Armoede-expert Ive Marx van de Universiteit Antwerpen spreekt in De Standaard van ‘een ongeziene daling’ van de armoedegraad. Ook Wim Van Lancker van de KU Leuven wijt de dalende armoede tijdens 2020 aan maatregelen als ‘tijdelijke werkloosheid, sociale toeslagen, hogere uitkeringen: de overheid heeft de impact van de coronacrisis in sterke mate opgevangen’.
De Belgische sociale zekerheid, die anders zwaar onder vuur ligt, heeft dus zijn werk gedaan. Maar is dat ook zo voor jobstudenten?
Nelis Jespers van Jong ACV vertelt: ‘Zeker in het begin van de coronacrisis kreeg onze Infolijn Studentenarbeid veel vragen over tijdelijke werkloosheid. Jobstudenten hebben hier geen recht op, omdat ze een lagere socialezekerheidsbijdrage betalen. En dat doet vermoeden dat jobstudenten die van hun studentenwerk afhangen om te voorzien in hun levensonderhoud, er allesbehalve op vooruit zijn gegaan. Er zijn extra middelen vrijgemaakt bij de ocmw’s, maar hoeveel is daarvan besteed? Een zeer kwetsbare groep van jongeren die op zichzelf is aangewezen voor het betalen van een kot, studiemateriaal en eten, is zijn studentenjob verloren tijdens de lockdowns. Ook jongere mensen die als uitzendkracht met dagcontracten werkten maar nog niet lang genoeg gewerkt hebben om aanspraak te kunnen maken op een werkloosheidsuitkering, heeft het de crisis moeilijker doorstaan.’
Nelis ziet heil in een hogere socialezekerheidsbijdrage voor studenten: ‘Dan bouwen ze ook rechten op, zoals op tijdelijke werkloosheid. Voor zover er een langdurige overeenkomst is, natuurlijk – de dagcontracten moeten echt verminderen. Jobstudenten zouden er wel bij varen om hogere socialezekerheidsbijdragen te betalen. Hun nettoloon zal ook hoger liggen.’