Het arrest van 9 november van het Grondwettelijk Hof komt er nadat een Luiks koppel verzet aantekende tegen een beslissing van de fiscus, waardoor de huurinkomsten die ze ontvingen van negentien panden werden aanzien als inkomen uit ‘een winstgevende bezigheid’. Dat wordt fiscaal aanzien als een beroepsinkomen. Het koppel voelde zich benadeeld omdat huurinkomsten doorgaans worden belast via het kadastraal inkomen als een onroerend inkomen, maar het Grondwettelijk Hof volgt hen daarin niet.
Het Hof is van oordeel dat door de omvang van het aantal panden en het feit dat zij telkens een hypothecaire lening afsloten om de aankoop van een nieuw pand te financieren, er geen discriminatie is met personen die met eigen middelen net hetzelfde doen. In beide gevallen kan de wet zo worden begrepen door de fiscale administratie dat sprake is van een winstgevende activiteit. Wat telt is een gelijkaardige inspanning qua organisatie. Wat dat concreet betekent kan volgens het Grondwettelijk Hof door de fiscale rechter worden beoordeeld wanneer de belastingplichtige de visie van de fiscus betwist.
Voor fiscaal expert van het ACV Ive Rosseel komt de uitspraak niet als een verrassing. ‘Eigenlijk bestaat er vandaag in de wet geen eenduidige lijn wanneer inkomen uit onroerend goed als beroepsinkomen aanzien wordt en wanneer het onder de klassieke belastingaanpak van het kadastraal inkomen valt.’
Fiscale hervorming nodig
Rosseel wijst erop dat de fiscus nu individueel naar aanwijzingen kijkt die in de ene of andere richting kunnen wijzen. ‘Verschillende factoren spelen: Zijn de panden met eigen middelen aangekocht of werd er een lening voor afgesloten? Hoe verhouden de inkomsten zich ten opzichte van een beroepsinkomen? Werkt de verhuurder in immobiliën, en ga zo maar door. Maar al die zaken zijn vaak voor interpretatie vatbaar.’
Daarom is er echt nood aan een grote fiscale hervorming, vindt Rosseel. ‘Waarin ook het grote verschil in de belasting op huurinkomsten aangepakt worden en definitief afscheid wordt genomen van het gedateerde kadastraal inkomen. Zo kunnen huurinkomsten op een eerlijker manier belast worden. Zonder dat het aanbod en de betaalbaarheid van huurwoningen krimpt – daar houdt het ACV, gesteund door fiscale advocaten Paul Verhaeghe en Roel Deseyn, rekening mee in zijn voorstellen. Maar zo’n ingrijpende hervorming zal niet voor morgen zijn’, vreest Rosseel met het oog op de verkiezingen in 2024. ‘In tussentijd kan Financiën wel zelf een eenduidige richtlijn uitzetten binnen de huidige wetgeving en deze communiceren aan verhuurders.