Hij viel niet meteen op tijdens een wandeling op het strand nabij Calais. Tussen houten palen lag een aan stukken gereten grote rubberboot. In de duinen achter het strand dook soms een hoofd snel op en weer weg. Ik heb het hen niet kunnen vragen, maar ik vermoed dat het vluchtelingen waren, wachtend op hun kans om in zo een boot het kanaal over te steken. Een laatste keer hun leven wagen. Om dan eindelijk aan die mooie toekomst te kunnen beginnen. Hopelijk. Ze hebben er vaak een ongelofelijk barre tocht op zitten, nergens welkom, misbruikt en steeds verder opgejaagd.
Een paar dagen later las ik in de krant dat West-Vlaamse werkgevers naar India en Mexico trekken, op zoek naar arbeidskrachten. Het heet dat door vergrijzing en krapte op de arbeidsmarkt de nood aan nieuwe ‘gastarbeiders’ trouwens alleen maar groter zal worden. Een vergrijzend Europa dat zich afsluit van de wereld, dat is volgens het bedrijfsleven om economische redenen onmogelijk. Ik snap de redenering wel: hier is er vraag en daar is er aanbod. Maar hoe zullen we omgaan met die nieuwe golf van buitenlandse medewerkers? Zullen ze fair betaald en behandeld worden zodat het ook voor hen loont om het vertrouwde achter te laten? Of worden ze een radertje in de machine van snel gewin op de kap van mensen? Verhalen zoals dat van Borealis leren dat dat niet ondenkbaar is.
Het rubberbootje en de West-Vlaamse werkgevers, het roept ook andere vragen op. Is er hier enkel plaats voor wie door het bedrijfsleven ginder wordt geselecteerd? Kunnen ze enkel blijven zolang we hen kunnen gebruiken? En wat hebben we dan nog over voor mensen die we niet zelf selecteren, maar die wegtrekken uit hun heimat omdat hun leven en toekomst in gevaar is, door oorlog, armoede of klimaat? Willen we hen nog helpen of betalen we liever een Noord-Afrikaans regime om die mensen de dood in te jagen in de woestijn?
Ik vermoed dat niemand graag zijn familie en vertrouwde omgeving achterlaat. Of het nu op vraag van Voka West-Vlaanderen is of niet. Laat ons mensen met menselijkheid behandelen.
Marc Leemans, voorzitter ACV
