In 2017 behoorde goed 16,4 procent van de Belgen tot de armste klasse, maar tussen 2018 en 2022 daalde dat met maar liefst 2,5 procentpunten. ‘Onmiskenbaar goed nieuws’, zegt sociaal wetenschapper Wim Van Lancker (KU Leuven). ‘Dit gaat over tienduizenden gezinnen met stabielere inkomens en een betere koopkracht. Ook in vergelijking met het buitenland is dat de sterkste daling die je kunt vinden. In Zweden of Frankrijk steeg de armoede.’
Dat ligt voor een deel aan de steunmaatregelen van de Vivaldi-regering (2020-2024) tijdens de COVID-19-pandemie, zoals een ruimere tijdelijke werkloosheidsuitkering, en bij de daaropvolgende energiecrisis. ‘Denk maar aan het uitgebreid sociaal energietarief. Ook het systeem van automatische loonindexering is belangrijk. Maar wat opvalt is dat de daling van de armoede zich na die crisissen heeft voortgezet.’
In jullie rapport spreken jullie van een ‘trendbreuk’. Hoe structureel is die?
VAN LANCKER ¬ ‘Dat is nog een open vraag. De steunmaatregelen gingen samen met structurele ingrepen van de Vivaldi-regering, ook voor lagere en middeninkomens. OCMW’s kregen meer middelen. De welvaartsenveloppe die de sociale partners afspreken, verhoogde de uitkeringen boven de index. Een aantal minima, zoals voor pensioenen en de laagste lonen, stegen. Voor het eerst in twintig jaar was er een duidelijke beleidskeuze om iets voor de laagste inkomens te doen.’
Interessant is dat de hogere uitkeringen samengaan met meer tewerkstelling.
VAN LANCKER ¬ ‘Politici denken dat ondersteuning minder nodig is als de tewerkstelling stijgt. Maar we zien net dat tewerkstelling op zichzelf onvoldoende is om mensen uit de armoede te helpen. Dat leidt pas tot een hogere levensstandaard, als het samengaat met een betere inkomensbescherming. Sociale zekerheid werkt tewerkstelling helemaal niet tegen. Integendeel, de sociale zekerheid creëert de omstandigheden waarin stijgende tewerkstelling leidt tot hogere welvaart.’
'Hogere uitkeringen zetten geen rem op tewerkstelling.'
Wim Van Lancker
‘Als hoge uitkeringen een rem zouden zetten op tewerkstelling, zou de tewerkstelling niet gestegen zijn bij de laagste inkomensgroepen. Maar dat is wel zo. Huishoudens waar niemand werkte, bekwamen toch één, soms deeltijds, inkomen. Alleen volstaat één inkomen niet om een gezin uit armoede te halen. Zonder sociale bescherming maakt dat van een arm gezin een arm werkend gezin.’
‘De voorbije jaren wisten mensen zich op te werken naar de middenklasse. Maar het is natuurlijk mogelijk dat de volgende regering die verworvenheden terugdraait.’
De partijen die onderhandelen over een federale regering – N-VA, MR, Vooruit, Les Engagés en CD&V– wilden al bijvoorbeeld de welvaartsenveloppe halveren en de werkloosheidsuitkeringen beperken in de tijd.
VAN LANCKER ¬ ‘Wat in de supernota staat (van formateur Bart De Wever (N-VA), red.), vertrekt van het klassieke rechtse idee dat sociale zekerheid kosten zijn die mensen tegenhouden om te gaan werken. Maar wij zien nu net dat de armoededaling het gevolg is van het samengaan van tewerkstelling met een sterke sociale bescherming. Men wil eigenlijk het omgekeerde doen van wat ons empirisch onderzoek voorschrijft.’
‘Dan kunnen we verwachten dat de armoedecijfers opnieuw zullen stijgen. Ik hoop dat de onderhandelaars loskomen van de simplistische gedachte dat de uitgaven in de sociale zekerheid hoe dan ook te hoog zijn. De samenleving werkt beter met een goed werkende sociale zekerheid.’
‘We hebben nood aan globale doelstellingen voor de sociale zekerheid, zoals bestaanszekerheid verschaffen – ook door middel van goeie pensioenen – en tewerkstelling ondersteunen. Dat moet richting geven aan de hervormingen. Dat houdt meer steek dan: We moeten zoveel miljard euro besparen.’
'Voor het eerst in twintig jaar was er een duidelijke beleidskeuze om iets voor de laagste inkomens te doen.'
Wim Van Lancker
Zitten we stilaan op een ondergrens van de armoede in België?
VAN LANCKER ¬ ‘We zitten nog steeds op een armoedecijfer van 12,3 procent, dat kan echt nog wel lager. Wij hebben nog een relatief grote groep korter geschoolden die niet aan de slag zijn en voor wie de sociale economie nog meer dan vandaag een oplossing kan bieden. De nieuwe Vlaamse regering moet daarin meer investeren.’
‘Ook onze sociale bescherming kan nog beter. Hoe kunnen we bijvoorbeeld de combinatie van een uitkering en een loon uit deeltijds werk verbeteren? We houden nog te veel vast aan de tweedeling tussen werk, óf een uitkering.’
Soms lijkt het erop dat we zo druk bezig zijn met aankaarten wat slecht gaat, dat we vergeten wat wel goed loopt in dit land.
VAN LANCKER ¬ ‘Dat is misschien wel onze grootste valkuil. Sommige dingen gaan wel degelijk goed, zelfs al zijn de beleidskeuzes niet altijd zo duidelijk of doelbewust. Ik snap de terughoudendheid niet om te verdedigen wat goed loopt.’
‘Want er is natuurlijk geen garantie dat dit blijft duren. Laten we hopen dat dit een blijvende omwenteling in de armoedebestrijding kan zijn, en dat we niet binnen enkele jaren terugkijken op deze periode als een unieke terugval van de armoedecijfers in een voor het overige opgaande lijn, zoals met de maatregelen uit de supernota dreigt te gebeuren.’