Hij werkte één jaar als meteropnemer toen de energiecrisis uitbrak. ‘Als meteropnemer sta je dan mee in de frontlijn’, vertelt Sam. ‘Mensen overspoelden me met vragen, ik zag veel paniek. Dan zet ik me even neer om naar de mensen te luisteren en samen de papieren te bekijken.’
Om kwart voor acht ’s morgens drukt Sam op de eerste bel. ‘Zodra de deur opengaat, ruik ik al meteen: staat er water in de kelder, is er een huisdier, wat hebben ze gisteren gegeten?’
‘Met mijn uniform, petje inbegrepen, weet ik achterdocht meestal gauw om te buigen. En eenmaal de drempel over, stap ik telkens een nieuwe wereld binnen. Door de gang, door de living, door de keuken naar de kelder. Ik zie alles.’
Couscous
‘De zin die ik het vaakst hoor: Ik was nét aan het opruimen. Er is veel schaamte bij mensen over hoe hun huis eruitziet. Vaak val ik ’s ochtends binnen, wanneer ouders en kinderen volop boterhammen smeren. Maar lang niet iedereen eet ’s morgens brood, weet ik nu. Veel mensen eten rijst. En ik tref geregeld mensen aan van wie de living ook de slaapkamer blijkt.’
‘De zin die ik het vaakst hoor: ‘Ik was nét aan het opruimen.’ Er is veel schaamte bij mensen over hoe hun huis eruitziet.’
Meteropnemer Sam
‘Ik kom niet altijd gelegen. Soms kom ik bij mensen die net nachtdienst hadden, of die nog wakker zijn en niet al te nuchter. Eenzaamheid zie ik ook vaak. Zo trof ik onlangs een man aan die bibberend in een versleten kamerjas opendeed. Alles zag geel van de nicotine, van plafond tot vloer. Die man kwam nooit buiten. Dan wring ik me wel eens in een gesprek en blijf ik wat langer hangen.’
‘Culturen hebben heel eigen geuren en ritmes. Zo zie ik bij 90 procent van de mensen met Marokkaanse roots een volledig betegelde kelder, ingericht als tweede keuken. De keuken boven is voor koekjes en thee, beneden bereidt de grootmoeder grote schalen met couscous. De echte keuken zit dus in de kelder. Ik krijg er trouwens steevast iets te eten of te drinken.’
Dienstbode
‘Huisjesmelkerij is een reëel probleem. Soms ligt er in de kelder een matras naast de meter. Dan woont daar echt iemand.’
‘Ik zie schrijnende armoede, maar ook extreme rijkdom. In een buitenwijk waar de Indische gemeenschap woont, hebben veel huizen een schuilkelder. Beneden in de kelders wonen dienstbodes, die staan te strijken tussen rijen frigo’s gevuld met frisdranken. Ooit belde ik aan bij een vrouw bij wie onder haar deurmat een luik naar de kelder zat. Daar woonde een dienstbode.’
Verzamelwoede
‘Sommige mensen gebruiken de kelder als vuilnisbelt. Dan kan ik amper binnen. Ik bots ook wel eens op verzamelwoede. Elke vierkante centimeter van het huis ligt dan vol boeken of platen. Er zijn mensen die niets weggooien, en zelfs cornflakesdozen bijhouden. Dan moet ik me een weg banen door de spullen, als de deur al opengaat.’
‘Ooit belde ik aan bij een vrouw bij wie onder haar deurmat een luik naar de kelder zat. Daar woonde een dienstbode.’
Meteropnemer Sam
‘Bijzondere plekken en ontmoetingen kleuren mijn werk. In een klein dorp moest ik eens in alle vroegte de meter van de kerk gaan opnemen. In een kerk binnenraken is op zich al een uitdaging. Naast de kerk was een man papiertjes aan het oprapen. Toen ik hem vroeg of hij me kon helpen, bleek hij de burgemeester te zijn. Hij had van opruimen zijn dagelijks ochtendritueel gemaakt. Hij had de sleutel van de kerk op zak, en nodigde me uit voor koffie op het gemeentehuis nadien.’
‘Voor deze baan mag je niet bang van aard zijn. Spinnen, muizen, ratten zijn mijn dagelijkse metgezellen. En af en toe verdwalen hoort er ook bij. Een kelder vertelt veel verhalen. Je kunt er de geschiedenis van de bewoners aan aflezen.’
* Sam is een schuilnaam