Stefan Hertmans (73)
Kenners noemen zijn werk literair en esthetisch, maar ook de sociale kritiek kenmerkt Hertmans’ teksten. Recent verschenen zijn twee laatste publicaties Verschuivingen en De essays. 1982-2022.
HERTMANS ¬ ‘Ik schrijf niet zozeer omdat ik iets te zeggen heb, maar eerder omdat ik zelf over bepaalde vragen wil nadenken. Pas naarmate je schrijft, leer je dingen te zeggen. Achteraf kun je in het beste geval vaststellen dat je iets te vertellen had.’
Naast schrijven gaf u een veertigtal jaren les. Daarover zei u dat u spreekt met leerlingen omdat u soms twijfelt, niet omdat u alles zeker weet.
HERTMANS ¬ ‘Soms gaf ik heel traditioneel les vanachter de lessenaar. Je hebt een mandaat gekregen om bepaalde kennis over te dragen aan studenten. Het was niet zomaar gezellig kletsen in de klas. Tegelijk mochten studenten me op elk moment onderbreken.'
'Een lang gesprek is voor mij een mooi resultaat van een les. Maar daarvoor heb je wel een basis nodig, zoals harde kennis over moeilijke filosofische problemen of maatschappelijke onderwerpen. Die twee horen samen.’
Vindt die dialoog vandaag nog voldoende plaats?
HERTMANS ¬ ‘De dialoog met jongeren vindt altijd en overal plaats. Maar of er voldoende naar jongeren wordt geluisterd, is een andere vraag. Je kunt van jongeren niet verwachten dat zij vragen kunnen beantwoorden waar ze nog niet aan toe zijn. Als je jong bent, kún je niet alles weten, of zelf beslissen.'
'Laat je niet intimideren als iemand neerbuigend doet omdat je empathie hebt met anderen.'
'Door jongeren voortdurend de boodschap te geven dat ze zelf keuzes moeten maken, of te bestoken met kreten als ‘you are your own master’ lever je hen over aan eenzaamheid.’
We krijgen, jong en oud, nochtans dikwijls te horen: je toekomst heb je helemaal zelf in handen.
HERTMANS ¬ ‘Dat klopt zeker niet helemaal. Onder andere sociale, psychologische, economische of demografische omstandigheden spelen een rol. Niet iedereen begint gelijk aan de meet. Democratie begint juist waar we die illusie doorprikken.’
Even populair is het om te zeggen dat er te weinig naar mensen wordt geluisterd. Dat zou leiden tot de populariteit van partijen als Vlaams Belang of PVDA.
HERTMANS ¬ ‘Journaals zitten tegenwoordig vol met vormen van valse participatie, met mensen die mogen komen zeggen dat ze het erg vinden dat er een brand is geweest … Radioprogramma’s zijn interactief geworden: je kunt live mailen of berichten sturen. De media bieden zo een valse intimiteit.'
'We zijn zogenaamd voortdurend in gesprek, en toch hebben zoveel mensen het gevoel dat ze niet worden gehoord. Je ziet bijvoorbeeld hoe een deel van de lagere middenklasse het steeds moeilijker krijgt om de eindjes aan elkaar te knopen, zonder dat het daar werkelijk over gaat. Die mensen zijn kwaad, maar gebruiken niet de politieke macht om hun grieven hoorbaar te maken.’
Jaren geleden zei u dat we naïviteit nodig hebben in de samenleving. Is dat vandaag nog het geval?
HERTMANS ¬ ‘We zijn net erg bang om naïef bevonden te worden. Van de weeromstuit doen we ons dan maar sceptisch, stoer, cool … voor. Ik bedoelde met die naïviteit een soort idealisme, door niet altijd sceptisch of de slimste te proberen zijn.'
'Laat je niet intimideren als iemand neerbuigend doet omdat je empathie hebt met anderen. Je moet dingen durven zeggen en voelen, ook al zal er altijd iemand in de coulissen lachen.’
‘Die angst zie je ook in de politiek. Veel politici zijn bang om grote woorden uit te spreken, terwijl we die misschien nodig hebben. Daarmee bedoel ik geen slogans of beloftes voor de verkiezingen, maar gemeende boodschappen die mensen kunnen mobiliseren. Het middenveld laat zien dat er elke dag mensen in de luwte mobiliseren. Dat zijn de helden die onze sociale zorgstaat rechthouden.’
Enkele maanden geleden stond uw naam onderaan een open brief met de oproep om de partijfinanciering te hervormen. Ondertussen is duidelijk dat dat voor de verkiezingen niet meer zal gebeuren. Tast zoiets het idealisme aan?
HERTMANS ¬ ‘Dat is werkelijk schandalig en moreel schokkend. De partijfinanciering en de regels daarvoor kwamen voor een deel voort uit het uitroeien van favoritisme en corruptie, maar zo werd een nog veel groter kwaad gesticht.'
'We belandden van de maatschappij van zuilen in een maatschappij van bubbels.'
'Er zijn nu partijen die met hun gigantische rijkdom een vastgoedimperium opbouwen, waardoor ze voor de komende generaties op rozen zitten. Het grootste probleem is dat niet al die partijen democratisch denken.’
Lukt het u dan om hoopvol naar de verkiezingen te kijken?
HERTMANS ¬ ‘Ik kijk vol spanning naar wat er gaat gebeuren. Als de twee Vlaams-nationalistische partijen de meerderheid halen, kunnen er heel rare scenario’s volgen. Tot de verbijstering van velen vertaalt de sociale onrust zich in stemmen voor partijen die niet sociaal denken.'
'Dat bijna een op de vier mensen in een democratische samenleving, waar we het uiteindelijk niet zo slecht hebben, toch een zo radicaal ongenoegen kent, waardoor ze op een partij stemmen met duidelijke antidemocratische en zelfs racistische standpunten, kan er bij mij niet in.’
Misschien vinden zij dat de andere partijen geen antwoord hebben op hun klachten?
HERTMANS ¬ ‘Dat heeft natuurlijk te maken met het instorten van de centrumpartijen en het verdwijnen van de zuilen. We belandden van de maatschappij van zuilen in een maatschappij van bubbels. In die bubbels kun je haast hysterisch mobiliseren voor korte tijd, maar ze spatten daarna weer uit elkaar.'
'Daardoor zitten mensen in een echokamer en blijven ze toch geisoleerd. Het gaat er niet om of je voor of tegen een bepaalde partij bent, maar voor welke oplossing voor hedendaagse problemen je wilt kiezen. Met die negativiteit hebben sociale media ook te maken.’
Welke lichtpunten ziet u?
HERTMANS ¬ ‘De jonge generaties. Ik weiger een grumpy old man te worden en kijk liever naar wat positief is: het klimaatactivisme, of de manier waarop de integratie razendsnel gaat.'
'Voor de generatie van mijn zoon van 28 jaar is identiteit eigenlijk geen punt meer. Migratie is vooral sociaalpsychologisch een probleem, omdat mijn mopperende generatie het nog steeds niet gewoon is om vreemde mensen op straat te zien. Soms denk ik: wat een verbittering, wat een ongeduld. Terwijl we bijvoorbeeld in de zorgsector veel nieuwe werkkrachten nodig hebben.'
'Nederland gaat dan momenteel door een soort crisis, maar ze staan er – zeker in de steden – al heel wat verder op dat vlak. Dat valt je op als je even weg bent uit Vlaanderen en terugkomt. Dan merk je plots de grimmige sfeer bij de bakker op. We zijn van oudsher al wat geslotener, maar we verloren nog een deel van onze spreekcultuur. Daar zouden we echt aan moeten werken: het gesprek van alledag in de publieke ruimte met elkaar hervatten.’