Vanaf 1 april hebben werknemers recht op deconnectie. Dat betekent dat je als werknemer het recht hebt om buiten de werkuren niet meer verbonden te zijn met digitale hulpmiddelen voor het werk, zoals een gsm of laptop. Ten laatste vandaag moeten ondernemingen met twintig of meer werknemers een bedrijfscao afsluiten, wanneer het recht op deconnectie niet geregeld is in een nationale of sectorale cao. Daarin moeten zeker de richtlijnen voor het gebruik van digitale hulpmiddelen openomen worden zodat de rusttijden, vakantiedagen, het privéleven en familieleven van de werknemers gewaarborgd blijven.
Dat is ook broodnodig om de stress van werknemers te verminderen, zegt Manon Van Thorre van de dienst onderneming van het ACV. ‘Dit kan een waardevol wapen zijn in de strijd tegen burn-out en langdurig zieken.’
Altijd bereikbaar
‘Wij zijn tijdens corona massaal gaan thuiswerken, waardoor het telewerk in veel sectoren ingeburgerd geraakte. Maar uit studies blijkt dat mensen moeite hebben om de grenzen te bewaken tussen werk en privé, en dat ze langer werken wanneer ze thuiswerken. Dat is trouwens niet alleen het geval voor de telewerkers. Ook op andere werkplaatsen is de problematiek schering en inslag. Je krijgt voortdurend e-mails, berichtjes, telefoon … Er wordt steeds beroep op je gedaan en je wordt verondersteld altijd je gsm bij je te hebben.’
Daarover kan ook Kenneth (58) getuigen. Hij werkte jarenlang als ploegbaas in een klein bedrijf in de bouwsector. ‘Ik werd geregeld in het weekend gestoord door de baas en klanten met ‘dringende’ vragen. Omdat ik ook in de evenementensector werk, was het voor veel mensen gemakkelijk om aan mijn gsmnummer te geraken, dus ik begon steeds meer telefoontjes van klanten en architecten te krijgen, ’s avonds en in het weekend.’
‘Zelfs tijdens het bouwverlof werd ik niet met rust gelaten. Ik was enkele jaren geleden met mijn vrouw op vakantie en kreeg voortdurend telefoontjes en berichten van collega’s die tijdens het bouwverlof toch aan de slag waren. Zij stuurden voortdurend foto’s met vragen over hoe bepaalde zaken en problemen op de werf opgelost moesten worden, omdat zij op vraag van de grote baas toch aan de slag waren. Daarom is het een goede zaak dat er eindelijk een einde gesteld wordt aan die praktijken en dat er een wetgevend kader is voor het recht op deconnectie.’
Flexibiliteit blijft gewaarborgd
‘De geest van de wetgeving wil iedereen sensibiliseren voor de risico’s van hyperconnectie en wil aantonen dat de grenzen van de arbeidstijd en arbeidsuren moeten worden gerespecteerd. Het idee is niet mensen te verbieden om te werken’, stelt Van Thorre. ‘Het zal dus nog steeds mogelijk zijn om ook na de reguliere werkuren iets voor het werk te doen, maar er mag geen voorkeursbehandeling gegeven worden aan werknemers die wel beschikbaar blijven.’
‘Flexibiliteit kan ook een voordeel zijn, denk aan telewerkers die stoppen om hun kinderen van school of de crèche te halen en als de kindjes in bed liggen nog even doorwerken en zo hun arbeidsuren vervolledigen. Natuurlijk kan dat dan weer een probleem zijn voor een collega die tijdens de dag een antwoordt nodig heeft en dat niet ’s avonds verwacht. Het is daarom nodig dat mensen in dialoog gaan over hoe het werk georganiseerd wordt, via sociaal overleg. Dat kan de bedrijfscultuur alleen maar ten goede komen.’
De nieuwe wetgeving is enkel van toepassing op bedrijven met meer dan twintig werknemers. Wie in een kleiner bedrijf werkt, zal nog steeds kunnen rekenen op de bescherming van de bestaande wetgeving. Van Thorre: ‘De arbeidswet zegt dat niet moet beschikbaar zijn buiten de arbeidstijd. Het recht op deconnectie is echter dwingender. Het gebiedt om een beleid af te spreken met het sociaal overleg. Worden bijvoorbeeld de servers ontoegankelijk tijdens bepaalde uren, zodat werknemers fysiek niet kunnen werken? Daarom is het belangrijk dat de wet ook naar de kleine bedrijven wordt uitgebreid, zodat ook daar op een degelijke manier afspraken gemaakt kunnen worden.’