Deze week bleek uit een rapport van de Europese Commissie dat de arbeidskosten in ons land volgend jaar sterker zullen stijgen dan in de andere Europese landen. Waar het Europese gemiddelde 2,1 procent bedraagt, zullen onze arbeidskosten met 4,4 procent stijgen per reële eenheid toegevoegde waarde.
‘Dat ligt in de lijn van de verwachtingen’, zegt Renaat Hanssens van de ACV-studiedienst. ‘Door onze automatische indexering volgen de lonen de inflatie. Wanneer allerlei producten duurder worden, stijgen de lonen. Omdat de indexering niet voor iedereen onmiddellijk wordt toegepast, zullen sommige lonen pas in de loop van 2023 de prijsstijgingen volgen. Vandaar dat de Europese Commissie verwacht dat de arbeidskosten ook volgend jaar sterk zullen stijgen.’
Inhaalbeweging
‘Onze buurlanden kennen dat systeem van automatische indexering niet, maar dat betekent niet dat de lonen in pakweg Duitsland of Nederland op termijn niet zullen stijgen. Die inhaalbeweging komt er zonder twijfel in 2024.’
Medelijden hebben met de Belgische werkgevers is dus niet nodig. ‘De gouverneur van de Nationale Bank liet in Knack optekenen dat de Belgische bedrijven nog nooit zulke hoge winstmarges hebben behaald. Ze hebben dus wel ruimte om hoge arbeidskosten te dragen. Bovendien houdt de loonnormwet reële loonsverhogingen bovenop de inflatie tegen.’
Vertrouwen
‘Gelukkig hebben we de index’, aldus Hanssens. ‘Dat biedt mensen toch enige vorm van zekerheid in verband met hun koopkracht. We zien dat onze buurlanden op het randje van een recessie staan. Producten worden duurder, maar hun lonen volgen niet. Mensen gaan dus op de rem van hun consumptie staan. Dat leidt tot een economische neergang, waar we in ons land gelukkig nog van gespaard blijven – in grote mate dankzij de index. Mensen besparen hier ook wel, maar omdat ze weten dat de lonen uiteindelijk ook een beetje zullen stijgen, blijven ze vertrouwen hebben, en blijven ze consumeren.’