Voor het eerst in veertien jaar wordt de Europese richtlijn voor asbestblootstelling van werknemers verstrengd. Concreet daalt de maximaal toegelaten hoeveelheid van 100.000 vezels per kubieke meter lucht naar 2.000 vezels per kubieke meter. Dat hebben het Europees parlement en de Europese Raad vorige maand samen beslist. Lidstaten krijgen nu twee jaar de tijd om de richtlijn in nationale wetgeving te gieten.
Europees parlementslid Cindy Franssen (CD&V), die het dossier onderhandelde, reageert alvast tevreden. ‘Om tegemoet te komen aan de stijgende energieprijzen en om de klimaatdoelstellingen te behalen, wordt sterk ingezet op renovatie. Het is cruciaal dat het aanwezige asbest in de gebouwen veilig wordt verwijderd. Anders lopen we het risico op nog meer asbestgevallen en -ziekten. Lidstaten krijgen Europees geld om de lagere limieten te behalen.’
‘De invoering vorig jaar van het asbestattest was een goed idee om een beter zicht te krijgen op de verspreiding van asbest in Vlaanderen.’
Dirk Coninckx - ACVBIE
Door de nieuwe Vlaamse renovatieverplichting voor woningen met een slechte isolatie, zullen heel wat huizen in de komende jaren gerenoveerd worden. Federaal secretaris van ACVBIE Dirk Coninckx juicht de verstrenging daarom toe. ‘We zetten grote stappen vooruit voor de bescherming en gezondheid van werknemers. Zeker met het oog op de komende renovatiegolf. De invoering vorig jaar van het asbestattest was een goed idee. We krijgen zo een beter zicht op de verspreiding van asbest in Vlaanderen.’
De Vlaamse afvalstoffenmaatschappij (OVAM) meldde onlangs nog dat sinds november 2022 meer dan 140.000 asbestattesten zijn uitgereikt. Daarbij zou in twee op de drie gecontroleerde woningen asbest aangetroffen zijn, meldde De Zondag. Coninckx: ‘Dat toont dat de verstrengde richtlijn levensnoodzakelijk is. We vragen dat de regering de verstrenging zo snel mogelijk doorvoert.’
Coninckx pleit voor een uniforme aanpak. ‘Nu is het asbestattest enkel in Vlaanderen verplicht, terwijl we in Brussel en Wallonië nog maar weinig zicht hebben op de omvang van het probleem. Bovendien moet de overheid ook investeren in de nodige technologische ontwikkeling om metingen correct te kunnen uitvoeren.’