Zolang zoon- of dochterlief netjes onder het maximaal aantal uren voor studentenarbeid blijft, kom je niet voor verrassingen te staan. Dat zou je denken, maar niets is minder waar. Vooral vanaf 2023 dreigen heel wat gezinnen een financiële kater over te houden aan het studentenwerk van de kinderen. Door het optrekken van het aantal uren die een jobstudent met een verlaagde sociale bijdrage mag werken, dreigen namelijk heel wat studenten volgend jaar onverwacht niet meer ten laste te zijn, terwijl ze wel aan de voorwaarden voor studentenarbeid voldoen. Prijskaartje voor de ouders? Tot ruim 2 000 euro.
Volgend jaar mogen studenten tot 600 uur werken onder de voorwaarden van studentenarbeid. De regering trok in oktober dat maximum op vanaf het huidige 475 uur. Wat voorlopig niet verandert, zijn de voorwaarden om een kind ten laste te hebben op de belastingbrief. Die ingewikkelde berekening houdt onder meer rekening met het inkomen uit studentenwerk. ‘In de huidige situatie kan een student tot ongeveer 7 270 euro op een jaar verdienen om ten laste te blijven van samenwonende of gehuwde ouders’, verduidelijkt Nelis Jespers van Jong ACV. ‘Maar met dat nieuwe maximum van 600 uur kom je met een gemiddeld studentenloon al relatief makkelijk aan die inkomensgrens. Of ga je erover, met alle gevolgen van dien.’
Die gevolgen zijn niet min, blijkt uit simulaties van Jong ACV. Jespers: ‘Als op de belastingbrief van gehuwde ouders met bijvoorbeeld drie kinderen een van die kinderen niet langer ten laste is, betalen de ouders plots 2 130 euro meer belastingen. Ouders die onverwacht een van de twee kinderen niet langer ten laste hebben, krijgen een factuur van 1 343 euro voorgeschoteld.’
Hervorming nodig
‘Als de regering niets onderneemt, vrezen we dat de belastingbrief voor het jaar 2023 een financieel bloedbad wordt’, zegt Jespers. Wat kan dan een oplossing bieden? ‘We vragen al langer om studenten als volwaardige werknemers te beschouwen, met sociale rechten en bijdragen. Zo’n hervorming kan ook deze valkuil wegwerken. Op kortere termijn kunnen de grensbedragen voor het ten laste zijn omhoog.’
Voor alleenstaande ouders ligt de berekening net wat anders. Hun kinderen mogen tot een hogere inkomensgrens bijverdienen om nog ten laste te blijven. ‘Zij zullen dus minder snel op hetzelfde probleem botsen, al is het risico ook daar niet onbestaande. Dat is vooral zo wanneer een kind ook nog onderhoudsgeld ontvangt.’