infuus. Op die manier kunnen ze discreet hun infuuspomp meenemen. Andere studenten hebben dan weer bij de verhuizing van Licht en Liefde, een organisatie voor blinden en slechtzienden, hun nieuwe gebouw op schaal met een 3D-printer nagebouwd. Op die manier konden de gebruikers hun kamer mee helpen inrichten.’
3D-printers hebben zeer diverse toepassingen in de zorg. ‘Bijvoorbeeld bij een operatie waar een stuk bot moet worden vervangen. De chirurg kan op voorhand een prothese nabouwen met de 3D-printer. Zo moet de chirurg niet tijdens de operatie een stuk bot uit een ander deel van het lichaam halen. De operatie duurt minder lang, het nieuwe stuk is perfect op maat gemaakt en er moet maar op één plaats een wonde herstellen. Daardoor gaat de revalidatie veel sneller en met minder pijn.’
'Technologie in de zorg moet er niet even spectaculair uitzien als opererende robots.'
Sofie Vanmaercke
Geen doel op zich
‘De ambitie van technologie in de zorg is in de eerste plaats om de levenskwaliteit van mensen te verhogen, maar ook om de werkdruk van verpleegkundigen te verlagen. Als bijvoorbeeld bepaalde waarden zoals de hartslag van een patiënt in het ziekenhuis vanop een afstand kunnen worden gelezen, hoeft de verpleegkundige niet meer naar de kamer te lopen. De tijd die daardoor vrijkomt, kan hij of zij aan andere taken besteden.’
'We moeten correct omgaan met de mogelijkheden die technologie ons biedt.'
Sofie Vanmaercke
Een app die je toelaat om pigmentvlekjes te checken, kan interessant zijn, maar het is belangrijk dat de app ontwikkeld wordt op basis van wetenschappelijk materiaal. Een hartslagmeter vervangt geen bezoek aan de cardioloog. Technologie mag geen doel op zich zijn, het moet altijd in functie van de gebruiker ontwikkeld worden.’
Eén systeem, duizend functies
Maarten Sterckx, planningscoördinator operatiekwartier ZNA Middelheim
Bij Ziekenhuis Netwerk Antwerpen (ZNA) zijn grote veranderingen op til. Binnenkort schakelen ze over op een nieuw, eenvormig softwaresysteem waarmee alle medewerkers in alle zeven ziekenhuizen van ZNA zullen werken. Als planningscoördinator is Maarten Sterckx verantwoordelijk voor een efficiënte en performante planning van operaties met de juiste inzet van mensen en middelen.
‘Daar komt nog veel handenarbeid bij kijken, om het zo te zeggen, en het gebeurt weleens dat een patiënt aangemeld wordt zonder dat er al een bed gereserveerd is. Eén kersvers softwaresysteem in plaats van de meer dan honderd verschillende pakketten waarmee we vandaag werken, moet dat soort problemen voorkomen. Als een arts een ingreep plant, kan de farmaceutische dienst zo een automatisch signaal krijgen voor de nodige medicijnen en weet het operatiekwartier wat ze logistiek moeten klaarzetten. Zelfs de schoonmakers zullen kunnen aangeven waar ze hebben schoongemaakt.’
‘Het is een hypermodern systeem met duizend knoppen en functies, en ik vrees dat de oudere collega’s die niet met computers zijn opgegroeid, hierin sterk ondersteund zullen moeten worden. Het zal veel inzet en tijd kosten om iedereen op te leiden, maar we worden goed begeleid.’
“Nood aan ethisch kwaliteitslabel”
Chris Gastmans, Prof. Medische Ethiek KU Leuven
‘De technologische (r)evolutie in de zorg gaat razendsnel. Er wordt veel onderzoek gedaan, maar omkadering is nodig. Met Flanders’ Care (het programma van de Vlaamse overheid dat inzet op innoveren en ondernemen in zorg, red.) willen we tegen het najaar een ethisch kader klaar hebben om technologie in de zorg ethisch te evalueren.'
'Het grote probleem vandaag is dat technologie niet ethisch getoetst hoeft te worden. Dat in tegenstelling tot bijvoorbeeld medicatie. Wie een medicijn ontwikkelt, moet voldoen aan een hele lijst aan voorwaarden en procedures. En dat is terecht. Voor technologische toepassingen is die omkadering er niet, terwijl sommige ontwikkelingen een enorme impact hebben, of kunnen hebben. Denk maar aan alles wat met privacy te maken heeft. Er is een ethische toetsing nodig, een label dat de deugdelijkheid bewijst.’
‘De basisvraag moet altijd zijn: leidt dit tot betere zorg, en leidt dit tot betere toegang tot zorg? Als er een risico is op discriminatie — bijvoorbeeld door de kostprijs of door de technische vaardigheden die nodig zijn — dan moet je de vraag stellen of de nieuwe technologie echt een goede zaak is. Dan moet je op zoek naar betere alternatieven.’ Juist of fout? ‘De technologische (r)evolutie in de zorg gaat razendsnel.'
'Er wordt veel onderzoek gedaan, maar omkadering is nodig. Met Flanders’ Care (het programma van de Vlaamse overheid dat inzet op innoveren en ondernemen in zorg, red.) willen we tegen het najaar een ethisch kader klaar hebben om technologie in de zorg ethisch te evalueren. Het grote probleem vandaag is dat technologie niet ethisch getoetst hoeft te worden. Dat in tegenstelling tot bijvoorbeeld medicatie. Wie een medicijn ontwikkelt, moet voldoen aan een hele lijst aan voorwaarden en procedures. En dat is terecht.'
'Voor technologische toepassingen is die omkadering er niet, terwijl sommige ontwikkelingen een enorme impact hebben, of kunnen hebben. Denk maar aan alles wat met privacy te maken heeft. Er is een ethische toetsing nodig, een label dat de deugdelijkheid bewijst.’ ‘De basisvraag moet altijd zijn: leidt dit tot betere zorg, en leidt dit tot betere toegang tot zorg? Als er een risico is op discriminatie — bijvoorbeeld door de kostprijs of door de technische vaardigheden die nodig zijn — dan moet je de vraag stellen of de nieuwe technologie echt een goede zaak is. Dan moet je op zoek naar betere alternatieven.’
Juist of fout?
De technologische mogelijkheden zijn in principe onbegrensd, zeker wanneer artificiële intelligentie in het spel is. ‘Vervangt een robot een zorgkundige, of ondersteunt de robot de zorgkundige? Willen we verpleegkundigen, of zorgingenieurs? Op die vragen is geen juist of fout antwoord. We moeten met alle betrokkenen in dialoog gaan. Van bij de ontwerp- en ontwikkelingsfase. Niet alleen ingenieurs en ethici moeten aan de tafel, maar ook gebruikers, hulpverleners, ziekenfondsen en politici. Hoever je mag gaan, dat is een vraag waarop je nooit een mooi afgebakend antwoord zult krijgen.’
Volgens sommigen ‘ontmenselijkt’ technologie de zorg, maakt technologie de zorg afstandelijk en technisch. ‘Dat zijn mensen die denken dat zorg vroeger technologieloos was, en alleen door naasten gebeurde. Die mensen kijken naar het verleden met een roze bril. Er heeft altijd technologische hulp bestaan, denk maar aan een rolstoel. Aan de andere kant heb je mensen die vinden dat je de technologische ontwikkeling toch niet kunt tegenhouden, en dat je alles maar moet ondergaan. De meest aangewezen houding zit daartussen.'
'Technologie is een positief verhaal: het professionaliseert de zorg, en het voorkomt lijden. Maar we mogen niet alles zomaar laten gebeuren, wij moeten de voorwaarden bepalen. De corona- crisis is een goed voorbeeld. Met Coronalert werd een app ontwikkeld die de kans om de pandemie in te perken aanzienlijk reëler maakte. Toch werd die niet door iedereen gedownload, onder meer omdat er discussie was over de privacy. Mensen hebben garanties nodig dat de technologie ook ethisch in orde is.’
De DOKTR app, een videogesprek met je huisarts
Voortaan kan iedereen die over een smartphone beschikt een videogesprek voeren met een huisarts. Daarvoor volstaat het om bijvoorbeeld de app Doktr te downloaden. Om veilig in te loggen, registreer je je op Itsme. Dan kom je op een online platform waar een team van huisartsen bereikbaar is. Via chat krijg je voor de eigenlijke consultatie een aantal vragen om te beantwoorden. Zo kan de arts jouw gezondheidsprobleem beter inschatten. Want je komt niet bij je vaste huisarts terecht, omdat nog niet alle huisartsen betrokken zijn. Je kunt er wel voor kiezen om je medisch dossier te delen met de arts die je online consulteert. En met jouw toestemming maakt die een verslag voor je vaste huisarts.
‘Wij vinden het belangrijk dat gezondheidsgegevens op een veilige manier worden uitgewisseld’
Ingrid Fleurquin
Corona heeft teleconsultaties in gang gezet en die zullen nu geïntegreerd worden in de zorg. ‘Het Riziv en de ziekenfondsen werken aan een nieuw wettelijk kader voor terugbetaling’, voegt Fleurquin toe. Maar de online consultaties kunnen nooit de fysieke consultaties vervangen. Ze zijn aanvullend. ‘Zulke digitale toepassingen helpen om te evolueren naar een zorg waarin de mens centraal staat en meer betrokken is bij zijn eigen gezondheid en zijn kwaliteit van leven’, besluit Fleurquin.
Urinetesten via Homeflow
Een op de vijf volwassenen heeft urologische klachten. Ook kinderen worden ermee geconfronteerd. Tot nog toe moesten jong en oud vaak meerdere keren naar het ziekenhuis om urinetesten te doen. Op bevel moeten plassen, kan stress veroorzaken, wat de resultaten kan beïnvloeden. ‘Met Homeflow kunnen die metingen nu thuis gebeuren’, licht Leen Bracke, incontinentiespecialiste van Goed, toe. ‘Dat gaat via een toestel dat je eenvoudig in de toiletpot of in een kinderpotje hangt. Zo kan er op verschillende momenten getest worden. Dat biedt betrouwbare gegevens. Die worden via een app rechtstreeks doorgegeven aan de behandelende arts.’
Bovendien kan de patiënt zelf ook een online plasdagboek bijhouden dat rechtstreeks gelinkt is aan het Homeflow-toestel. Daarin kan hij bijvoorbeeld noteren of hij pijn heeft. Dat geeft de arts een goed beeld van de klachten waardoor hij ze efficiënt kan behandelen.