Minister Lalieux stelt onder andere voor om de koppeling tussen de ambtenarenpensioenen en -lonen te verlagen tot maximaal 0,5 procent en de toegang tot het minimumpensioen voor ambtenaren, werknemers en zelfstandigen gelijk te trekken op 30 jaar. ‘De toegang tot het minimumpensioen wordt daarmee nog maar eens bemoeilijkt. Vooral vrouwen zullen hierdoor verlies lijden. Dat gaat volledig voorbij aan de beoogde sociale rechtvaardigheid’, aldus Marte Billen van ACV Gender.
Vorige zomer werd al beslist dat werknemers vanaf 2024 minstens 30 jaar gewerkt moesten hebben, waarvan 20 jaar voltijds of vier vijfde, om toegang te krijgen tot het minimumpensioen. Een doorrekening van het Kenniscentrum pensioenen leert dat maar liefst één op de zeven vrouwen die vandaag aanspraak maken op het minimumpensioen door de nieuwe regels 440 euro per jaar verliest.
Loonongelijkheid
‘De minister klaagt intussen wel in de pers aan dat het zorgverlof in sommige sectoren meetelt voor het pensioen en dat ze dat zou willen rechttrekken voor iedereen. Dat is alvast een positief signaal. Maar langs de andere kant zorgt ze ervoor dat door de strengere regels steeds minder vrouwen het minimumpensioen zullen halen. En dat terwijl vrouwen er net de grootste nood aan hebben, doordat ze gedurende hun loopbaan door de loonongelijkheid en andere factoren minder rechten konden opbouwen.’
Naast de zorg voor kind en gezin, waardoor vrouwen vaker deeltijds moeten of helemaal niet kunnen werken, vallen zij ook vaker uit door langdurige ziekte en stress. ‘Hun aandeel in langdurige ziekte is met tien procent gestegen. Omdat periodes van werkloosheid of langdurige ziekte langer dan vijf jaar niet gelijkgesteld worden, krijgen vrouwen aan het einde van hun loopbaan nogmaals de rekening gepresenteerd.’
‘Het sentiment binnen de regering is dat vooral betaald werken beloond moet worden door betere pensioenvoorwaarden. Daarmee wordt de gezinsarbeid of de zorg voor kinderen of ouderen opnieuw loodrecht tegenover betaald werk geplaatst en volledig ondergewaardeerd door de politiek’, besluit Billen.